–Hoe betrouwbaar zijn verklaringen?

Communicatie is een belangrijk maatschappelijk onderwerp. We communiceren steeds intensiever, maar dat betekent ook dat er veel mis kan gaan. Pas in de twintigste eeuw werd communicatie verheven tot een afzonderlijke wetenschap. Een deskundige vertelde mij eens, dat in onze moderne samenleving goed werkende communicatiekanalen qua belang vergelijkbaar zijn met de bloedsomloop in het menselijk lichaam. De coronapandemie heeft grote gevolgen voor onze communicatie. Door de afstandsregels werd er meer online gecommuniceerd. Ook was er verwarring over de adviezen en regels van overheden en deskundigen om de pandemie beheersbaar te houden. Door de crisis was er veel miscommunicatie in gezinnen en families, waarbij de emoties soms hoog opliepen. De beelden van vereenzamende ouderen in quarantaine in verzorgingstehuizen, die op afstand communiceerden met familieleden staan nog op ons netvlies.

Wat is communicatie?

Het begrip ‘COMMUNICATIE’ is afgeleid van het Latijns communis=gemeenschappelijk. Informatie die wordt overgedragen wordt gemeenschappelijk gemaakt. Het is geen statisch begrip maar een proces met vele vormen variërend van verbale en nog-verbale communicatie tot massacommunicatie. Onlangs kregen Nederlanders een aanschouwelijk lesje non-verbale communicatie, toen tijdens de coronapersconferentie de woordvoerders werden ondersteund door doventolk Irma. Door haar uitstraling, bewegingen en mimiek groeide zij uit tot een populaire tv- persoonlijkheid. Bij het communiceren kan er ook veel mis gaan, waardoor er ruis of miscommunicatie ontstaat soms met grote gevolgen. De geschiedenis leert dat gewapende conflicten zijn begonnen door miscommunicatie tussen machthebbers en andere leiders. Anno 2020 worden we dagelijks via de media overspoeld met nepnieuws en verwerpelijke communicatie via sociale media, zoals bedreigingen en smaad. In een aantal publicaties beperk ik mij tot interpersoonlijke communicatie in bijzondere situaties. Bijvoorbeeld de communicatie tussen arts en patiënt, binnen kwetsbare groepen of als communicatie wordt beïnvloed door een groepsdynamiek in combinatie met ontremming door alcohol of drugs. Ook vooroordelen, tunnelvisies, krachtige emoties en selectieve waarnemingen kunnen funest zijn voor de kwaliteit van de communicatie. Dat geldt zeker voor verhoren van verdachten, getuigen en burgers die aangifte doen binnen de strafrechtketen. Daarover gaat deze publicatie. In zo’n traject kunnen immers grote persoonlijke en maatschappelijke belangen in het geding zijn en mensen kunnen door miscommunicatie en onjuiste verklaringen worden beschadigd. Ik was ruim 25 jaar werkzaam als politie agent en later als opsporingsambtenaar bij een departementale inspectiedienst. Voor deze laatste dienst was ik projectleider van een communicatieproject en heb ervaren dat communicatie cruciaal is binnen een organisatiecultuur. Ik volg de ontwikkelingen rond de rechtshandhaving in ons land nog regelmatig. Zowel de praktijk als talrijke bronnen wijzen uit, dat de politietaak de laatste decennia ingrijpend is veranderd. De samenleving wordt complexer, verhardt en dat werkt door in de communicatie. Voor de politie organisaties en de individuele ambtenaren en hun gezinnen heeft dat grote gevolgen.

In vrijheid afgelegde verklaring

Onze politie staat aan het front van de rechtshandhaving. De overheid heeft het geweldsmonopolie (zwaardmacht) en de politie voert wetgeving uit en mag met inachtneming van de wettelijke normen een verdachte aanhouden. Politie ambtenaren mogen aangiftes opnemen, een proces-verbaal opstellen op ambtseed of belofte en dat aanleveren bij het Openbaar Ministerie. In het Wetboek van Strafvordering (SV) is vastgelegd hoe de vervolging van strafbare feiten plaats vindt. Artikel 27 SV definieert formeel het begrip ‘verdachte’,  namelijk degene te wiens aanzien uit feiten of omstandigheden een redelijk vermoeden van schuld aan een strafbaar feit voortvloeit. Er moet dus een juridische reden zijn dat iemand als verdachte wordt aangemerkt en aangehouden. Daarna wordt als verdachte aangemerkt degene tegen wie de vervolging is gericht. De aanhouding en het verhoor van de verdachte en verklaringen van getuigen burgers die aangifte doen zijn in die fase van het proces zeer belangrijk. Daarom heeft de wetgever rechten van burgers vastgelegd, onder andere over de voorwaarden waaraan een verhoor moet voldoen. Artikel 29 SV vermeldt daarover: ‘ In alle gevallen waarin iemand als verdachte wordt gehoord, onthoudt de verhorende rechter of ambtenaar zich van alles wat de strekking heeft een verklaring te verkrijgen waarvan niet kan worden gezegd dat zij in vrijheid is afgelegd’. Ook is een verdachte niet tot antwoorden verplicht en dat moet de verdachte voor de aanvang van het verhoor worden medegedeeld. Het maakt niet uit of het verhoor plaats vindt in een verhoorkamer of op straat. Deze mededeling wordt ook in het proces-verbaal opgenomen. Tijdens mijn werk bij de politie en een inspectiedienst heb ik ervaren hoe belangrijk het is om zorgvuldig met deze wetsartikelen om te gaan, om vervolging voor meineed of valsheid in geschrifte te voorkomen. Ik heb diverse malen meegemaakt dat opsporingsambtenaren bij een rechtbank moesten compareren, om uitleg te geven over een door hen opgemaakt proces verbaal. Maatschappelijk roept dit weleens weerstand op, vooral als er bij zware geweldsdelicten een beroep wordt gedaan op het zwijgrecht. Ik begrijp dat, maar het is nu eenmaal inherent aan onze rechtsstaat. (Foto: een verhoor kan worden afgenomen op straat of in een verhoorkamer). 

Betrouwbaarheid verklaringen

Het belang van zorgvuldige verklaringen wordt onderschat en daar steekt een logica achter. Een korte verklaring op straat of in de cabine van een vrachtauto over een verkeersovertreding, komt meestal tot stand na vragen van de opsporingsambtenaar en zal slechts zelden worden aangevochten. Anders wordt het als er sprake is van een zwaarder delict en de aanhouding plaats vindt onder extreme omstandigheden. Regelmatig duiken er tegenwoordig camerabeelden op, die echter pas op waarde kunnen worden geschat binnen de totale context. Diverse vormen van communicatie lopen dan door elkaar heen en dan is het belangrijk dat er betrouwbare getuigenverklaringen komen, die de bevindingen van de opsporingsambtenaar onderbouwen en aanvullen. De praktijk leert helaas dat verklaringen niet altijd betrouwbaar zijn. Er waren in het recente verleden diverse zaken, waarbij verdachten een misdrijf bekenden om er later op terug te komen (zie bronnen). Ook zijn er zaken gedocumenteerd van verdachten die bekenden, maar waarvan later op grond van bewijs werd aangetoond dat zij onmogelijk de dader konden zijn. Ook op verhoortechnieken is in het verleden forse kritiek geuit. Dat verklaringen aan kracht verliezen als het om waarnemingen of herinneringen van jaren geleden gaat is duidelijk. Voor de politie is het moeilijk, want aan enige druk ontkom je niet bij een verhoor van getuigen of verdachten. Verklaringen zijn niet altijd betrouwbaar gebleken. Het is de taak van de politie om verhoren objectief en deskundig te laten plaats vinden. Dat is geen gemakkelijke opdracht in een samenleving waarin nagenoeg iedereen over een telefoon met camera beschikt, ramptoerisme aan de orde van de dag is en beelden over politie optreden via sociale media razendsnel worden verspreid. Het is aan de wetgever om deze ontwikkeling via regels in goede banen te leiden en ervoor te zorgen dat degenen die belast zijn met handhaving, in het belang van onze democratische rechtsstaat hun werk kunnen doen.  

 

 

Foto’s en illustraties: Jaap Spaans

Bronnen:

–Rijksrecherche onderzoekt ruim duizend politiedossiers Horst op strafbare feiten. NOS Nieuws 21/7/2020

–‘Latere herinnering aan misbruik vaak niet betrouwbaar’. Nederlands Dagblad, 29/9/2017.

–‘Bekennen onder druk’. Psychologie Magazine, april 2002.

–‘Dossier Omstreden Herinneringen’. Gezondheidsraad, 27/1/2004.

–‘Bekentenis afgedwongen. Rechercheur klapt uit de school over verhoor Ina Post, die later werd veroordeeld voor roofmoord’. De Telegraaf, 23/9/2006.

–Boeken van Jaap Spaans: ‘Een Golf van Geweld’ (1999), ‘Christenen en hun Communicatie’ (1994), ‘Controle Ambtenaren: Communicatie of Confrontatie’ (1997), ‘De Rijksverkeersinspectie. Een Bijzondere Opsporingsdienst’ (1995).

–‘Groepsdruk en Criminaliteit’ en ‘De geweldsspiraal en de reactie van de overheid’. Jaap Spaans in Het Zoeklicht respectievelijk 88e jaargang nr. 25 en 84e jaargang nr. 2.

 

 

 

 

–Mijn EU petitie over placenta onderzoek

Iedere burger heeft burgerrechten die zijn vastgelegd in de Grondwet. Voorbeelden zijn godsdienstvrijheid, vrijheid van meningsuiting en het petitierecht (artikel 5 GW). Van het recht om schriftelijk verzoeken bij het bevoegd gezag in te dienen (petitierecht) wordt veel gebruik gemaakt. Zelf heb ik diverse verzoeken gericht aan het bevoegd gezag over o.a. de invoering van een biometrisch paspoort, de risico’s van biomassa etc. Maar hoe zit het met burgerrechten in Europa? Een belangrijke vraag want veel beleid en wetgeving wordt in de EU ontwikkeld. In het najaar van 2018 diende ik een verzoekschrift (petitie) in bij het Europees Parlement voor een betere coördinatie van placenta onderzoek. Om persoonlijke redenen een belangrijk onderwerp. Het belang van de placenta als tijdelijk orgaan gedurende de zwangerschap, werd zwaar onderschat. Onderzoek werd in het verleden beperkt vanwege de risico’s voor de zwangere vrouw en de foetus. Door de technologische vooruitgang kan onderzoek nu efficiënter en veiliger worden uitgevoerd. Dat gebeurt op wereldwijde schaal en zal verrassende nieuwe inzichten opleveren. Probleem is dat het onderzoek vaak fragmentarisch plaats vindt en er onvoldoende coördinatie plaats vindt. Daardoor is er onvoldoende top down communicatie van wetenschappers naar media en de brede bevolking en dat is jammer. Om die coördinatie in Europa te verbeteren heb ik de petitie ingediend. (Illustratie omslag van mijn boek. Boek is niet meer leverbaar’).

EINDCONCLUSIE PETITIETRAJECT
De wijze waarop mijn verzoek is behandeld door de Commissie Verzoekschriften van het Europarlement, heeft mijn waardering voor Europa vergroot. Dit democratische proces is uiterst zorgvuldig verlopen. Het was wel een langdurig en intensief traject en om daar inzicht in te krijgen verwijs ik naar de bijlage met de samenvatting van het verzoek, opsomming van enige wetenschappelijke projecten en antwoorden in 1e en 2e aanleg van de Europese Commissie (EC). Zie: PETI laatste antwoord EC Nederlands 

HET RECHT VAN PETITIE IN EUROPA
Volgens artikel 227 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en artikel 44 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, heeft iedere burger van de Unie het recht een verzoekschrift tot het Europees Parlement te richten. Het verzoek moet wel ontvankelijk zijn en gaan over een onderwerp dat tot de werkterreinen van de Unie behoort en dat de verzoeker rechtstreeks aangaat. Verzoekschriften dienen te worden opgesteld in een van de officiële talen van de EU en gericht aan de voorzitter van de Commissie Verzoekschriften. Indiening kan op twee manieren namelijk aan het adres van het secretariaat PETI Wiertzstraat 60, 1047 Brussel BELGIË dan wel via het elektronisch internetportaal voor verzoekschriften https://petiport.secure.europarl.europa.eu/petitions/nl/home Nadat een verzoek ontvankelijk is verklaard volgt een intensief democratisch traject.

MIJN PETITIE ONTVANKELIJK VERKLAARD
‘Op 17 december 2018 is het verzoekschrift nr. 0869/2018, ingediend door J.S. (Nederlandse nationaliteit), over de recente ontwikkelingen in verband met placentaonderzoek ontvankelijk verklaard’ (citaat uit bevestiging). Ik had het verzoek onderbouwd met een groot aantal bijlagen, waarin ik beargumenteerde dat het over een onderwerp ging dat tot de werkterreinen van de EU behoort en waarom het onderwerp mij als burger persoonlijk aangaat. De onderbouwing is niet bijgevoegd, aangezien dat deze publicatie te omvangrijk zou maken.

SAMENVATTING VERZOEKSCHRIFT

‘Indiener volgt van nabij de mogelijke invloed van placentagebreken op de verdere ontwikkeling van het ongeboren kind, zoals psychische aandoeningen en andere onomkeerbare ziekten. Hij heeft deze interesse ontwikkeld vanuit zijn eigen persoonlijke ervaringen en is ervaringsdeskundige in placentaonderzoek geworden. Hij vermeldt dat bijzonder relevant onderzoek in de VS geleid heeft tot opmerkelijke conclusies en hij moedigt de EU en de lidstaten aan om dergelijk onderzoek te steunen en de in de VS bereikte resultaten in Europa in aanmerking te nemen, aangezien dit tot betere prenatale zorg kan leiden en nutteloos menselijk lijden kan voorkomen. Hij vindt dat de EU het onderzoek beter moet coördineren’ (citaat zie link hierboven onder CONCLUSIE).

Zie ook mijn eerdere publicatie over de petitie: https://www.jaapspaans.nl/persbericht-nieuwe-fase-petitie-jaap-spaans-over-placenta-onderzoek-aan-europarlement/

HET PETITIETRAJECT CHRONOLOGISCH (ZIE OOK DE BIJLAGE AAN SLOT 2E ALINEA)

27/9/2018    : Verzoekschrift ingediend bij de Commissie Verzoekschriften
17/12/2018 :  Verzoekschrift ontvankelijk verklaard
28/02/2019 : Commissie stuurt verzoekschrift door naar de parlementaire Commissies Milieubeheer, Volksgezondheid en Voedselveiligheid EN Industrie, Onderzoek en Energie. Tevens verzoekt de Commissie Verzoekschriften de Europese Commissie (EC) een vooronderzoek naar de verschillende aspecten van het probleem in te stellen.
8/3/2019     :  Antwoord EC. De Commissie erkent het belang van onderzoek naar de gezondheid van de placenta en de gevolgen daarvan voor de toekomstige ontwikkeling van het kind. Vervolgens worden 4 projecten beschreven van placenta-onderzoek in Europa. Zie bijlage onder 3 Antwoord van de Commissie. Het door het Erasmus UMC Rotterdam uitgevoerde project EMBRYOandLATERHEALTH gaat uit van de hypothese dat schadelijke blootstelling vóór of zeer vroeg in de zwangerschap gevolgen heeft voor de ontwikkeling van het embryo en de placenta, een blijvende invloed heeft op de cardiovasculaire en metabole ontwikkeling, en zowel ongunstige uitkomsten oplevert bij de geboorte als cardiovasculaire en metabole stoornissen en ziekten op latere leeftijd in de hand werkt.
10/4/2019    : Bericht van de Commissie Verzoekschriften dat zij de petitie voortzet (verderzet).
21/4/2019     : Reactie van mij op voorgaande mededeling
11/9/2019     :Mededeling secretariaat Commissie Verzoekschriften dat het verzoekschrift zal worden behandeld op de vergadering van de Commissie Verzoekschriften op 03.10.2019 in Brussel. Het zal rond 10:50 worden besproken. Wegens omstandigheden kon ik helaas niet aanwezig zijn in Brussel.
3/10/2019     : Link naar video van de bijeenkomst. Een lid van het Europarlement verzocht de petitie aan te houden (zie video minuut 10.18 – 10.23: https://www.europarl.europa.eu/ep-live/en/committees/video?event=20191003-0900-COMMITTEE-PETI
26/6/2020     : Aanvullende antwoord (in 2e aanleg) van de EC (Zie bijlage onder 5).
28/6/2020     : Mail aan het PETI secretariaat van de Commissie Verzoekschriften waarin ik mijn dank uitspreek voor de zorgvuldigde wijze waarop mijn petitie door het Europarlement en de Eureopese Commissie is behandeld en afgewikkeld. Tevens een korte samenvatting van aspecten betreffende de placenta die voor mij belangrijk zijn gelet op de reden om de petitie in te dienen. Ik ben tevreden met het resultaat. Bij voorkeur had ik gezien dat er een Europees Placenta Project zou zijn opgestart vergelijkbaar met het Human Placenta Project in de VS (zie logo). Voor mij echter geen reden daarop nader aan te dringen en ik heb de Commissie Verzoekschriften aangegeven dat ik geen bezwaar heb tegen afsluiting van de petitie.

AFSLUITENDE MAIL
Aan: PETI Secretariaat van het Europees Parlement in Brussel. Datum 26/6/2020
Onderwerpen: mijn petitie 0869/2018 over placenta onderzoek, dankwoord en afsluiting

Geachte heren/dames,
Dank voor de toezending van uw mail van 26 juni 2020 met de Nederlandstalige versie van het antwoord in 2e aanleg van de Europese Commissie (EC) n.a.v. mijn petitie. Nadat de petitie ontvankelijk werd verklaard op 17 december 2018, volgde een uitgebreid en langdurig democratisch traject, dat door PETI, de EC en het Europarlement zeer zorgvuldig is afgewikkeld. Ik dank u dan ook voor uw inzet en effectieve communicatie. Deze mail hoeft u niet te beschouwen als een aanvullende opmerking om de petitie voort te zetten. Ik ben zeer tevreden met het resultaat en het feit dat het onderwerp op de agenda is geplaatst en ga ermee akkoord dat u de Commissie Verzoekschriften vraagt de petitie af te sluiten. Ik heb wel voor mijzelf een beknopt overzicht opgesteld met enige conclusies uit de correspondentie, waaruit blijkt hoe belangrijk placenta onderzoek is in relatie tot prenatale en neonatale zorg en de latere ontwikkeling. Zie hieronder.
Met hartelijke groet, Jaap Spaans, Hoogeveen Holland
Korte opsomming 4 projecten betreffende placenta onderzoek.
— De EC (zie antwoord EC van 8/3/2019) erkent het belang van onderzoek naar de gezondheid van de placenta en de mogelijke invloed van onvolkomenheden van de placenta op de verdere ontwikkeling van het ongeboren kind, zoals psychische aandoeningen en andere ziekten. Zowel in Horizon Europa als Horizon Europa 2020-2024 is er ruimschoots aandacht voor onderzoek en internationale samenwerking. In het 1e antwoord van de EC worden 4 concrete projecten opgesomd n.l.:
*het project AIR-NB: heeft tot doel het effect van prenatale blootstelling aan stedelijke luchtverontreiniging op de structuur en functie van de hersenen vóór en na de bevalling te evalueren (Barcelona).
** het project EMBRYOandLATERHEALTH: gaat uit van de hypothese dat schadelijke blootstelling vóór of zeer vroeg in de zwangerschap gevolgen heeft voor de ontwikkeling van het embryo en de placenta, een blijvende invloed heeft op de cardiovasculaire en metabole ontwikkeling, en zowel ongunstige uitkomsten oplevert bij de geboorte als cardiovasculaire en metabole stoornissen en ziekten op latere leeftijd in de hand werkt. (Erasmus UMC Rotterdam).
***Het project iPLACENTA : Gericht op internationale samenwerking binnen de EU hericht op opleidingen. (Universiteit Dundee).
**** Doel van het onderzoeksproject PlaEndo: te bepalen wat de aard en de bredere biologische betekenis is van de endocriene functie van de placenta bij het aanpassen van het lichaam van de zwangere moeder om de groei van de foetus te ondersteunen. Bijzondere aandacht gaat uit naar het metabolisme van de moeder. (Universiteit Cambridge)

–Wisselwerking tussen lichaam en geest

Gefascineerd keek ik onlangs naar een televisieprogramma over de invloed van de geest op ons lichaam. Door persoonlijke omstandigheden heb ik al langer grote interesse voor dit onderwerp, dat volgens mij te lang is onderbelicht. De macht van onze hersenen op het lichaam blijkt vele malen groter dan werd gedacht. In de uitzending ging het onder andere over fantoompijn (pijn aan bijvoorbeeld een geamputeerd lichaamsdeel) en in het kader van wetenschappelijk onderzoek uitgevoerde nepoperaties die wel degelijk effect bleken te hebben (1). Een onderwerp als fantoompijn gaat mijn bevattingsvermogen als leek te boven. Hoe kan een mens pijn ervaren aan een prothese, waarin zenuwen ontbreken en geen doorbloeding is? In de uitzending werd aangetoond dat fantoompijn een realiteit is. Als ik aan deze publicatie werk teistert de Covid-19 pandemie de mensheid. Naast de gevolgen van besmetting met het virus en mogelijk vele lichamelijke klachten, leidt dit volgens gezaghebbende organisaties als de WHO ook tot mentale aandoeningen onder brede bevolkingsgroepen zoals angststoornissen, depressie, burn-out en spanningsklachten. De unieke situatie maakt op mondiaal niveau duidelijk, dat er een wisselwerking is tussen lichaam en geest. Iets dat ik zelf in mijn leven heb ervaren. De komende decennia zal er ongetwijfeld veel wetenschappelijk onderzoek worden verricht naar de mentale gevolgen van deze ernstige, de maatschappij ontwrichtende pandemie.

Wijsheid in ‘de volksmond’
Dat er een wisselwerking kan zijn tussen lichaam en geest was al bekend. In de Bijbel wordt beschreven dat koning David, na tegenslagen en het maken van verkeerde keuzes in het leven, wordt gekweld door ernstige lichamelijke klachten. Hanna de moeder van Samuel werd zo getreiterd en getergd door de tweede vrouw van haar echtgenoot omdat zij kinderloos was, dat zij ‘weende en niet at’. Ik sluit niet uit dat zij in onze moderne tijd een DSM-stempel zou hebben gekregen  (In de VS ontwikkeld internationaal classificatiesysteem voor psychische aandoeningen: Diagnostic and Statistical Manuel of Mental Disorders) . Het zijn aangrijpende praktijkverhalen die niet worden genegeerd maar realistisch zijn en ter lering zijn (2). De geschiedenis leert dat veel belangrijke personen in hun leven werden geconfronteerd met psychische en lichamelijke aandoeningen, als gevolg van onder andere de wisselwerking tussen lichaam en geest. Vaak werden zij op hun levensweg geconfronteerd met trauma’s als rouw, ziekte en verlies van dierbaren (3). Veel mensen krijgen te maken met psychosomatische klachten, lichamelijke aandoeningen met een psychische oorzaak en dat wordt bevestigd door wetenschappelijk onderzoek. Maar het komt ook tot uiting in ervaringswijsheden over gezondheid uit ‘de volksmond’ zoals uitdrukkingen, spreekwoorden en gezegdes. Veel van die uitdrukkingen zullen bekend zijn. Als ‘de zenuwen door iemands keel vliegen’ kan dat duiden op een paniekaanval en als je ‘een brok in de keel hebt’ kan dat het gevolg zijn van spieren die worden aangespannen door stress of spanning, met keelklachten tot gevolg. In 2004 kreeg ik op 57-jarige leeftijd tijdens een ingewikkelde en belastende levensfase met ziekte binnen de familie, te maken met een hartritmestoornis. Die ervaring bracht mij tot het besef dat een hartritmestoornis niet louter een lichamelijke kwestie is, maar dat ook leefstijl, erfelijkheid, omgevings- en mentale factoren een rol spelen. Ik mis overigens de deskundigheid om vast te stellen hoe die cocktail van oorzaken precies tot stand komt. Het zijn echter wel feiten gebaseerd op zelfkennis en zelfreflectie. Ik heb mijn ervaringen toen vastgelegd in een boekje, waarin ieder hoofdstuk werd afgesloten met een spreekwoord of spreuk (4). Daarin bracht ik het verband tussen lichaam en geest, oftewel het diepste innerlijk van de mens en het hart als orgaan, tot uitdrukking.

Enige spreekwoorden en spreuken uit de volksmond over de wisselwerking tussen lichaam en geest :
–Van je hart geen moordkuil maken: Je gevoelens vrij uiten
–De schrik slaat mij om het hart: Erg schrikken
–Je hart ophalen: Genieten
–Je hart vasthouden: Je zorgen maken
–Kommer in het hart van de mens buigt het neder. Maar een goed woord verblijdt het. Bijbelse wijsheid Van de Spreukendichter Spreuken 12:25 (NBG vertaling).

Door het opnemen van de uitdrukkingen wil ik onderstrepen, dat lichaam en geest onlosmakelijk met elkaar zijn verbonden, maar ook dat eenvoudige volkswijsheid vaak wordt bevestigd door de wetenschap. Mijn persoonlijke ervaring was een wake-up call en dwong tot bezinning. Over de wijze waarop je in het leven staat en reageert op prikkels vanuit de omgeving, de risico’s die je loopt, genetica en overdracht door voorgaande generaties. Met voortschrijdend levensinzicht, betekende het ook nadenken over de wijze waarop je binnen een gezin omgaat met tegenslagen die op je weg komen (coping stijl of coping gedrag van het Engels to cope = omgaan met). In mijn boek en diverse aanvullende publicaties op deze website, beschrijf ik ook dat de hartonderzoeken maar vooral de zorg over de uitkomsten, op zich een aanzienlijke stressbron kunnen vormen. Ik durf op basis van mijn ervaring zelfs te stellen dat de wisselwerking tussen lichaam en geest zo sterk kan zijn, dat dit van invloed was op de resultaten van medisch onderzoek zoals een elektrocardiogram of bloeddrukmeting.

Emoties en de longen
In de periode dat ik met de hartklachten werd geconfronteerd verscheen er in een wetenschappelijk tijdschrift een publicatie die mijn bijzondere aandacht trok. Het ging over onderzoek uitgevoerd door de Harvard School of Public Health onder 670 mannen tussen 45 en 86 jaar oud. Het onderzoek wees uit dat krachtige emoties als boosheid hormonen kunnen beïnvloeden, die vervolgens het immuunsysteem ontregelen. Hoe groter de woede hoe slechter de longfunctie. Een onderwerp dat veel meer aandacht verdient, zeker in deze tijd van pandemie die nog eens onderstreept dat een goed functionerend immuunsysteem cruciaal kan zijn. Dat stress en boosheid een negatieve invloed kunnen hebben op astma, maagaandoeningen en het ontwikkelen van hartfalen was al bekend (5). Zelf heb ik een longfunctietest ondergaan in een periode dat er sprake was van mentale en fysieke overbelasting. Maar medische klachten vormen vaak ook een nauwelijks te ontwarren kluwen als het om de oorzaken gaat. Naast de belastende omgevingsfactoren zoals ernstige ziekte bij dierbaren, was ik als controleur bij een inspectiedienst van de rijksoverheid ook werkzaam in het wegverkeer. Na een dag wegcontroles bij windstil weer op parkeerplaatsen die waren vergeven van giftige uitlaatgassen uit stationair draaiende vrachtauto’s, protesteerden de longen in de vorm van kortademigheid. Toen de hartritmestoornis zich aandiende was ik ook ‘gebeten’ door een teek en kon de Borrelia bacterie worden aangetoond in mijn bloed. Daar komt bij dat bij het ouder worden de longfunctie achteruit gaat. Het kan zinnig zijn om als mens je situatie af en toe te analyseren en uit te vinden wat het causale verband is tussen de situatie waarin je je bevindt en leefstijl en risicofactoren. Afhankelijk van de situatie kun je dan de weg inslaan naar heling en herstel

Leefstijl
Onlangs werd ik 72 jaar. In het beginstadium van de hartritmestoornis had ik niet gedacht dat ik die leeftijd zou halen. Door een verantwoorde levensstijl, adviezen van zorgverleners en op basis van informatie op het internet, ben ik er toch in geslaagd een redelijk evenwichtig leven te leiden. Probleem bij leefstijl is dat je niet op alle risicofactoren invloed kunt uitoefenen. Ik rookte al niet op het moment van de diagnose, dronk matig, besteedde veel tijd en aandacht aan goede voeding en had voldoende beweging. Het probleem deed zich voor bij risicofactoren als (piek)stress en mentale overbelasting. Die worden vaak getriggerd vanuit de omgeving, werk, familie of gezin, waar je niet altijd invloed op kunt uitoefenen zoals ernstige ziekte in gezin of familie, mantelzorgverantwoordelijkheden en andere belastende omgevingsfactoren. Er kan echter ook sprake zijn van karakterologische factoren en emoties zoals boosheid, twijfel en moeite om tegenslagen te aanvaarden en verwerken waardoor de innerlijke rust en de balans worden verstoord. Coping is dan een sleutelbegrip. Ik geniet steeds meer van het luisteren naar muziek of mijzelf te begeleiden op de elektrische gitaar of bongo’s. Levensbeschouwing is belangrijk voor mij en was op belangrijke momenten een heilzame bron van rust en vertrouwen. Wat ik wel moeilijk vind is om de rust en het vertrouwen vast te houden in deze hectische en complexe tijd, met een amper te verwerken informatie-overlast en. Voor dat onderwerp verwijs ik naar een vorige publicatie op deze website.

 

 

Bronnen:
1. ‘De kracht van placebo’s, nepoperaties en augmented reality en de macht van he brein’. TV-uitzending ‘Dokters van Morgen’, NPO1 van avrotros op 1/6/2020.
2. Psalmen 38 en 51 en 1 Samuel 1: 6-8 (NBG).
3. ‘Tien genieën met mentale problemen’. Charles Darwin (5), Isaac Newton (8), Vincent van Gogh (9). Annelies Bes op de website Kijk, 18/2/2020. ‘De psychiatrische ziektegeschiedenis van Vincent van Gogh’. Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde, 29/12/2000. ‘Sir Isaac Newton 1642-1727’, website van Dr Robert A. Hatch, Universiteit van Florida.
4. ‘Hoe een hartritmestoornis mijn leven veranderde’. Uitgave Jaap Spaans, 2007. Tevens diverse aanvullende publicaties over dit onderwerp op deze website.
5. ‘Grumpy old men have sick lungs’. News in Science / ABC net, 31/8/2006. ‘Boze mannen krijgen minder lucht’. Medisch Contact, 5/9/2006.