–Kanteldecennium 9: De invloed van de (sociale) media

Volgens de websites van de Nederlandse Vereniging van Journalisten en NDP Nieuwsmedia vormen ‘media de publieke waakhond, die onder andere als functie heeft om de overheid en het bedrijfsleven rekenschap af te laten leggen aan het publiek’ (1). De media vervullen een belangrijke rol in onze democratische samenleving. Het grondrecht van vrijheid van meningsuiting en persvrijheid is verankerd in de artikelen 7 van de Grondwet en 10 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). Ondanks de grondwettelijke verankering is er toch reden voor zorg over de kwaliteit van de nieuwsvoorziening, in een medialandschap dat in hoog tempo verandert. De moordaanslag op misdaadjournalist Peter R. de Vries in Amsterdam op dinsdag 6 juli 2021, was een triest dieptepunt in een al jaren durend proces van aanvallen op de media, geweld tegen journalisten, vernieling van apparatuur tijdens demonstraties, aanslagen op gebouwen van media etc.. Een televisie-uitzending op 10 juli kon daardoor wegens het zeer hoge dreigingsniveau niet doorgaan op advies van de Amsterdamse Driehoek (Openbaar Ministerie, Politie en Burgemeester). Het zijn directe aanvallen op onze democratie en de grondrechten die ons zo dierbaar zijn. Bij mijn weten was dat voor het eerst in de moderne geschiedenis van de media. Volgens het Digital News Report 2021 van het Commissariaat van de Media, is het vertrouwen in de media over het algemeen groot. Andere belangrijke conclusies uit dat rapport zijn, dat door de coronapandemie het nieuwsgebruik in 2021 hoger is dan in 2020 en lokaal nieuws en lokale media belangrijker zijn geworden. Onder jongeren zijn online nieuws en sociale media de voornaamste nieuwsbronnen. Toch neemt vanwege de vele excessen het wantrouwen ten opzichte van sociale media toe en dat geldt ook voor de zorgen om nepnieuws (2). Ondanks de positieve conclusies uit het Digital News Report 2021 is mijn ervaring op basis van persoonlijke inschatting van reacties en gesprekken, dat er onder veel burgers vragen lever over de kwaliteit van de nieuwsvoorziening onder andere rond de volgende vragen:

1.Hoe objectief is de wijze waarop nieuwsselectie plaats vindt? Nieuwsfeiten kunnen feitelijk juist zijn, maar als er sprake is van willekeur en een tunnelvisie bij de selectie kan dit de objectiviteit aantasten.

2.Wat zijn de gevolgen van globalisering, schaalvergroting en fusies, die leiden tot machtsconcentratie in het medialandschap?

3.Hoe is de positie van hoofdredacteuren en voorlichters?

1.Hoe objectief is de wijze waarop nieuwsselectie plaats vindt?

Volgens de website Encyclo.nl betekent objectiviteit ‘dat een boodschap exact volgens de feiten wordt doorgegeven, zonder dat er een persoonlijke mening in is verwerkt’. Maar gaat die kwaliteitstoets anno 2021 nog wel op voor de wijze waarop nieuws wordt geselecteerd, in een snel globaliserende wereld en veranderend medialandschap. De journalist achter zijn computer ergens in Nederland, wordt geacht zijn visie te geven op complexe situaties ergens op de wereld. Niet alleen de nieuwsfeiten zijn van belang, maar ook de complexiteit van de brede maatschappelijke, politieke en strategische context. Dat blijkt een dilemma te zijn. Openheid en persvrijheid bevorderen de kwaliteit van de nieuwsvoorziening, maar de praktijk leert dat de landen die openheid betrachten in het nadeel zijn ten opzichte van de landen die censuur toepassen en/of journalisten of cameraploegen weren. Dit kan de blik van journalisten vertroebelen en persoonlijke meningen en opvattingen van journalisten en media in het algemeen versterken, wat weer doorwerkt in de nieuwsvoorziening. Dat geldt ook voor de (internationale) persbureaus die informatie aanleveren. De media zijn in handen van een selecte groep organisaties en mensen die ook zo hun maatschappelijke voorkeuren en vooroordelen hebben. Ik zal dit illustreren met correspondentie die ik twee decennia geleden over dit onderwerp voerde met enige journalisten/redacties over de berichtgeving rond Israël. Zij gaven toe dat er om diverse redenen onevenwichtigheid kan ontstaan in de berichtgeving en ik waardeerde hun eerlijkheid en openheid. Hun reacties zijn in het volgende voorbeeld verwerkt .

Wat maakt nieuws over Israël anders dan nieuws over Tigray

In een recente publicatie over de gruwelijke situatie in Tigray in een landelijk dagblad, sprak een openingszin mij aan: ‘De verhalen die naar buiten komen uit Tigray zijn gruwelijk, evenals de beelden. Lang werden de media weggehouden uit de meest noordelijke regio van Ethiopië’ (citaat 3). Vooral de begrippen ‘naar buiten komen’ en ‘weggehouden’ fascineerden mij. Ik kan er namelijk geen andere conclusie uit trekken, dan dat de (mondiale) nieuwsvoorziening in belangrijke mate afhankelijk is van wat op de wereld wel ‘naar buiten komt’ en dus niet ‘wordt weggehouden’. In het aangehaalde voorbeeld van Tigray kwam het nieuws naar buiten door Artsen zonder Grenzen. Informatie die niet naar buiten komt en wordt weggehouden, bijvoorbeeld op plaatsen in de wereld waar camera’s worden geweerd en/of er sprake is van strenge overheidscensuur, bereikt de doorsnee burger dus minder of in het geheel niet. Er zijn bijvoorbeeld geen correspondenten of journalistieke netwerken ter plaatse die op onderzoek kunnen gaan. Het gevolg is dat cameraploegen, journalisten en correspondenten zich massaal storten op gebeurtenissen waar wel openheid wordt betracht en de situatie voor journalisten overzichtelijk en hanteerbaar is. Dat kan leiden tot disproportionaliteit in de nieuwsvoorziening met zeer kwalijke gevolgen.

Disproportionele nieuwsbelichting

De situatie in Tigray speelde zich in mei 2021 af in dezelfde periode  dat er felle strijd was tussen Israël en Hamas rond Gaza. Nieuws uit een van de kleinste landen ter wereld, dat in een ware mediagolf ruim twee weken lang ons land en de rest van de wereld overspoelde en de publieke opinie sterk beïnvloedde. Je zou dan verwachten dat met name de media aan zelfbeoordeling doen en zich de vraag stellen, waarom er zoveel aandacht is voor de situatie in Israël en nauwelijks aandacht voor de situatie in en rond landen in het Midden-Oosten, waar camera’s worden geweerd en de persvrijheid onder zware druk staat. Landen waar nieuws dus niet of nauwelijks naar buiten komt. Zelden komt er een goede verklaring voor deze disproportionaliteit. Aan Tigray zouden talloze voorbeelden kunnen worden toegevoegd zoals het immense lijden van burgers in Yemen, de situatie in Syrië en Koerdistan, rechten van vrouwen en minderheden in Iran, de gruwelijkheden in Myanmar. Slechts sporadisch en gedoseerd komt er nieuws naar buiten en vaak niet door buitenlandcorrespondenten van de media, maar door hulporganisaties als Artsen zonder Grenzen of het Rode Kruis. Ik volg al decennia de vele publicaties over het Israëlisch-Palestijns conflict en wat mij opvalt is dat de brede context vaak wordt genegeerd. Het gaat niet alleen om Israël en Jeruzalem maar over de brede regio. Dat Iraanse leiders Israël regelmatig beschrijven als een kankergezwel en openlijk aangeven uit te zijn op de vernietiging en daarvoor zelfs een tijdspad hebben opgesteld, wordt zelden belicht terwijl het uiterst relevant is. Als hier een politicus of journalist wordt bedreigd staan de kranten er vol van. Als een heel land openlijk met vernietiging wordt bedreigd, is er in veel media nauwelijks aandacht voor. Hoe zouden wij reageren als een machthebber of mogendheid regelmatig ons land met vernietiging zou bedreigen? En hoe zou het buitenland reageren als de nationale en mondiale massamedia een maand lang zonder onderbreking op ons land zouden focussen op basis van negatief nieuws over bijvoorbeeld ‘de narcostaat’, het groeiend aantal steekpartijen, de moord op en bedreiging van advocaten en journalisten, de toeslagenaffaire, agressie tegen vertegenwoordigers van de media die hun werk doen. Het zou de beeldvorming over ons land sterk beïnvloeden in negatieve zin. Rond de berichtgeving over het Midden-Oosten en Israël in het bijzonder, schieten veel media tekort met als gevolg dat nieuws disproportioneel en selectief wordt gebracht. Het aangehaalde voorbeeld leert dat dit leidt tot een sterke mondiale groei van het antisemitisme en antizionisme. Een proces dat wordt versterkt via de sociale media. Mede op historische gronden wordt tegen het wereldwijd snel groeiende antisemitisme vervolgens weer overvloedig gewaarschuwd door diezelfde media. Een zorgelijke en tegenstrijdige situatie die mondiaal kan escaleren. Deze onevenwichtigheid in de nieuwsvoorziening houdt mij al decennia lang bezig. Het verschijnsel is dan ook niet nieuw, maar escaleert door de omstandigheden die ik schetste, zoals de groeiende uitwassen op sociale media. Antisemitisme neemt anno 2021 zulke vormen aan, dat Nederland onlangs besloot daarom niet deel te nemen aan de VN-antiracisme conferentie, vanwege antisemitische uitlatingen van deelnemers. Om dezelfde redenen werd de Mensenrechtencommissie van de VN (UNCHR) in 2006 omgezet in de VN Mensenrechtenraad (UNHRC), vanwege het buitenproportioneel veroordelen van Israël. Tevens bleek dat de felle critici van de Joodse Staat in die VN-organen zelf de mensenrechten schenden. Daarover heeft onze regering zich overigens principieel opgesteld (4). Het antisemitisme is een teken aan de wand voor de mensheid en de kanarie in de kolenmijn. Zie ook de zorgen over die onevenwichtigheid, die ik hierover al uitte in 1990  en correspondentie voerde met enige journalisten. BerichtgevingIsraelAntwoordRedacties2001.

2.Wat zijn de gevolgen van de schaalvergroting en fusies, die leiden tot meer machtsconcentratie in het medialandschap?

Dat het medialandschap snel verandert is onder andere een gevolg van de invloed van sociale media, maar ook van de schaalvergroting door fusies en reorganisaties. Die schaalvergroting raakt vooral de dagbladen, maar week- en maandbladen blijven niet buiten schot. Grote spelers in de dagbladwereld zoals De Telegraaf, het Dagblad van het Noorden, De Volkskrant en het Algemeen Dagblad zijn al ‘opgeslokt’ door de Belgische ondernemingen Mediahuis en DPG Media. De onafhankelijkheid van de journalistiek is volgens informatie op de website van Mediahuis dan wel gewaarborgd, maar schaalvergroting en streven naar efficiency zijn wel risicofactoren voor die onafhankelijkheid. Voordat ik mijn mening hierover geef is het volgende relevant. Ik benader alle publicaties in Het Kanteldecennium 2020-2030 vanuit een persoonlijk perspectief en dat geldt ook voor dit onderwerp. Ik ben digitaal abonnee van een landelijk dagblad en een regionaal/lokaal nieuwsblad. Op zaterdag koop ik een of meerdere dagbladen, afhankelijk van wat er op de wereld gebeurt en bijna dagelijks neem ik in de bibliotheek de dag- en weekbladen door. Mij valt het op dat dagbladen die vroeger tegenpolen waren, bijvoorbeeld rechts versus links of seculier versus levensbeschouwelijk, nu regelmatig dezelfde publicaties plaatsen. Bijna altijd met de vermelding van de auteur of ‘namens de redactie’. Soms is de kop, aanhef of tekst iets aangepast, maar de verdere tekst nagenoeg identiek. Het gaat daarbij niet alleen om neutrale publicaties maar ook om publicaties met een maatschappelijke of politieke lading (5). Veel lezers die slechts één dagblad lezen zal het niet opvallen, degene die zich breder informeert wel. Een ander punt van zorg is dat de schaalvergroting leidt tot concentratie van macht en invloed en dat kan ten koste gaan van de journalistieke vrijheid en onafhankelijkheid. Het zijn de massamedia die regelmatig wijzen op de risico’s van Big Tech, de macht van de techreuzen en de excessen die zich voordoen op sociale media. De groeiende machtsconcentratie en ook de excessen in het medialandschap, zouden wat mij betreft intensiever belicht mogen worden maar wel vanuit een zelfkritische houding.

Nepnieuws

Tijdens het staatsbezoek aan Duitsland begin juli 2021 ging onze koning in op de gevaren van nepnieuws (desinformatie gebracht als nieuws). Tijdens het bezoek aan het Anne Frank Centrum in Berlijn legde hij de link naar de Tweede Wereldoorlog. Informatie die toen klein begon zoals ‘Verboden voor Joden’, leidde volgens de koning tot vreselijke dingen. Het was moedig van de koning om juist op zo’n historische plaats deze waarschuwing te uiten. Het heeft alles te maken met sociale grondrechten, die de burger moeten beschermen tegen de macht van de overheid, zoals vrijheid van godsdienst en levensovertuiging, het recht van vereniging, bescherming tegen discriminatie en de vrijheid van meningsuiting/persvrijheid. Zijn woorden vielen die dag samen met de aanslag in Amsterdam op misdaadjournalist Peter R. de Vries die het land in shock bracht en de uitspraak van de Hoge Raad in het proces tegen Kamerlid Geert Wilders over vrijheid van meningsuiting. Vanuit Duitsland bracht de koning een statement uit, waarin hij uiting gaf aan zijn gevoelens en wees op het belang van de vrije pers (6). Ik beheer een bescheiden maar goed bezochte website, maar ben zelf niet zo van de sociale media. Ik tracht mijn publicaties gedegen met bronnen te onderbouwen. Omdat ik familie heb in Engeland, volgde ik de afgelopen jaren intensief de informatiestromen over de Brexit via massamedia en de afgelopen maanden ook via video’s op You Tube over de nasleep van de Brexit. Ik vond het schokkend om vast te stellen hoe er met nieuws en feiten werd gemanipuleerd in de periode van het Brexit referendum, tot aan de definitieve uittreding van het Verenigd Koninkrijk uit de EU. Door sociale media maar ook door enige massamedia. Dat proces gaat door tot op de dag van vandaag. De gevolgen ervan komen onder andere tot uitdrukking in de groeiende onrust in Noord-Ierland.

Hoe is de positie van hoofdredacteuren en voorlichters?

Volgens artikel 3.2 van het model Redactiestatuut Dagblad van de Nederlandse Vereniging van Journalisten (nvj.nl), heeft de hoofdredactie de leiding van de redactie van het dagblad en is verantwoordelijk voor de redactionele inhoud ervan. Maar ook op onderwerpen als communicatie en  de financiële positie hebben zij invloed. Belangrijke taken dus. Wat mij als buitenstaander overigens opvalt, is dat er weinig onderlinge kritiek is bij de dagbladen. Het is er wel, maar men is betrekkelijk mild voor elkaar. Dat staat wat op gespannen voet met de kritische publicaties over andere onderwerpen, zoals ik in een aantal voorbeelden heb geschetst. Een voorbeeld is te vinden in de column van Telegraaf hoofdredacteur Paul Jansen ‘In het vizier’ op 15 augustus 2020, waarin hij onder andere ingaat op berichtgeving over de moord op Bas van Wijk en de kritiek daarop van andere redacties. Hoofdredacteur Sjirk Kuijper van het Nederlands Dagblad besteedde in zijn column van 2 juli 2021 aandacht aan de commotie rond een door de VPRO gemaakte documentaire over Sigrid Kaag. Tevens ging hij in op de groeiende macht van de Grote Media en de rol van voorlichters die journalisten soms onder druk zetten. Zijn conclusie in de eerste alinea van het hoofdredactioneel commentaar luidt: ‘Inmiddels schreeuwt dit vak om een beroepscode en een ethische leidraad, waaraan professionele woordvoerders en voorlichters te houden zijn’ (citaat). Of dit haalbaar is betwijfel ik, hoe goed bedoeld ook (7).

Voor een deel sluit ik mij aan bij de visie van hoofdredacteur Sjirk Kuijpers. Tussen 1990 en 1993 verrichtte ik naast mijn werk als opsporingsambtenaar bij de Rijksverkeersinspectie (RVI), werkzaamheden als voorlichter bij deze inspectiedienst van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat. De voorlichting was vooral gericht op het geven van voorlichting over de wetgeving waarop de RVI controleerde, zoals de Rijtijdenwetgeving en wetten voor het vervoer van personen en goederen. Doel was om gedragsverandering te bewerkstelligen en daardoor het aantal overtredingen terug te brengen. Toen ging het al om Europese wetgeving die vrij gecompliceerd was. Daarnaast was er de voorlichting naar de media. Ik doorliep daarbij diverse stages bij diensten van Verkeer en Waterstaat waaronder het KNMI en transportbedrijven. Tevens volgde ik een korte (snuffel) stage bij de Afdeling Voorlichting in de koepel van het ministerie van Verkeer en Waterstaat aan de Plesmanweg in Den Haag. Van de ervaren en integere voorlichters daar, allemaal met een journalistiek achtergrond, heb ik veel geleerd. Maar ook toen al werden interviews achteraf gescreend en waren wijzigingen mogelijk, maar dan moest het wel om feitelijke onjuistheden gaan. Manipulatie en zware druk van voorlichters heb ik daar niet meegemaakt. Nadat ik in 1993 nog een communicatieproject had geleid en met een projectgroep een omvangrijk rapport had opgesteld, verliet ik in 1994 de dienst. Tijdens de Vuurwerkramp in 2000 kwam de RVI evenals vele andere organisaties zeer negatief in het nieuws. Juist op zo’n moment zou er behoefte zijn geweest aan goede voorlichting, om de ingewikkelde problemen rond classificatie van gevaarlijke stoffen en vuurwerk in het bijzonder goed over te brengen. De gebeurde in mijn visie te fragmentarisch en onvoldoende  gericht op de doelgroepen. Probleem was toen ook dat teveel organisaties zich bezig hielden met de classificatie, de opslag en het vervoer van vuurwerk en er door reorganisaties onvoldoende kennis aanwezig was. Het was echter een extreme situatie, wat wel blijkt uit de vele rapporten en evaluaties. Zie ook de publicatie over rechtshandhaving op deze website onder ‘Vuurwerkramp’ waarin ik aandacht besteed aan dit voorbeeld https://www.jaapspaans.nl/kanteldecennium-5-criminaliteit-en-rechtshandhaving/ . Een overzicht van de werkstukken en rapporten die ik opstelde in mijn voorlichtingsperiode, zijn te vinden op de pagina ‘Oude Publicaties’ van deze website. Voorlichters zullen belangrijk blijven, omdat de samenleving en het beleid van overheden en bedrijven steeds complexer wordt. Maar als de taak van voorlichter verweven raakt met die van spin doctor om eenzijdig de belangen van politieke opdrachtgevers te vervullen, kan de integriteit in het geding komen. Als ik aan deze publicatie werk is er in de media commotie over een onderzoeksrapport naar Tata Steel, waaruit belangrijke informatie over het verband tussen emissies, luchtverontreiniging en gezondheidsrisico’s zou zijn weggelaten. Het zal niet de laatste keer zijn (zie overige bronnen).

Kantelconclusie: De media blijven cruciaal in onze democratische rechtsstaat, maar de druk zal toenemen. Het medialandschap zal verder veranderen door schaalvergroting en digitalisering. Veel is afhankelijk van de economische situatie in ons land, maar ook de informatie overlast dwingt tot het stellen van prioriteiten bij selectie van nieuws. De economische vooruitzichten zijn  onzeker vanwege de gevolgen van de coronapandemie, de kosten van het halen van klimaatdoelstellingen, de sterk stijgende zorgkosten onder andere vanwege de vergrijzing en de woningnood. Veel burgers zullen overstappen naar digitale media en dat zal ten koste gaan van de oplages van papieren dag- en weekbladen.

Dit was het laatste inhoudelijke hoofdstuk van deze digitale publicatie ‘2020-2030 Kanteldecennium’. In acht hoofdstukken, 2 tot en met 9, heb ik getracht vanuit mijn persoonlijke visie een aantal belangrijke onderwerpen voor de toekomst van de mensheid aan de orde te stellen. Mijn persoonlijke visie op de toekomst beschrijf ik in de 3 slothoofdstukken, die DV vanaf september zullen verschijnen en ik voor het eind van dit jaar DV verwacht af te ronden. 

Foto’s Jaap Spaans

Bronnen

1.Websites van de Nederlandse Vereniging van Journalisten (NVJ) en NDP Nieuwsmedia, respectievelijk ‘Publieke Waakhond’ en ‘Democratie en media’. Zonder vermelding auteur.

2.Informatie uit het nieuwsbericht van het Commissariaat voor de Media n.a.v. het verschijnen van het Digital News Report 2021.

3.Kort citaat uit het Algemeen Dagblad, 31 mei 2021. Bob van Huët: ‘Nederlandse helpt in door geweld geteisterd Tigray’.

4.Antisemitisme lijkt ‘steeds normaler’ te worden op social media: ‘Zeker in coronatijd’ en ‘Nederland niet naar VN-antiracisme conferentie vanwege antisemitisme’. Verspreide pamfletten zouden doorspekt zijn met antisemitisme. Websites wnl.tv Goedemorgen Nederland, respectievelijk 6 mei en 8 juli 2021.

5.Twee nagenoeg identieke publicaties op 29/6/2021 respectievelijk in De Telegraaf ‘en het Dagblad van het Noorden:  Het grote Duitse zwijgen’ en ‘Duitsers verdeeld over ‘zwijgen’. Beiden op naam van Rob Savelberg. Opmerking: er zijn geringe verschillen tussen de publicaties in aanhef en de kop. Het ging om kritiek op de beweegredenen van daders van aanslagen, waarbij zowel de regering als de staatsomroep weigerden om de beweegredenen van de dader te benoemen.

6.’Tussen heden en verleden’. Publicatie over het staatsbezoek aan Duitsland waar het koninklijk paar Het Anne Frank Centrum in Berlijn  bezocht, waarbij de koning wees op de gevaren van nepnieuws een fenomeen dat volgens hem bijna onmogelijk te bestrijden is. Wouter de Winther in het Dagblad van het Noorden, 6/7/21.

7.’Politiek en Pers’. Hoofdredactioneel commentaar van Sjirk Kuijper in het Nederlands Dagblad van 2/7/21. –‘Mag ik het nog wel even inzien voor publicatie?’. Rufus Kain en Cliff van Thillo in dagblad Trouw 14/7/21. Tevens vertellen in deze publicatie de Trouw-redacteuren Bart Zuidervaart, Jan Kleinnijenhuis en Janne Chaudron hoe zij omgaan met druk van voorlichters. –Paul Jansen, hoofdredacteur van De Telegraaf in de column ‘In het vizier’ over de aanslag op Peter R. De Vries ‘Niet nieuws, maar veiligheid voorop’. –‘Hoofdredacteur RTV Noord: ‘Helemaal kapot’ en ‘NVJ gaat gesprek aan met directie RTV Noord’. Over mogelijk verstoorde verhoudingen op de werkvloer. Johan de Veer in het Dagblad van het Noorden, respectievelijk op 2/7/21 en 7/7/21. –‘Het is hier geen Noord-Korea. Journalist Ekiz boos op NOS-hoofdredactie’. Esther Kleuver in De Telegraaf, 23/10/20. Over de ergernis van Ekiz dat NOS-hoofdredacteur Marcel Gelauff zijn journalisten niet zou laten aanschuiven in haar programma’. 

Overige bronnen

–‘Jongeren Myanmar nemen wapens op tegen militairen’. Annelie Langerak in het Dagblad van het Noorden, 26/6/21.

–‘Onbegrip over plotse ingreep ‘De Vooravond’. Gewipt presentatie duo ‘overdonderd’ door steunbetuigingen’. Patricia Cortie en Daphne van Rossum’ in De Telegraaf, 12/6/2021.

–‘De missie van de NOS. Het komt erop neer dat hoofdredacteur Gelauff zelf een missie heeft: beschadiging’. Opiniebijdrage van Nausica Marbe in De Telegraaf, 30/10/2020.

–‘Desinformatie via sociale media moet aangepakt’. Huib Modderkolk in De Volkskrant, 15/11/17.

–‘Hoe de NOS over christenen bericht’. Onder andere over framing, de NOS-berichtgeving over Israël met reactie van NOS Nieuws-hoofdredacteur Marcel Gelauff. Interview in het Reformatorisch Dagblad door Johannes Visscher, 21/11/20.

–Opmerking: Naar aanleiding van de bron hiervoor: Zelf heb ik ook diverse keren correspondentie gevoerd met Marcel Gelauff van de NOS over de objectiviteit van berichtgeving. Hoewel we van mening verschillen, moet ik stellen dat hij in alle gevallen snel en inhoudelijk reageerde op kritiek en dat waardeer ik.

–‘Hoe komt VN van Israël-obsessie af?’. Johan Buwalda in het Nederlands Dagblad, 17/7/18.

–‘NOS haalt logo’s van satelliet wagens’ . Dagblad van het Noorden, 16/10/20. 

–’GGD hield Tata Steel meermaals uit de wind’. Robin van Lonkhuijsen in het Nederlands Dagblad, 5/7/21.

–‘Plagiaat’ Uit de Hoofdredactie door Sjirk Kuijper Nederlands Dagblad, 29/10/15 naar aanleiding van een publicatie diezelfde datum in het Nederlands Dagblad ‘Excuses de Volkskrant voor plagiaat’, over excuses betreffende plagiaat door een medewerker van de Volkskrant door hoofdredacteur Philippe Remarque.

–‘Is the Netherlands becoming a narcostate?’.Anna Holligan, op BBC News, 19/12/19.

–Saoedi-Arabië zet Nederland onder druk over Jemen’. Nederland moet de toon matigen over Jemen in De Veiligheidsraad’. Hanneke Keultjes in het Dagblad van het Noorden, 26/7/18.

–Kanteldecennium 8: Infectieziekten, overbevolking en gezondheid

Voor de medische leek die ik ben is dit een moeilijk hoofdstuk. Ik publiceerde weliswaar artikelen en boeken over medische onderwerpen, maar die hadden altijd hun basis in persoonlijke ervaringen aangevuld met wetenschappelijke informatie met een sterke nadruk op het feit dat ik leek ben en geen professional. Ook in dit hoofdstuk staat die persoonlijke invalshoek centraal. Mijn praktijkervaring leert dat veel Nederlanders bij zichzelf of in hun omgeving medische aspecten als genetica, medische ethiek en diagnostiek, ervaringen met de GGZ, toename van ouderdomsziekten door de vergrijzing etc. zullen herkennen.  

Het Tuberculose Museum  

Enige jaren geleden brachten mijn echtgenote en ik een bezoek aan het Tuberculose Museum in Appelscha. Aanleiding was dat in het verleden enige familieleden waren opgenomen vanwege tuberculose (tbc), waarvan een bij de Stichting Beatrixoord Noord Nederland tijdens de oorlog en aan het begin van de vijftiger jaren. De historie van deze stichting gaat terug tot 1905. Toen richtte een aantal vooraanstaande artsen en bestuurders het ‘Friesch Volkssanatorium’ voor tbc-patiënten op in Joure. Omdat de luchtkwaliteit daar echter onvoldoende was voor de behandeling van tbc-patiënten, verhuisde het sanatorium in 1922 naar de bossen van Appelscha en heeft vanaf 1946 de naam Beatrixoord. In de loop der jaren zijn daar vele tuberculosepatiënten behandeld. Na de afname van het aantal tbc-patiënten door onder andere de verbeterde zorg, vaccinatie en toename van de welvaart, volgt in 1963 de verhuizing naar Haren waar het nog steeds is gevestigd. Volgens de website van het RIVM is Tuberculose een bacteriële infectieziekte die zich meestal laat zien in de longen (55%), maar ook andere organen kan aantasten. Anders dan velen denken is het nog steeds een ziekte die voorkomt in ons land. In het UMCG te Groningen waaronder ook Beatrixoord valt, is nog steeds een tbc unit op de longafdeling. Het RIVM publiceerde een belangrijk rapport over tbc met als doel de ziekte te elimineren o.a. door preventie en effectieve zorg. Ook andere wetenschappers hebben erover gepubliceerd. Volgens informatie op de website van de Universiteit van Leiden van 15 september 2015, dragen ongeveer twee miljard mensen op de wereld een slapende vorm van de tbc-bacterie met zich mee. Zoals bij veel ziektes het geval is, kan bij mensen met een verzwakt afweersysteem deze bacterie de overhand krijgen (1). Massale mobiliteit, toename van het aantal reizigers en migratiegolven als gevolg van de vluchtelingenproblematiek zijn factoren die het risico op besmetting kunnen vergroten. Een van de familieleden die tweemaal in een sanatorium was opgenomen wegens tbc, had een zwakke constitutie. Ik sluit niet uit dat ondervoeding tijdens de oorlogsjaren daarbij een rol heeft gespeeld. Ondervoeding kan gevolgen hebben voor iemands immuunsysteem en tijdens de zwangerschap kan het gevolgen hebben voor volgende generaties. Ik haal deze voorbeelden aan omdat ik er persoonlijk mee te maken heb gehad en de impact van de ziekte op gezinnen groot was. Door de aangehaalde gevallen van tbc in de familie, maar ook vanwege diagnoses van vormen van dementie bij mijn oudere broer en twee zusters die zijn geboren vlak voor en tijdens de Tweede Wereldoorlog ben ik mij erin gaan verdiepen. Het indrukwekkende Hongerwinteronderzoek heeft aangetoond, hoe groot de gevolgen van ondervoeding kunnen zijn op mensen en hun nakomelingen. In 2020 werd een vervolgonderzoek gehouden waarbij ook ouderdomsziektes als dementie en alzheimer werden betrokken (2).  

Infectieziekten

De coronapandemie geselde de afgelopen 18 maanden ons land en de rest van de wereld. Niet eerder werd de mensheid op een dergelijke schaal geconfronteerd met een pandemie van infectieziektes. Dat infectieziektes niet nieuw zijn en grensoverschrijdende gevolgen kunnen hebben, heb ik hiervoor aangegeven. Ze kunnen meedogenloos toeslaan, zoals het geval was met de Spaanse Griep in 1918, die vele miljoenen slachtoffers heeft geëist (zie mijn webpublicatie daarover -Pandemie: Coronavirus en de Spaanse Griep | Jaap Spaans. In de zomer van 1956 werd ons land getroffen door de kinderverlamming (polio) epidemie. Op dit moment lijkt de CoViD-19 pandemie redelijk onder controle, maar dat geldt zeker niet voor alle landen. Twijfel bestaat er nog over de oorsprong van het virus. Het valt niet te ontkennen dat infectieziektes afnemen als de medische zorg verbetert. Om die reden werd in 1998 de Infectieziekten wet ingevoerd, die in 2008 verviel en sindsdien geïntegreerd is in de Wet publieke gezondheid (hoofdstuk 5 Infectieziektebestrijding). Al vele jaren waarschuwen gerenommeerde wetenschappers en organisaties als de WHO en het World Economic Forum, dat er nieuwe virussen zullen opduiken en pandemieën kunnen ontstaan. Helaas zijn die alarmerende signalen door de politiek noch individuele burgers en veel wetenschappers goed ingeschat. Er is waarschijnlijk ook een verband met de mondiale kernproblemen die ik in eerdere publicaties beschreef, zoals de mogelijke relatie tussen pandemieën en milieu/klimaat, de sterke groei van de wereldbevolking, massale mobiliteit en welvaart. Die wetgeving was nodig. Veel overheden en andere organisaties hebben in het verleden protocollen en draaiboeken opgesteld, hoe moet worden gehandeld bij een pandemie. Ondanks die beleidsmatige voorzorgsmaatregelen, is de snelheid waarmee CoViD-19 om zich heen kon grijpen zwaar onderschat. De praktijk blijkt weerbarstiger dan op papier gesmede plannen. Door politici wordt nu sterk aangedrongen op een effectievere aanpak om in crisissituaties sneller en adequater te kunnen optreden. Goede en door deskundigen onderbouwde besluitvorming met effectieve en centraal aangestuurde organisatie en communicatie en vooral een consistent beleid, zijn cruciaal. Uit de reacties op de pandemie heb ik een belangrijke les geleerd. De ongekende felheid waarmee tegenstanders van testfaciliteiten en vaccinaties hun punt trachten te maken, heb ik als schokkend ervaren. Ook in christelijke kringen. In een televisieprogramma gaf een vaccinatiescepticus aan waarom hij op levensbeschouwelijke gronden tegen vaccinatie was. Het kwam erop neer dat je het als mens alleen van God moet/kan verwachten. Gelet op artikel 11 van de Grondwet (recht op lichamelijke integriteit) respecteer ik de keuzes van tegenstanders. Wel vraag ik mij af waar de protesten waren toen in Afrika besmettelijke ziektes als SARS en EBOLA uitbraken en daar vele slachtoffers eisten. En als iemand ten aanzien van vaccinatie meent dat het in strijd is met Gods wetten en voorzienigheid, hoe zit dat dan met ingrepen die ook gebaseerd zijn op menselijk ingrijpen, zoals implantatie van een pacemaker, een kunstnier of hartklep, levensreddende en levensverlengende operaties, voorspellend erfelijkheidsonderzoek etc.. Ik sprak met een kennis die tegen vaccinatie was, maar er geen probleem mee had om dagelijks insuline te spuiten.  Er is ook een groep tegenstanders die meent dat vaccinatie autisme kan veroorzaken. Anderen doen een beroep op natuurwetten vanuit de gedachte dat de fysiek zwakkeren het eerst de ziekte zullen ontwikkelen. Vanuit mijn christelijke levensbeschouwing vind ik dat ook de kwetsbaren in de samenleving recht hebben op goede zorg en ondersteuning en vaccinatie als preventie valt daar ook onder. Volgens sommige sceptici ligt ook in de ‘testsamenleving’  de nadruk op het uitbannen van elk gezondheidsrisico (3). Het is overigens een moeilijke discussie, omdat er ook grenzen kunnen zijn aan complexe vormen van zorg en levensverwachting en door de medische revolutie zal die discussie dit decennium naar verwachting aanscherpen. In 2015 was ik als familielid van een cliënt met een spierziekte te gast bij een bijeenkomst van het Centrum voor Thuisbeademing van het UMCG in Groningen. De organisatie vierde het 60-jarig jubileum. Door de nachtbeademing konden patiënten thuis overdag een zo normaal mogelijk leven leiden. Medisch ingrijpen was simpelweg noodzakelijk en wat waren de patiënten dankbaar. Een van hen verklaart in het jubileumboek ‘Ik heb mijn verdere leven aan dit centrum te danken’ (4). Ik wil met dit voorbeeld benadrukken dat de moderne geneeskunde voor velen tot zegen is. Het is vaak moeilijk om een grens te trekken wanneer een medische behandeling nog gewenst is. Het was ook voor het eerste dat er stemmen opgingen om te selecteren in bevolkingsgroepen. Er zou bij de bestrijding van de pandemie teveel aandacht zijn uitgegaan naar de ouderen, ten koste van de jongere generaties. Ik vind het moeilijk daar een oordeel over te vellen. De maatschappelijke discussie daarover zal nog jaren doorgaan. Begrijpelijk, maar aan de andere kant moeten we niet de richting opgaan van een samenleving waarin het recht van de sterkste geldt.

Vaccinatie en het merkteken

Het Rijksvaccinatieprogramma als onderdeel van ons goede zorgstelsel heeft de samenleving veel gebracht. Vaccinaties waren verplicht in militaire dienst, om te reizen naar bepaalde risicogebieden etc. De felle reacties en protesten van deze pandemie waren er in het verleden nooit op zo’n grote schaal. Wel waren er altijd individuen en groepen die vaccinaties weigerden, bijvoorbeeld tegen polio. Waarom de ene vaccinatie weigert en de andere niet, is een vraag waarop ik nog geen afdoend antwoord heb gekregen. Er werd door medechristen ook verwezen naar het merkteken dat wordt vermeld in het Bijbelboek Openbaring hoofdstuk 13, in combinatie met een universele leider die de macht heeft de mensheid te controleren en manipuleren. Maar in die tekst gaat het duidelijk over een merkteken op rechterhand of voorhoofd, waardoor mensen kunnen worden uitgesloten van het economische en maatschappelijke verkeer. Vaccinatie heeft daar niets mee te maken. Waar het wel mee te maken heeft, is de groeiende macht van de overheid en de Big Tech bedrijven, die met biometrische identificatiesystemen en datamining via persoonsvolgsystemen en algoritmes, ons doen en laten gedetailleerd in kaart brengen. Over die ontwikkeling maak ook ik mij zorgen en dat heb ik uitgebreid beschreven in diverse boeken en talrijke publicaties. Die kritiek en zorg zijn overigens breed en komen zowel van links als van rechts en zowel uit seculiere als levensbeschouwelijke en wetenschappelijke kringen. Het was de overheid zelf die in 2017 onder druk van de maatschappelijke situatie de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) heeft ingevoerd om grondwettelijke rechten als bescherming van de persoonlijke levenssfeer (privacy) en lichamelijke integriteit te verankeren. Tevens werden wetgeving en beleid tegen de snel groeiende cybercriminaliteit ontwikkeld en ingevoerd. Aan die mondiale ontwikkelingen danken we het universeel bekende begrip ‘Big Brother’, naar het boek ‘1984’ van George Orwell met zijn vooruitziende visie. In kantelhoofdstuk 4 over ‘digitalisering’ heb ik dat met bronnen onderbouwd.  

Voorbeeld van goede gezondheidszorg

Ons land is een voorbeeld als het gaat om de kwaliteit van de gezondheidszorg. Ik heb daar persoonlijk de vruchten van mogen plukken, maar ook van  nabij de revolutie in de medische zorg meegemaakt. Het wetenschappelijk onderzoek dat tot vele medische doorbraken heeft geleid, het erfelijkheidsonderzoek, nieuwe vormen van medicatie, pacemakers en andere implantaten, de digitalisering van de zorg en verbetering van de diagnostiek, de ontwikkeling van robotica en andere vormen van kustmatige intelligentie. Er staan ons immense uitdagingen te wachten en de medische ethiek volgt vaak op afstand. Op dat punt is waakzaamheid geboden. Dat Nederland en vele andere landen demografisch aan het vergrijzen zijn en de levensverwachting nog steeds stijgt is een feit. De statistieken zijn daarover duidelijk en dat zal grote maatschappelijke gevolgen hebben. Bij trends ligt dat anders, want dan kan er nog worden omgebogen, maar dat vereist inzicht en daadkracht. De Volksgezondheid Toekomst Verkenning (VTV) 2018 (5) bevat een aantal trends bij ongewijzigd beleid. Naar verwachting zal door de vergrijzing het aantal mensen met ouderdomsziekten sterk stijgen. Volgens het Trendscenario van de VTV 2018 verdubbelt het aantal mensen met dementie van 154.000 in 2015 naar 330.000 in 2040. Dit zal immense gevolgen hebben voor bijvoorbeeld de eerstelijnszorg, verpleeghuiszorg en acute zorg. Ook de sociale huursector zal hiervan de gevolgen ondervinden.-TRENDS 3: ‘Adieu Zorgeloze Verzorgingsstaat’ | Jaap Spaans De geschetste trends zullen onvermijdelijk doorwerken naar andere maatschappelijke sectoren. Voortzetting van het huidige beleid kan leiden tot een verdubbeling van de jaarlijkse zorguitgaven naar 174 miljard euro. Van alle zorgsectoren stijgen de uitgaven aan de ouderenzorg het snelst. Daarom ben ik niet zo optimistisch over de vraag of de kwaliteit van de zorg zo zal blijven. In een eerdere uitgave op deze website heb ik daar aandacht aan besteed. Ik verwacht in dit kanteldecennium grote veranderingen in deze maatschappelijke sector. De premies voor zorgverzekeringen zullen stijgen en dat zal ook gelden voor de eigen bijdragen. Op dit moment is er nog onvoldoende inzicht in de directe en indirecte kosten van de CoViD-19 pandemie. Over herstel van de economie zijn de meningen van deskundigen verdeeld. Ik sluit niet uit dat er op termijn een versobering van de zorg zal volgen en dat zal zowel voor jong als oud, ziek of gezond, met of zonder beperking consequenties hebben.

De Volksgezondheid Toekomst Verkenning (VTV) van het RIVM 2020 had een geheel andere opzet, was vooral gewijd aan de corona pandemie en bevat een aantal kernboodschappen met betrekking tot de gevolgen van de pandemie:

–De extra sterfte aan COVID-19 in 2020 heeft geen effect op de levensverwachting voor de lange termijn;

— Maatschappelijke opgaven voor gezondheid zijn door corona nog urgenter geworden. In de Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2018 werden drie grote uitdagingen voor de Nederlandse volksgezondheid vastgesteld: 1) De blijvend hoge ziektelast door hart- en vaatziekten en kanker; 2) de groeiende groep zelfstandig wonende ouderen met dementie en andere complexe problemen; en 3) de toenemende mentale druk op jongeren en jongvolwassenen. Deze opgaven zijn nog urgenter geworden sinds de uitbraak van de pandemie. Het virus en de maatregelen verhogen de druk op de mentale gezondheid. Dat geldt voor bijna iedereen, en voor jongeren en jongvolwassenen in het bijzonder. Door de coronacrisis zijn rokers gemiddeld meer gaan roken en het aantal mensen met overgewicht stijgt verder. Dit zijn belangrijke risicofactoren voor kanker en hart- en vaatziekten. Doordat steeds minder mensen hieraan overlijden, leven steeds meer mensen met de langetermijngevolgen ervan. Voor deze mensen kan COVID-19 een ernstiger beloop hebben;

— Scheidslijnen tussen bevolkingsgroepen zijn scherper geworden en de generatiekloof is dieper geworden door de coronacrisis;

–De afschaling van de ‘gewone’ zorg door de pandemie was ingrijpend (6).

Foto’s persoonlijk archief. Treant ziekenhuis Hoogeveen met triagetent. Hoofdgebouw met informatiebord voormalig sanatorium Beatrixoord. Afdelingsbord Longafdeling UMCG Groningen.

Bronnen

1.— Het TBC-Museum Appelscha is sinds eind september 2017 gesloten –‘Nationaal Plan Tuberculosebestrijding 2016-2020 Op weg naar eliminatie’. RIVM Rapport 2016-0028. G. de Vries en R. Riesmeijer. –‘Tbc en ander misbruik van het immuunsysteem’. Oratie op 21 september 2015 van hoogleraar immunobiologie Annemarie Meijer aan de Universiteit van Leiden over onderzoek naar ons afweersysteem , onder meer om aanknopingspunten voor behandeling van tbc te vinden. Tbc en ander misbruik van het immuunsysteem – Universiteit Leiden

2.– Het Hongerwinter Onderzoek is een uniek onderzoek van het AMC naar de gezondheid van mannen en vrouwen die zijn geboren rond de tijd van de Hongerwinter (1944/1945) in het Wilhelmina Gasthuis in Amsterdam. Dat onderzoek heeft aangetoond dat ondervoeding tijdens de zwangerschap blijvende gevolgen kan hebben voor de latere gezondheid van het kind en generaties daarna. Hongerwinter Onderzoek – Gevolgen voor het kind van ondervoeding tijdens de zwangerschap

3.–‘Gij zult gezond zijn’. Bina Ayar en Matthias Giesen. Maandblad HP/DE TIJD, Juni 2021, pagina 61.

4.—‘Lucht om te leven. 60 jaar Chronische beademing Groningen’, pagina’s 16 en 45. Willy van der Schut, Centrum voor Thuisbeademing Groningen. 2015. 

5.–Volksgezondheid Toekomst Verkenning (VTV) 2018, onderwerpen ‘Ouderdomsziekten’ en ‘Zorguitgaven’. Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM), onderdeel van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

6.–- VTV uitgave van het RIVM ‘Verder kijken dan corona, over de toekomst van onze gezondheid’. Verder kijken dan corona, over de toekomst van onze gezondheid | Volksgezondheid Toekomst Verkenning

 

–Kanteldecennium 7: Klimaat, Milieu en Leefomgeving

 Het gebeurt steeds vaker dat ik dingen niet begrijp. De Covid pandemie heeft volgens deskundigen de ergste crisis sinds de Tweede Wereldoorlog veroorzaakt. Wat mij dan verbaast is dat harde feiten door een deel van de bevolking niet worden geloofd. De overbevolkte Intensive Care (IC) afdelingen worden genegeerd en door een klein deel van de bevolking, die Covid 19 als een  griepje beschouwt, zelfs ontkend. In het begin van de pandemie vroeg ook ik mij af of ik wellicht te goedgelovig was, maar die twijfel is over. Ik zie de angstwekkende gevolgen van de pandemie in landen als Brazilië, naar zuurstof smachtende patiënten in India die in de kofferbak van een auto naar het ziekenhuis worden vervoerd. Anderen overlijden onderweg. Ik krijg op talrijke media, nationaal en internationaal, uitleg over het tekort aan zuurstof en de op topcapaciteit werkende crematoria die het aanbod aan overledenen niet kunnen verwerken. In eigen land zie ik dat covid patiënten gemiddeld 17 dagen op de IC verblijven, wat er onder andere toe heeft geleid dat de coronazorg werd opgeschaald en andere zorg zoals operaties, tot verdriet van velen worden uitgesteld. Naar de gevolgen op langere termijn van uitgestelde diagnoses, behandelingen en operaties kunnen ook de medische deskundigen alleen maar gissen. De toekomst zal het ons leren.

Met de ontkenners van klimaatverandering is het niet veel anders. Laat ik voorop stellen dat ik mij er terdege van bewust ben dat klimaat en milieu ook cyclisch kunnen veranderen, dus niet alles is te wijten aan menselijk gedrag. Echter dat het klimaat de afgelopen decennia voor een belangrijk deel ook is veranderd door menselijk gedrag, kan niet worden ontkend. Zelf werd ik daarin bevestigd door een televisiereportage, waarin ruimtefoto’s van de aarde over de afgelopen vier decennia werden vergeleken. Het was een schokkende aanblik van de voortschrijding van aangetaste natuurgebieden, slinkende gletsjers en ijskappen, opdrogende meren, ontdooiing van permafrost in Siberië, massale ontbossing en vervuiling. De op veel feiten gebaseerde media informatie, gevoegd bij eigen waarnemingen in de directe omgeving en praktijkverhalen in reportages van deskundigen zoals de zeer bereisde bioloog David Attenborough, bevestigen de zorg dat de mensheid roofbouw pleegt op de aarde. Om een Bijbelse term te gebruiken ‘de aarde wordt ontwijd door haar bewoners’ (1). Extra zuur is dat veel problemen worden veroorzaakt door welvarende industrielanden, terwijl de armere wereldburgers het eerst de destructieve gevolgen merken van bijvoorbeeld een stijgende zeespiegel, overbevissing, vervuiling, droogte en overstromingen. 

Leefomgeving

Angst en wanhoop over het klimaat, ons milieu en dus onze leefomgeving groeien in snel tempo. ‘Eco Anxiety’ (Engels voor angst/ongerustheid ook wel klimaatstress genoemd)! In 2017 is het door de American Psychological Association in de Verenigde Staten tot officiële diagnose verklaard De diagnose kan worden omschreven als chronische vrees of ongerustheid over milieu en klimaat. Ik kwam ook de term klimaat rouw tegen in een maandblad over psychologie. Het kan tot allerlei klachten leiden zoals slaapproblemen en uitgroeien tot een obsessie . Angst voor klimaat en milieu wordt niet weggenomen door een verantwoorde en duurzame persoonlijke levenswijze, hoewel dat wel natuurlijk wel kan helpen. Mijn ervaring is dat juist onder degenen die zich bij het onderwerp en de gevolgen voor toekomstige generaties sterk betrokken voelen, ergernis kan ontstaan over gedrag in de omgeving dat onverantwoord is. Ik denk aan verspilling, een gebrek aan inlevingsvermogen, crimineel gedrag zoals het dumpen van chemisch afval in natuurgebieden. Het is mijn vaste overtuiging dat het halen van de klimaatdoelen tot grote maatschappelijke veranderingen en tegenstellingen zal leiden. Het groei denken staat per definitie op gespannen voet met het halen van klimaatdoelen. Ik geloof niet zo in de visie van degenen die uitdragen dat meer welvaart zal zorgen voor een duurzamer wereld. Volgens deskundigen is dit misleidende informatie. We zullen uiteindelijk moeten versoberen om de klimaatdoelen te halen, of we willen of niet. Daarbij is de kans groot dat de verschillen tussen rijk en arm zullen toenemen. Waar ik mij zorgen over maak is de haast die spreekt uit sommige beleidsmaatregelen van de overheid en de paradox die er uit voortvloeit. In hoog tempo moet in ons land de energie transitie plaats vinden en soms zijn de maatregelen ondoordacht en onvoldoende gerijpt en onderbouwd. Nederland moet aardgasvrij worden, terwijl in Duitsland de overgang van olie naar aardgas wordt gesubsidieerd. In Nederland wordt biomassa gesubsidieerd, terwijl deskundigen de laatste jaren nadrukkelijk wijzen op de twijfel die bestaat over de duurzaamheid daarvan en de gezondheidsrisico’s bijvoorbeeld van massale houtstook in dichtbevolkte gebieden biomassreport — Elfond . Een kind kan bedenken dat het kappen van bossen in de VS en de Baltische Staten om ons land, Denemarken en het Verenigd Koninkrijk van houtpellets voor energieopwekking te voorzien, verre van duurzaam is. Onder degenen die thans door gesubsidieerde biomassacentrales en houtkachels overlast en gezondheidsrisico’s ervaren in hun leefomgeving, nemen de verontwaardiging  en zorg toe. Vaak is er onvoldoende voorlichting en overleg over de energietransitie, waardoor het vertrouwen onder de burgers afneemt.  Daarnaast is er grote onzekerheid over de kosten van het halen van de klimaatdoelen zoals de energietransitie en de gevolgen daarvan voor andere verplichtingen die de overheid heeft zoals het sociale stelsel, de sterk stijgend zorgkosten door de vergrijzing, een toegezegde bijdrage aan de NAVO etc.. Nu al blijkt dat huiseigenaren en woningcorporaties die hoge kosten niet kunnen dragen of daartoe niet bereid zijn.

Extra problematisch is dat waarschijnlijk volgend jaar al het systeem van de Omgevingswet in de praktijk zal functioneren. Bij aanvragen voor omgevingsvergunningen om te bouwen, moet beter worden gekeken naar de mate van duurzaamheid en mogelijke gezondheidsrisico’s. Ik verwacht dat het een stroom bezwaren zal opleveren en dat kan weer vertragend werken op het halen van de klimaatdoelen. Onlangs meldde een dagblad op basis van honderden stukken, dat de stikstofproblematiek het systeem lam legt. Het probleem doet zich voor op veel plaatsen Volgens lokale organisaties en omwonenden die te maken krijgen met biomassacentrales, windmolen en zonneparken is er onvoldoende lokaal overleg en inspraak en wordt de discussie gekaapt door de zogenaamde eco-elite. De lobby van elitaire burger coöperaties, adviseurs en activisten ‘die bezig zijn hun geweten schoon te wassen’ maar tegelijk willen vermijden dat de gevolgen van de energietransitie hun eigen leefomgeving beïnvloeden (Not in my backyard). Zo’n opstelling is strijdig met het uitgangspunt van het behalen van de klimaatdoelen, namelijk dat ‘een eerlijke verdeling van lusten en lasten breed geïnterpreteerd moet worden, niet alleen financieel maar ook ruimtelijk en sociaal. Actualiteitenprogramma Nieuwsuur openbaar op dinsdag 11 mei 2021 schokkende feiten rond vermoedens van belangenverstrengeling, mogelijke corruptie en zelfverrijking bij projecten in de Eemshaven (2). 

Geloof in de mensheid

In het televisieprogramma van Ivo Niehe vertelde echtgenote Joos Ockels over de laatste uren van echtgenoot Wubbo. Een uur voor zijn overlijden vond hij nog de kracht voor een hartstochtelijke boodschap: ‘Ik heb kanker, maar de aarde heeft ook kanker’. Als mensheid moeten we de goede ‘mindset’ hebben om vernietiging te voorkomen. Aan het einde van zijn leven gaf hij een ‘statement for the earth’ uit over geloof in de mensheid. Daarin geeft deze betrokken geest een visie op wat er gebeurt en wat de toekomst van ons eist. Volgens Ockels is het genoeg en zijn we te ver gegaan. ‘De industriële revolutie heeft ons in een ongewenste situatie gebracht. We zijn door de natuur geraasd, we vernietigen onze levensbronnen. We moeten stoppen, we moeten veranderen, we moeten een ander pad kiezen, we moeten onze levens veranderen, en de manier waarop we zaken doen’. Ik deel zijn mening over de huidige situatie op de wereld. Het Wereld Natuur Fonds (WNF) toont via een reclamecampagne in de media aangrijpende beelden met de indringende tekst: ‘Wij zijn de eerste generatie die weet dat we de wereld aan het vernietigen zijn. We zijn ook de laatste generatie die hier nog iets aan kan doen. Elke seconde telt, help je mee?’. Zo’n aansprekende slogan met beelden landt bij velen. De bezorgdheid over de planeet die we achterlaten voor volgende generaties, die ik al vele jaren meedraag, is terecht en dat we het kunnen weten heb ik aan het begin van deze publicatie beschreven. Ockels formuleerde ook zijn tien geboden over het geloof in de mensheid die te vinden zijn via internet. Na hem volgden er nog velen die waarschuwden voor de klimaatrisico’s en mogelijke oplossingen aandroegen (3). Over de goede afloop ben ik helaas minder positief. Als ik dagelijks kennis neem van het egoïsme, de hebzucht en de ongelijkheid op de wereld alsmede de excessen in de vorm van oorlogen, criminaliteit, geweld en het gebrek aan empathisch vermogen, geloof ik niet dat de mensheid op eigen kracht in staat is de betere wereld te creëren waar zo naar wordt verlangd. In de slothoofdstukken ga ik daar dieper op in. Massale ontbossing schaadt de schepping/ons ecosysteem.

Kantelconclusie: Als er één onderwerp is dat dit decennium een groot stempel zal drukken op de nabije toekomst en tot kanteling van ons gedrag zal moeten leiden, is het klimaat en milieu. Er is in feite sprake van een permanente crisissituatie, die naast goed leiderschap vooral openheid en transparantie naar de brede lagen van de bevolking vereist.

Foto’s familie-archief. Windmolenpark Eemshaven. Dijkverzwaring/verbreding wegens klimaatverandering bij het Eemshotel in Delfzijl. Links de dijk voorheen. Rechts de dijk  in 2021.  Aanvoer pellets voor energiecentrale blokverwarming in woonwijk. Spaarbankbos in Hoogeveen. Bossen zijn onmisbaar voor het leven op de planeet. Volgens het WNF is ons land een grote Europese aanjager van ontbossing. ‘Shame on us’. 

Bronnen:

Bronnen onder 1

–Jesaja 24:5. –Time Magazine July 20-27 2020 ‘One last chance. The defining year for the planet by Justin Worland’. –Het Financieele Dagblad, 1/11/2006. ‘Stern verhit de gemoederen’. Hij waarschuwde openlijk voor de opwarming van de aarde en de gevolgen ervan. –Hoogeveensche Courant, 12/11/01 ‘VN: ramp door groei van wereldbevolking’.

Bronnen onder 2

–Psychologie Magazine, 6/2019. Anne Havelaar: ‘Help de wereld. Huilen om gekapte bomen’. –Algemeen Dagblad, 7/4/21 Leo van Raaij ‘Overijssel: geen geld meer naar houtgestookte biomassacentrales’. –NOS Nieuws, 14/4/2021 ‘WNF: Nederland is grote Europese aanjager van ontbossing’. –Website uit Estland van het Estonian Fund for Nature. Ook verwerkt in de tekst van de brief en verwijzing naar het rapport over export van en subsidies op pellets, pagina’s 5, 30 en 31  biomassreport — Elfond –Trouw, 28/12/2019 Estland is grootleverancier van biomassa, maar wil af van de productie van pellets’.  –Dagblad van het Noorden, 4/12/2019 ‘Is houtstook het nieuwe roken?’. –Dagblad van het Noorden, 6/5/2019 ‘Vernietiging natuur bedreigt mensheid’. –Dagblad van het Noorden, 26/10/2019. ‘Nederland sloopt natuur en maakt inwoners VS ziek. Biomassa? Ik snap niet wat daar duurzaam aan is’. –Nederlands Dagblad, 8/7/2020 ‘SER: geen biomassa voor energieopwekking’. De Telegraaf 8/5/2021 en on-line 10/5/2021 respectievelijk ‘Gevangen in windmolenweb. Groen rookgordijn Omwonenden turbines voelen zich machteloos tegen listige lobby van burger coöperaties, adviseurs en activisten’(Mike Muller en Edwin Timmer) en ‘Overvallen door stikstofmalaise: amper ideeën en geen plan B’. De Telegraaf online, Alexander Bakker, 10/5/2021. Interview met onderzoeksjournalist Bas Haan in het actualiteitenprogramma Nieuwsuur op 11 mei 2021.

Bronnen onder 3

–Tros TV Show – 17-1-2021 – Tvblik Ivo Niehe ’. –‘Statement Wubbo Ockels: ‘We moeten ons voortbestaan redden’ en ‘Ik heb een superleven gehad’, Algemeen Dagblad, Redactie, 19/05/2014 en Arno Gelder 19/5/2014. –Tevens Statement van Wubbo Ockels: ‘We moeten ons voortbestaan redden’. –Nieuwsbericht van de Nederlandsche Bank (DNB) van 22 maart 2021 ‘DNB publiceert eerste rapportage over financiële  klimaatrisico’s- en kansen volgens de Task Force on Climate-related Financial Disclosures (TCFD). –‘Topman ASR: we hebben een noodfonds voor een klimaatramp nodig’. | RTL Nieuw, 15/3/2021.

–Hoe betrouwbaar zijn verklaringen?

Communicatie is een belangrijk maatschappelijk onderwerp. We communiceren steeds intensiever, maar dat betekent ook dat er veel mis kan gaan. Pas in de twintigste eeuw werd communicatie verheven tot een afzonderlijke wetenschap. Een deskundige vertelde mij eens, dat in onze moderne samenleving goed werkende communicatiekanalen qua belang vergelijkbaar zijn met de bloedsomloop in het menselijk lichaam. De coronapandemie heeft grote gevolgen voor onze communicatie. Door de afstandsregels werd er meer online gecommuniceerd. Ook was er verwarring over de adviezen en regels van overheden en deskundigen om de pandemie beheersbaar te houden. Door de crisis was er veel miscommunicatie in gezinnen en families, waarbij de emoties soms hoog opliepen. De beelden van vereenzamende ouderen in quarantaine in verzorgingstehuizen, die op afstand communiceerden met familieleden staan nog op ons netvlies.

Wat is communicatie?

Het begrip ‘COMMUNICATIE’ is afgeleid van het Latijns communis=gemeenschappelijk. Informatie die wordt overgedragen wordt gemeenschappelijk gemaakt. Het is geen statisch begrip maar een proces met vele vormen variërend van verbale en nog-verbale communicatie tot massacommunicatie. Onlangs kregen Nederlanders een aanschouwelijk lesje non-verbale communicatie, toen tijdens de coronapersconferentie de woordvoerders werden ondersteund door doventolk Irma. Door haar uitstraling, bewegingen en mimiek groeide zij uit tot een populaire tv- persoonlijkheid. Bij het communiceren kan er ook veel mis gaan, waardoor er ruis of miscommunicatie ontstaat soms met grote gevolgen. De geschiedenis leert dat gewapende conflicten zijn begonnen door miscommunicatie tussen machthebbers en andere leiders. Anno 2020 worden we dagelijks via de media overspoeld met nepnieuws en verwerpelijke communicatie via sociale media, zoals bedreigingen en smaad. In een aantal publicaties beperk ik mij tot interpersoonlijke communicatie in bijzondere situaties. Bijvoorbeeld de communicatie tussen arts en patiënt, binnen kwetsbare groepen of als communicatie wordt beïnvloed door een groepsdynamiek in combinatie met ontremming door alcohol of drugs. Ook vooroordelen, tunnelvisies, krachtige emoties en selectieve waarnemingen kunnen funest zijn voor de kwaliteit van de communicatie. Dat geldt zeker voor verhoren van verdachten, getuigen en burgers die aangifte doen binnen de strafrechtketen. Daarover gaat deze publicatie. In zo’n traject kunnen immers grote persoonlijke en maatschappelijke belangen in het geding zijn en mensen kunnen door miscommunicatie en onjuiste verklaringen worden beschadigd. Ik was ruim 25 jaar werkzaam als politie agent en later als opsporingsambtenaar bij een departementale inspectiedienst. Voor deze laatste dienst was ik projectleider van een communicatieproject en heb ervaren dat communicatie cruciaal is binnen een organisatiecultuur. Ik volg de ontwikkelingen rond de rechtshandhaving in ons land nog regelmatig. Zowel de praktijk als talrijke bronnen wijzen uit, dat de politietaak de laatste decennia ingrijpend is veranderd. De samenleving wordt complexer, verhardt en dat werkt door in de communicatie. Voor de politie organisaties en de individuele ambtenaren en hun gezinnen heeft dat grote gevolgen.

In vrijheid afgelegde verklaring

Onze politie staat aan het front van de rechtshandhaving. De overheid heeft het geweldsmonopolie (zwaardmacht) en de politie voert wetgeving uit en mag met inachtneming van de wettelijke normen een verdachte aanhouden. Politie ambtenaren mogen aangiftes opnemen, een proces-verbaal opstellen op ambtseed of belofte en dat aanleveren bij het Openbaar Ministerie. In het Wetboek van Strafvordering (SV) is vastgelegd hoe de vervolging van strafbare feiten plaats vindt. Artikel 27 SV definieert formeel het begrip ‘verdachte’,  namelijk degene te wiens aanzien uit feiten of omstandigheden een redelijk vermoeden van schuld aan een strafbaar feit voortvloeit. Er moet dus een juridische reden zijn dat iemand als verdachte wordt aangemerkt en aangehouden. Daarna wordt als verdachte aangemerkt degene tegen wie de vervolging is gericht. De aanhouding en het verhoor van de verdachte en verklaringen van getuigen burgers die aangifte doen zijn in die fase van het proces zeer belangrijk. Daarom heeft de wetgever rechten van burgers vastgelegd, onder andere over de voorwaarden waaraan een verhoor moet voldoen. Artikel 29 SV vermeldt daarover: ‘ In alle gevallen waarin iemand als verdachte wordt gehoord, onthoudt de verhorende rechter of ambtenaar zich van alles wat de strekking heeft een verklaring te verkrijgen waarvan niet kan worden gezegd dat zij in vrijheid is afgelegd’. Ook is een verdachte niet tot antwoorden verplicht en dat moet de verdachte voor de aanvang van het verhoor worden medegedeeld. Het maakt niet uit of het verhoor plaats vindt in een verhoorkamer of op straat. Deze mededeling wordt ook in het proces-verbaal opgenomen. Tijdens mijn werk bij de politie en een inspectiedienst heb ik ervaren hoe belangrijk het is om zorgvuldig met deze wetsartikelen om te gaan, om vervolging voor meineed of valsheid in geschrifte te voorkomen. Ik heb diverse malen meegemaakt dat opsporingsambtenaren bij een rechtbank moesten compareren, om uitleg te geven over een door hen opgemaakt proces verbaal. Maatschappelijk roept dit weleens weerstand op, vooral als er bij zware geweldsdelicten een beroep wordt gedaan op het zwijgrecht. Ik begrijp dat, maar het is nu eenmaal inherent aan onze rechtsstaat. (Foto: een verhoor kan worden afgenomen op straat of in een verhoorkamer). 

Betrouwbaarheid verklaringen

Het belang van zorgvuldige verklaringen wordt onderschat en daar steekt een logica achter. Een korte verklaring op straat of in de cabine van een vrachtauto over een verkeersovertreding, komt meestal tot stand na vragen van de opsporingsambtenaar en zal slechts zelden worden aangevochten. Anders wordt het als er sprake is van een zwaarder delict en de aanhouding plaats vindt onder extreme omstandigheden. Regelmatig duiken er tegenwoordig camerabeelden op, die echter pas op waarde kunnen worden geschat binnen de totale context. Diverse vormen van communicatie lopen dan door elkaar heen en dan is het belangrijk dat er betrouwbare getuigenverklaringen komen, die de bevindingen van de opsporingsambtenaar onderbouwen en aanvullen. De praktijk leert helaas dat verklaringen niet altijd betrouwbaar zijn. Er waren in het recente verleden diverse zaken, waarbij verdachten een misdrijf bekenden om er later op terug te komen (zie bronnen). Ook zijn er zaken gedocumenteerd van verdachten die bekenden, maar waarvan later op grond van bewijs werd aangetoond dat zij onmogelijk de dader konden zijn. Ook op verhoortechnieken is in het verleden forse kritiek geuit. Dat verklaringen aan kracht verliezen als het om waarnemingen of herinneringen van jaren geleden gaat is duidelijk. Voor de politie is het moeilijk, want aan enige druk ontkom je niet bij een verhoor van getuigen of verdachten. Verklaringen zijn niet altijd betrouwbaar gebleken. Het is de taak van de politie om verhoren objectief en deskundig te laten plaats vinden. Dat is geen gemakkelijke opdracht in een samenleving waarin nagenoeg iedereen over een telefoon met camera beschikt, ramptoerisme aan de orde van de dag is en beelden over politie optreden via sociale media razendsnel worden verspreid. Het is aan de wetgever om deze ontwikkeling via regels in goede banen te leiden en ervoor te zorgen dat degenen die belast zijn met handhaving, in het belang van onze democratische rechtsstaat hun werk kunnen doen.  

 

 

Foto’s en illustraties: Jaap Spaans

Bronnen:

–Rijksrecherche onderzoekt ruim duizend politiedossiers Horst op strafbare feiten. NOS Nieuws 21/7/2020

–‘Latere herinnering aan misbruik vaak niet betrouwbaar’. Nederlands Dagblad, 29/9/2017.

–‘Bekennen onder druk’. Psychologie Magazine, april 2002.

–‘Dossier Omstreden Herinneringen’. Gezondheidsraad, 27/1/2004.

–‘Bekentenis afgedwongen. Rechercheur klapt uit de school over verhoor Ina Post, die later werd veroordeeld voor roofmoord’. De Telegraaf, 23/9/2006.

–Boeken van Jaap Spaans: ‘Een Golf van Geweld’ (1999), ‘Christenen en hun Communicatie’ (1994), ‘Controle Ambtenaren: Communicatie of Confrontatie’ (1997), ‘De Rijksverkeersinspectie. Een Bijzondere Opsporingsdienst’ (1995).

–‘Groepsdruk en Criminaliteit’ en ‘De geweldsspiraal en de reactie van de overheid’. Jaap Spaans in Het Zoeklicht respectievelijk 88e jaargang nr. 25 en 84e jaargang nr. 2.

 

 

 

 

–Mijn EU petitie over placenta onderzoek

 

 

 

 

Iedere burger heeft burgerrechten die zijn vastgelegd in de Grondwet. Voorbeelden zijn godsdienstvrijheid, vrijheid van meningsuiting en het petitierecht (artikel 5 GW). Van het recht om schriftelijk verzoeken bij het bevoegd gezag in te dienen (petitierecht) wordt veel gebruik gemaakt. Zelf heb ik diverse verzoeken gericht aan het bevoegd gezag over o.a. de invoering van een biometrisch paspoort, de risico’s van biomassa etc. Maar hoe zit het met burgerrechten in Europa? Een belangrijke vraag want veel beleid en wetgeving wordt in de EU ontwikkeld. In het najaar van 2018 diende ik een verzoekschrift (petitie) in bij het Europees Parlement voor een betere coördinatie van placenta onderzoek. Om persoonlijke redenen een belangrijk onderwerp. Het belang van de placenta als tijdelijk orgaan gedurende de zwangerschap, werd zwaar onderschat. Onderzoek werd in het verleden beperkt vanwege de risico’s voor de zwangere vrouw en de foetus. Door de technologische vooruitgang kan onderzoek nu efficiënter en veiliger worden uitgevoerd. Dat gebeurt op wereldwijde schaal en zal verrassende nieuwe inzichten opleveren. Probleem is dat het onderzoek vaak fragmentarisch plaats vindt en er onvoldoende coördinatie plaats vindt. Daardoor is er onvoldoende top down communicatie van wetenschappers naar media en de brede bevolking en dat is jammer. Om die coördinatie in Europa te verbeteren heb ik de petitie ingediend. (Illustratie omslag van mijn boek. Boek is niet meer leverbaar’).

EINDCONCLUSIE PETITIETRAJECT
De wijze waarop mijn verzoek is behandeld door de Commissie Verzoekschriften van het Europarlement, heeft mijn waardering voor Europa vergroot. Dit democratische proces is uiterst zorgvuldig verlopen. Het was wel een langdurig en intensief traject en om daar inzicht in te krijgen verwijs ik naar de bijlage met de samenvatting van het verzoek, opsomming van enige wetenschappelijke projecten en antwoorden in 1e en 2e aanleg van de Europese Commissie (EC). Zie: PETI laatste antwoord EC Nederlands 

HET RECHT VAN PETITIE IN EUROPA
Volgens artikel 227 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en artikel 44 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, heeft iedere burger van de Unie het recht een verzoekschrift tot het Europees Parlement te richten. Het verzoek moet wel ontvankelijk zijn en gaan over een onderwerp dat tot de werkterreinen van de Unie behoort en dat de verzoeker rechtstreeks aangaat. Verzoekschriften dienen te worden opgesteld in een van de officiële talen van de EU en gericht aan de voorzitter van de Commissie Verzoekschriften. Indiening kan op twee manieren namelijk aan het adres van het secretariaat PETI Wiertzstraat 60, 1047 Brussel BELGIË dan wel via het elektronisch internetportaal voor verzoekschriften https://petiport.secure.europarl.europa.eu/petitions/nl/home Nadat een verzoek ontvankelijk is verklaard volgt een intensief democratisch traject.

MIJN PETITIE ONTVANKELIJK VERKLAARD
‘Op 17 december 2018 is het verzoekschrift nr. 0869/2018, ingediend door J.S. (Nederlandse nationaliteit), over de recente ontwikkelingen in verband met placentaonderzoek ontvankelijk verklaard’ (citaat uit bevestiging). Ik had het verzoek onderbouwd met een groot aantal bijlagen, waarin ik beargumenteerde dat het over een onderwerp ging dat tot de werkterreinen van de EU behoort en waarom het onderwerp mij als burger persoonlijk aangaat. De onderbouwing is niet bijgevoegd, aangezien dat deze publicatie te omvangrijk zou maken.

SAMENVATTING VERZOEKSCHRIFT

‘Indiener volgt van nabij de mogelijke invloed van placentagebreken op de verdere ontwikkeling van het ongeboren kind, zoals psychische aandoeningen en andere onomkeerbare ziekten. Hij heeft deze interesse ontwikkeld vanuit zijn eigen persoonlijke ervaringen en is ervaringsdeskundige in placentaonderzoek geworden. Hij vermeldt dat bijzonder relevant onderzoek in de VS geleid heeft tot opmerkelijke conclusies en hij moedigt de EU en de lidstaten aan om dergelijk onderzoek te steunen en de in de VS bereikte resultaten in Europa in aanmerking te nemen, aangezien dit tot betere prenatale zorg kan leiden en nutteloos menselijk lijden kan voorkomen. Hij vindt dat de EU het onderzoek beter moet coördineren’ (citaat zie link hierboven onder CONCLUSIE).

Zie ook mijn eerdere publicatie over de petitie: https://www.jaapspaans.nl/persbericht-nieuwe-fase-petitie-jaap-spaans-over-placenta-onderzoek-aan-europarlement/

HET PETITIETRAJECT CHRONOLOGISCH (ZIE OOK DE BIJLAGE AAN SLOT 2E ALINEA)

27/9/2018    : Verzoekschrift ingediend bij de Commissie Verzoekschriften
17/12/2018 :  Verzoekschrift ontvankelijk verklaard
28/02/2019 : Commissie stuurt verzoekschrift door naar de parlementaire Commissies Milieubeheer, Volksgezondheid en Voedselveiligheid EN Industrie, Onderzoek en Energie. Tevens verzoekt de Commissie Verzoekschriften de Europese Commissie (EC) een vooronderzoek naar de verschillende aspecten van het probleem in te stellen.
8/3/2019     :  Antwoord EC. De Commissie erkent het belang van onderzoek naar de gezondheid van de placenta en de gevolgen daarvan voor de toekomstige ontwikkeling van het kind. Vervolgens worden 4 projecten beschreven van placenta-onderzoek in Europa. Zie bijlage onder 3 Antwoord van de Commissie. Het door het Erasmus UMC Rotterdam uitgevoerde project EMBRYOandLATERHEALTH gaat uit van de hypothese dat schadelijke blootstelling vóór of zeer vroeg in de zwangerschap gevolgen heeft voor de ontwikkeling van het embryo en de placenta, een blijvende invloed heeft op de cardiovasculaire en metabole ontwikkeling, en zowel ongunstige uitkomsten oplevert bij de geboorte als cardiovasculaire en metabole stoornissen en ziekten op latere leeftijd in de hand werkt.
10/4/2019    : Bericht van de Commissie Verzoekschriften dat zij de petitie voortzet (verderzet).
21/4/2019     : Reactie van mij op voorgaande mededeling
11/9/2019     :Mededeling secretariaat Commissie Verzoekschriften dat het verzoekschrift zal worden behandeld op de vergadering van de Commissie Verzoekschriften op 03.10.2019 in Brussel. Het zal rond 10:50 worden besproken. Wegens omstandigheden kon ik helaas niet aanwezig zijn in Brussel.
3/10/2019     : Link naar video van de bijeenkomst. Een lid van het Europarlement verzocht de petitie aan te houden (zie video minuut 10.18 – 10.23: https://www.europarl.europa.eu/ep-live/en/committees/video?event=20191003-0900-COMMITTEE-PETI
26/6/2020     : Aanvullende antwoord (in 2e aanleg) van de EC (Zie bijlage onder 5).
28/6/2020     : Mail aan het PETI secretariaat van de Commissie Verzoekschriften waarin ik mijn dank uitspreek voor de zorgvuldigde wijze waarop mijn petitie door het Europarlement en de Eureopese Commissie is behandeld en afgewikkeld. Tevens een korte samenvatting van aspecten betreffende de placenta die voor mij belangrijk zijn gelet op de reden om de petitie in te dienen. Ik ben tevreden met het resultaat. Bij voorkeur had ik gezien dat er een Europees Placenta Project zou zijn opgestart vergelijkbaar met het Human Placenta Project in de VS (zie logo). Voor mij echter geen reden daarop nader aan te dringen en ik heb de Commissie Verzoekschriften aangegeven dat ik geen bezwaar heb tegen afsluiting van de petitie.

AFSLUITENDE MAIL
Aan: PETI Secretariaat van het Europees Parlement in Brussel. Datum 26/6/2020
Onderwerpen: mijn petitie 0869/2018 over placenta onderzoek, dankwoord en afsluiting

Geachte heren/dames,
Dank voor de toezending van uw mail van 26 juni 2020 met de Nederlandstalige versie van het antwoord in 2e aanleg van de Europese Commissie (EC) n.a.v. mijn petitie. Nadat de petitie ontvankelijk werd verklaard op 17 december 2018, volgde een uitgebreid en langdurig democratisch traject, dat door PETI, de EC en het Europarlement zeer zorgvuldig is afgewikkeld. Ik dank u dan ook voor uw inzet en effectieve communicatie. Deze mail hoeft u niet te beschouwen als een aanvullende opmerking om de petitie voort te zetten. Ik ben zeer tevreden met het resultaat en het feit dat het onderwerp op de agenda is geplaatst en ga ermee akkoord dat u de Commissie Verzoekschriften vraagt de petitie af te sluiten. Ik heb wel voor mijzelf een beknopt overzicht opgesteld met enige conclusies uit de correspondentie, waaruit blijkt hoe belangrijk placenta onderzoek is in relatie tot prenatale en neonatale zorg en de latere ontwikkeling. Zie hieronder.
Met hartelijke groet, Jaap Spaans, Hoogeveen Holland
Korte opsomming 4 projecten betreffende placenta onderzoek.
— De EC (zie antwoord EC van 8/3/2019) erkent het belang van onderzoek naar de gezondheid van de placenta en de mogelijke invloed van onvolkomenheden van de placenta op de verdere ontwikkeling van het ongeboren kind, zoals psychische aandoeningen en andere ziekten. Zowel in Horizon Europa als Horizon Europa 2020-2024 is er ruimschoots aandacht voor onderzoek en internationale samenwerking. In het 1e antwoord van de EC worden 4 concrete projecten opgesomd n.l.:
*het project AIR-NB: heeft tot doel het effect van prenatale blootstelling aan stedelijke luchtverontreiniging op de structuur en functie van de hersenen vóór en na de bevalling te evalueren (Barcelona).
** het project EMBRYOandLATERHEALTH: gaat uit van de hypothese dat schadelijke blootstelling vóór of zeer vroeg in de zwangerschap gevolgen heeft voor de ontwikkeling van het embryo en de placenta, een blijvende invloed heeft op de cardiovasculaire en metabole ontwikkeling, en zowel ongunstige uitkomsten oplevert bij de geboorte als cardiovasculaire en metabole stoornissen en ziekten op latere leeftijd in de hand werkt. (Erasmus UMC Rotterdam).
***Het project iPLACENTA : Gericht op internationale samenwerking binnen de EU hericht op opleidingen. (Universiteit Dundee).
**** Doel van het onderzoeksproject PlaEndo: te bepalen wat de aard en de bredere biologische betekenis is van de endocriene functie van de placenta bij het aanpassen van het lichaam van de zwangere moeder om de groei van de foetus te ondersteunen. Bijzondere aandacht gaat uit naar het metabolisme van de moeder. (Universiteit Cambridge)

–Wisselwerking tussen lichaam en geest

Gefascineerd keek ik onlangs naar een televisieprogramma over de invloed van de geest op ons lichaam. Door persoonlijke omstandigheden heb ik al langer grote interesse voor dit onderwerp, dat volgens mij te lang is onderbelicht. De macht van onze hersenen op het lichaam blijkt vele malen groter dan werd gedacht. In de uitzending ging het onder andere over fantoompijn (pijn aan bijvoorbeeld een geamputeerd lichaamsdeel) en in het kader van wetenschappelijk onderzoek uitgevoerde nepoperaties die wel degelijk effect bleken te hebben (1). Een onderwerp als fantoompijn gaat mijn bevattingsvermogen als leek te boven. Hoe kan een mens pijn ervaren aan een prothese, waarin zenuwen ontbreken en geen doorbloeding is? In de uitzending werd aangetoond dat fantoompijn een realiteit is. Als ik aan deze publicatie werk teistert de Covid-19 pandemie de mensheid. Naast de gevolgen van besmetting met het virus en mogelijk vele lichamelijke klachten, leidt dit volgens gezaghebbende organisaties als de WHO ook tot mentale aandoeningen onder brede bevolkingsgroepen zoals angststoornissen, depressie, burn-out en spanningsklachten. De unieke situatie maakt op mondiaal niveau duidelijk, dat er een wisselwerking is tussen lichaam en geest. Iets dat ik zelf in mijn leven heb ervaren. De komende decennia zal er ongetwijfeld veel wetenschappelijk onderzoek worden verricht naar de mentale gevolgen van deze ernstige, de maatschappij ontwrichtende pandemie.

Wijsheid in ‘de volksmond’
Dat er een wisselwerking kan zijn tussen lichaam en geest was al bekend. In de Bijbel wordt beschreven dat koning David, na tegenslagen en het maken van verkeerde keuzes in het leven, wordt gekweld door ernstige lichamelijke klachten. Hanna de moeder van Samuel werd zo getreiterd en getergd door de tweede vrouw van haar echtgenoot omdat zij kinderloos was, dat zij ‘weende en niet at’. Ik sluit niet uit dat zij in onze moderne tijd een DSM-stempel zou hebben gekregen  (In de VS ontwikkeld internationaal classificatiesysteem voor psychische aandoeningen: Diagnostic and Statistical Manuel of Mental Disorders) . Het zijn aangrijpende praktijkverhalen die niet worden genegeerd maar realistisch zijn en ter lering zijn (2). De geschiedenis leert dat veel belangrijke personen in hun leven werden geconfronteerd met psychische en lichamelijke aandoeningen, als gevolg van onder andere de wisselwerking tussen lichaam en geest. Vaak werden zij op hun levensweg geconfronteerd met trauma’s als rouw, ziekte en verlies van dierbaren (3). Veel mensen krijgen te maken met psychosomatische klachten, lichamelijke aandoeningen met een psychische oorzaak en dat wordt bevestigd door wetenschappelijk onderzoek. Maar het komt ook tot uiting in ervaringswijsheden over gezondheid uit ‘de volksmond’ zoals uitdrukkingen, spreekwoorden en gezegdes. Veel van die uitdrukkingen zullen bekend zijn. Als ‘de zenuwen door iemands keel vliegen’ kan dat duiden op een paniekaanval en als je ‘een brok in de keel hebt’ kan dat het gevolg zijn van spieren die worden aangespannen door stress of spanning, met keelklachten tot gevolg. In 2004 kreeg ik op 57-jarige leeftijd tijdens een ingewikkelde en belastende levensfase met ziekte binnen de familie, te maken met een hartritmestoornis. Die ervaring bracht mij tot het besef dat een hartritmestoornis niet louter een lichamelijke kwestie is, maar dat ook leefstijl, erfelijkheid, omgevings- en mentale factoren een rol spelen. Ik mis overigens de deskundigheid om vast te stellen hoe die cocktail van oorzaken precies tot stand komt. Het zijn echter wel feiten gebaseerd op zelfkennis en zelfreflectie. Ik heb mijn ervaringen toen vastgelegd in een boekje, waarin ieder hoofdstuk werd afgesloten met een spreekwoord of spreuk (4). Daarin bracht ik het verband tussen lichaam en geest, oftewel het diepste innerlijk van de mens en het hart als orgaan, tot uitdrukking.

Enige spreekwoorden en spreuken uit de volksmond over de wisselwerking tussen lichaam en geest :
–Van je hart geen moordkuil maken: Je gevoelens vrij uiten
–De schrik slaat mij om het hart: Erg schrikken
–Je hart ophalen: Genieten
–Je hart vasthouden: Je zorgen maken
–Kommer in het hart van de mens buigt het neder. Maar een goed woord verblijdt het. Bijbelse wijsheid Van de Spreukendichter Spreuken 12:25 (NBG vertaling).

Door het opnemen van de uitdrukkingen wil ik onderstrepen, dat lichaam en geest onlosmakelijk met elkaar zijn verbonden, maar ook dat eenvoudige volkswijsheid vaak wordt bevestigd door de wetenschap. Mijn persoonlijke ervaring was een wake-up call en dwong tot bezinning. Over de wijze waarop je in het leven staat en reageert op prikkels vanuit de omgeving, de risico’s die je loopt, genetica en overdracht door voorgaande generaties. Met voortschrijdend levensinzicht, betekende het ook nadenken over de wijze waarop je binnen een gezin omgaat met tegenslagen die op je weg komen (coping stijl of coping gedrag van het Engels to cope = omgaan met). In mijn boek en diverse aanvullende publicaties op deze website, beschrijf ik ook dat de hartonderzoeken maar vooral de zorg over de uitkomsten, op zich een aanzienlijke stressbron kunnen vormen. Ik durf op basis van mijn ervaring zelfs te stellen dat de wisselwerking tussen lichaam en geest zo sterk kan zijn, dat dit van invloed was op de resultaten van medisch onderzoek zoals een elektrocardiogram of bloeddrukmeting.

Emoties en de longen
In de periode dat ik met de hartklachten werd geconfronteerd verscheen er in een wetenschappelijk tijdschrift een publicatie die mijn bijzondere aandacht trok. Het ging over onderzoek uitgevoerd door de Harvard School of Public Health onder 670 mannen tussen 45 en 86 jaar oud. Het onderzoek wees uit dat krachtige emoties als boosheid hormonen kunnen beïnvloeden, die vervolgens het immuunsysteem ontregelen. Hoe groter de woede hoe slechter de longfunctie. Een onderwerp dat veel meer aandacht verdient, zeker in deze tijd van pandemie die nog eens onderstreept dat een goed functionerend immuunsysteem cruciaal kan zijn. Dat stress en boosheid een negatieve invloed kunnen hebben op astma, maagaandoeningen en het ontwikkelen van hartfalen was al bekend (5). Zelf heb ik een longfunctietest ondergaan in een periode dat er sprake was van mentale en fysieke overbelasting. Maar medische klachten vormen vaak ook een nauwelijks te ontwarren kluwen als het om de oorzaken gaat. Naast de belastende omgevingsfactoren zoals ernstige ziekte bij dierbaren, was ik als controleur bij een inspectiedienst van de rijksoverheid ook werkzaam in het wegverkeer. Na een dag wegcontroles bij windstil weer op parkeerplaatsen die waren vergeven van giftige uitlaatgassen uit stationair draaiende vrachtauto’s, protesteerden de longen in de vorm van kortademigheid. Toen de hartritmestoornis zich aandiende was ik ook ‘gebeten’ door een teek en kon de Borrelia bacterie worden aangetoond in mijn bloed. Daar komt bij dat bij het ouder worden de longfunctie achteruit gaat. Het kan zinnig zijn om als mens je situatie af en toe te analyseren en uit te vinden wat het causale verband is tussen de situatie waarin je je bevindt en leefstijl en risicofactoren. Afhankelijk van de situatie kun je dan de weg inslaan naar heling en herstel

Leefstijl
Onlangs werd ik 72 jaar. In het beginstadium van de hartritmestoornis had ik niet gedacht dat ik die leeftijd zou halen. Door een verantwoorde levensstijl, adviezen van zorgverleners en op basis van informatie op het internet, ben ik er toch in geslaagd een redelijk evenwichtig leven te leiden. Probleem bij leefstijl is dat je niet op alle risicofactoren invloed kunt uitoefenen. Ik rookte al niet op het moment van de diagnose, dronk matig, besteedde veel tijd en aandacht aan goede voeding en had voldoende beweging. Het probleem deed zich voor bij risicofactoren als (piek)stress en mentale overbelasting. Die worden vaak getriggerd vanuit de omgeving, werk, familie of gezin, waar je niet altijd invloed op kunt uitoefenen zoals ernstige ziekte in gezin of familie, mantelzorgverantwoordelijkheden en andere belastende omgevingsfactoren. Er kan echter ook sprake zijn van karakterologische factoren en emoties zoals boosheid, twijfel en moeite om tegenslagen te aanvaarden en verwerken waardoor de innerlijke rust en de balans worden verstoord. Coping is dan een sleutelbegrip. Ik geniet steeds meer van het luisteren naar muziek of mijzelf te begeleiden op de elektrische gitaar of bongo’s. Levensbeschouwing is belangrijk voor mij en was op belangrijke momenten een heilzame bron van rust en vertrouwen. Wat ik wel moeilijk vind is om de rust en het vertrouwen vast te houden in deze hectische en complexe tijd, met een amper te verwerken informatie-overlast en. Voor dat onderwerp verwijs ik naar een vorige publicatie op deze website.

 

 

Bronnen:
1. ‘De kracht van placebo’s, nepoperaties en augmented reality en de macht van he brein’. TV-uitzending ‘Dokters van Morgen’, NPO1 van avrotros op 1/6/2020.
2. Psalmen 38 en 51 en 1 Samuel 1: 6-8 (NBG).
3. ‘Tien genieën met mentale problemen’. Charles Darwin (5), Isaac Newton (8), Vincent van Gogh (9). Annelies Bes op de website Kijk, 18/2/2020. ‘De psychiatrische ziektegeschiedenis van Vincent van Gogh’. Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde, 29/12/2000. ‘Sir Isaac Newton 1642-1727’, website van Dr Robert A. Hatch, Universiteit van Florida.
4. ‘Hoe een hartritmestoornis mijn leven veranderde’. Uitgave Jaap Spaans, 2007. Tevens diverse aanvullende publicaties over dit onderwerp op deze website.
5. ‘Grumpy old men have sick lungs’. News in Science / ABC net, 31/8/2006. ‘Boze mannen krijgen minder lucht’. Medisch Contact, 5/9/2006.

-TRENDS 3: ‘Adieu Zorgeloze Verzorgingsstaat’

Deze publicatie is in delen opgesplitst, die afzonderlijk kunnen worden gelezen                                                                                             

1. Inleiding                                                                                                                                                                                       
2. Maatschappelijke situatie anno 2019
3. De Zorgeloze Verzorgingsstaat
4. De Hollandse Ziekte
5. Drie persoonlijke kernonderwerpen: Huisvesting, Veiligheid en Zorg                                  
6. Toekomstbestendig wonen: waarom kiezen senioren voor 55+label?
7. Veiligheid, Gevoelsveiligheid en Overlast
8. Ons Zorgstelsel
9. Bronnen
10. Foto’s/Illustraties ©

1.Inleiding                                                                                                                                                                                                                                                                                  

Deze publicatie is een vervolg op mijn bijdrage aan de Evaluatie Woningwet die ik in december 2018 heb gepubliceerd, gevolgd door een publicatie over ‘Gevoelsveiligheid’, beiden te vinden op mijn website www.jaapspaans.nl onder ‘Artikelen’. De afgelopen jaren ben ik door ervaring en oriëntatie op ontwikkelingen in de samenleving, tot de conclusie gekomen dat belangrijke maatschappelijke onderwerpen als huisvesting, zorg en criminaliteit steeds meer met elkaar verstrengeld raken en vanuit een brede zelfs mondiale maatschappelijke context moeten worden geanalyseerd en beoordeeld. Globalisering en mondiale problemen als de migratiepolitiek of het halen van klimaatdoelen, hebben immers een directe weerslag op ons land, onze stad, straat of woonwijk. Dit is de derde publicatie in een serie over maatschappelijke trends, waarin drie kernonderwerpen aan de orde komen die mij als huurder van een seniorenwoning in de sociale huursector persoonlijk raken, namelijk ‘De sociale huursector en leefbaarheid’, ‘Criminaliteit en veiligheid’ en ‘Betaalbaarheid van ons zorgstelsel in de toekomst’. Over deze onderwerpen is veel onderzoek verricht en zijn talloze rapporten en studies gepubliceerd. Ik heb een deel ervan voor zover mogelijk bestudeerd, maar stel met nadruk dat deze publicatie is opgesteld vanuit een persoonlijke invalshoek. Wel heb ik op grond van persoonlijke contacten, jarenlange correspondentie en verwerkte informatie de overtuiging dat mijn situatie representatief is voor die van veel burgers. Ik heb gekozen voor de kop ‘Adieu Zorgeloze Verzorgingsstaat’ omdat ik denk dat de huidige verzorgingsstaat onder zware druk staat en zich op een kantelmoment bevindt. Los van persoonlijke belangen, kunt u deze publicatie tevens beschouwen als een bijdrage aan het maatschappelijk debat over de drie vermelde kernonderwerpen.

2.Maatschappelijke situatie anno 2019
Nederland is een verzorgingsstaat en dat betekent dat de staat sociale zekerheid biedt aan kwetsbare burgers die, tijdelijk of permanent, niet in staat worden geacht om zelf in (voldoende) inkomen en/of verzorging te voorzien. HET IS GOED TOEVEN IN NEDERLAND. We hebben een van de beste zorgstelsels ter wereld en volgens deskundigen zelfs het beste. Wie niet in staat is te participeren op de arbeidsmarkt of als ondernemer, heeft recht op een uitkering. Ouderen hebben, afhankelijk van het aantal jaren dat ze in Nederland woonden, recht op een ouderdomsuitkering en afhankelijk van iemands arbeidsverleden, recht op een aanvullend pensioen. Maar de huidige dynamiek in onze snel veranderende samenleving roept bij velen onzekerheid op. De directeur van De Nederlandse Bank (DNB) Klaas Knot, zei op 27 januari 2019 in het televisieprogramma Buitenhof over de schokbestendigheid van onze economie ‘De wereld is onzeker en aan onzekerheden kunnen we weinig doen’. In Buitenhof kwam ook naar voren, dat de jaren van onstuimige economische groei voorbij lijken en de eerste tekenen van terugval zichtbaar zijn. Het kantelmoment waar we volgens mij thans voor staan komt niet onverwachts, maar is decennia geleden al aangekondigd.

3.De Zorgeloze Verzorgingsstaat
In het in 1992 uitgegeven boek ‘Afscheid van de zorgeloze verzorgingsstaat’, geven de auteurs een ruwe schets van ‘de verzorgingsstaat van morgen’. Met een vooruitziende blik besteedden ze toen al aandacht aan het anno 2019 niet meer weg te denken begrip ‘arbeidsparticipatie’. Ons sociale zekerheidsstelsel wordt in het boek grondig geanalyseerd maar ook mogelijke effecten voor de langere termijn, zoals betaalbaarheid van het systeem. Zij pleiten voor een grondige versobering van voorzieningen en verzekeringen, waarbij zelfs ingrepen in de AOW zoals verlaging, niet worden uitgesloten. Wel wordt er de kanttekening bij geplaatst dat dit zo gevoelig ligt in de samenleving, dat eventuele toekomstige ingrepen zeer veel tijd en overredingskracht zullen vergen (1). Vijftien jaar later volgt er opnieuw een goede onderbouwde analyse van de verzorgingsstaat, in een rapport van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR zie omslag bovenaan en bronnen). Ondanks de vele conclusies en waarschuwingen, leert de praktijk dat ondanks talrijke onderzoeken en publicaties, de overheid er maar niet in slaagt de verzorgingsstaat toekomstbestendig te maken. Onze overheid doet wel haar best in vergelijking met veel andere landen, maar de weerstand tegen ingrijpende maatregelen is groot. Goed voorbeeld is de (begrijpelijke) commotie rond het koppelen van de AOW-leeftijd aan de levensverwachting.  Een cruciale en thans actuele vraag die in het WRR-rapport naar voren kwam en mij aansprak, was wat een globaliserende wereldorde betekent voor de verzorgingsstaat? (2). Op een in hoog tempo veranderend wereldtoneel met grote machtsverschuivingen, in combinatie met de groeiende invloed van de (sociale) media, kan niemand meer om de uitdagingen van globalisering heen. Het is mij opgevallen dat er veel boeken zijn gepubliceerd over de verzorgingsstaat. Zelf publiceerde ik in de jaren negentig mijn boeken Christenen en de Welvaartsmaatschappij en Een Golf van Geweld, waarin ik vanuit ethiek en levensbeschouwing aandacht besteed aan onderwerpen als globalisering, digitalisering, overconsumptie, het milieu, migratie, onvoorziene situaties, (gewelds)criminaliteit, rentmeesterschap en egoïsme (3).

4.De Hollandse Ziekte
Er is een aantal redenen dat herijking van onze verzorgingsstaat gewenst is. Ontdekking door de NAM op 29 mei 1959 van de gasbel van Slochteren, was een belangrijke impuls voor het optuigen van een zorgeloze verzorgingsstaat. De ene na de andere sociale wet werd aangenomen en leidde tot onze verzorgingsstaat, een sociaal paradijs. Laat ik duidelijk stellen dat dit voor velen, inclusief mijn gezin, een zegen was en reden voor dankbaarheid. Er waren echter ook kritische geluiden. Overbesteding in plaats van spaarzaamheid, zou een op termijn onbetaalbaar systeem creëren. Een overdreven sociaal vangnet, zou een negatieve invloed hebben op de zelfredzaamheid en verlammend kunnen werken op het initiatief van burgers. Door de harde gulden, mede als gevolg van de hoge aardgasbaten, nam de druk op de export toe. In de media verschenen zelfs berichten over de Hollandse Ziekte. Niet geheel ten onrechte zou later blijken, want dit verschijnsel was voor de Noorse overheid zelfs de aanleiding om anders om te gaan met de immense gasvoorraden die daar werden ontdekt.  De Nederlandse situatie was voor de Noren de reden energie inkomsten op te potten in een fonds, in plaats van uit te geven en de consumptie te stimuleren (4). De wereld staat voor grote uitdagingen met veel onzekerheden. Het halen van klimaatdoelen, een dreigende handelsoorlog, de gevolgen van een Brexit, begrotingsperikelen en onzekerheid rond Eurostaat Italië en de toegezegde verhoging van de bijdrage aan de NAVO, zullen in ons land onvermijdelijk gevolgen hebben voor de verzorgingsstaat. Tevens lopen we het risico van een nieuwe huizenbubbel bijvoorbeeld als de rente stijgt. De geopolitieke situatie is op veel plaatsen zorgelijk en kan zomaar uitmonden in een groot conflict. Veel onzekerheden dus, zoals DNB-directeur Knot schetste (zie foto DNB-kantoor). Het wegvallen van aardgasbaten en de energietransitie die momenteel plaats vindt, zullen bij ons land harder aankomen dan in andere landen. Er zijn ook al duidelijke signalen dat de wereldeconomie aan het afkoelen is en het is de vraag of de klimaatdoelen worden gehaald. Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) en het Centraal Planbureau (CPB), presenteren op woensdag 13 maart 2019 hun analyses van het ontwerp-Klimaatakkoord (5). Belangrijk, want de media belichten de klimaatdoelen uitgebreid, maar niemand weet precies wat de kosten zijn en dus de effecten op onze economie. Ook de groeiende tweedeling in de samenleving zal aan de orde moeten komen. De opkomst van het populisme, gele-hesjes-protesten en kinderen die massaal de straat opgaan voor de klimaatdoelen, kunnen alleen met open en integere communicatie en goed beleid worden beantwoord.

5.Drie persoonlijke kernonderwerpen: Huisvesting, Veiligheid en Zorg
In december 2018 zond ik mijn persoonlijke bijdrage aan de Evaluatie Woningwet naar enige media, volksvertegenwoordigers, overheden en organisaties in de sociale huursector als de Woonbond en Aedes, de brancheorganisatie van woningcorporaties. Ik heb daarop diverse positieve reacties ontvangen, die integraal zijn opgenomen in de aangehaalde bijdrage op mijn website. Deze is besproken in de Vaste Kamercommissie voor Binnenlandse Zaken (BiZa) en positief beoordeeld. Omdat het om openbare stukken gaat, voeg ik de laatste reactie van de Kamercommissie bij. CommissieBiZaTweedeReactieBijdrageEvaluatieWoningwet Persoonlijke ervaringen en het onderzoek van bronnen versterkten bij mij het besef dat ik al had vanuit mijn politie-achtergrond, namelijk dat de kernbegrippen ‘Huisvesting’, ‘Veiligheid’ en ‘Zorg’, in hun samenhang steeds belangrijker worden voor burgers, in het bijzonder voor senioren en kwetsbare groepen als gehandicapten.

6.Toekomstbestendig wonen: waarom kiezen senioren voor 55+label?
Mijn echtgenote en ik wonen in een senioren appartement in de sociale huursector en ik neem bewust onze persoonlijke situatie als uitgangspunt. Ik ben 70 jaar oud en mijn echtgenote is 67. Wij kozen bewust voor een seniorenwoning in de sociale huursector (55+), om in te spelen op een toekomstige inkomensval en de directe nabijheid van voorzieningen. Vanwege de medische situatie van mijn echtgenote en inmiddels ook van mijzelf, was dat noodzakelijk. Toen wij bijna 2 decennia geleden besloten onze woning te verkopen en te verhuizen naar een gelijkvloerse woning, was in de jaren ervoor bij mijn echtgenote een diagnose gesteld die een belangrijk argument werd bij de afwegingen en keuzes die we zouden gaan maken. Op grond van kennis die je opdoet, medische diagnostiek, ervaringen van lotgenoten en prognoses van deskundigen ga je nadenken over onderwerpen als toekomstbestendig wonen, ondersteuning van thuiszorg, mantelzorg etc. Beslissingen voor de toekomst neem je in die levensfase niet lichtvaardig en naast kennis over en ervaring met de ziekte, worden die ook bepaald door behoeftes en verwachtingen. Goed nadenken over bijvoorbeeld de kosten en de financiële mogelijkheden is daarbij belangrijk. Voor zover mogelijk, want niet alles is in te schatten. Ik verbleef enige jaren als emigrant in Canada en wist dat ik zou worden gekort op de AOW. Maar onvoorziene omstandigheden speelden ook een rol. De Kredietcrisis was een mondiaal omslagpunt dat alle burgers raakte. De rente op spaargeld daalde, aandelenkoersen zakten, banken moesten met overheidssteun overeind gehouden worden, bezitters van huizen kwamen onder water te staan, pensioenen werden nauwelijks nog geïndexeerd en wellicht dreigt in de toekomst een verlaging. De zorgkosten groeiden explosief en het systeem van inkomensafhankelijke huurverhoging, werd vanuit het niets en zonder overgangstermijn geïntroduceerd. Een overhaaste beslissing zoals diverse rapporten inmiddels aantonen. Het was een belangrijk argument voor mij om een bijdrage te leveren aan de Evaluatie Woningwet en deze vervolgpublicatie te verzorgen.
Door het overheidsbeleid zoals de stelselherziening, maatschappelijke processen als individualisering, verbeterde medische zorg en een toegenomen levensverwachting, is de behoefte om zelfstandig te blijven wonen onder ouderen toegenomen dan wel gestimuleerd. Hoewel het seniorencomplex waar wij wonen betrekkelijk oud is, zijn mijn echtgenote en ik er redelijk tevreden. De kwalificatie ‘redelijk’ kan onjuist worden uitgelegd, maar ik bedoel ermee dat door ziekte en mantelzorg de toekomstperspectieven onzeker zijn, zeker waar het mobiliteit en levensverwachting betreft. Belangrijke factoren die mede je geluk bepalen, maar niet door iedereen goed worden ingeschat. Als mantelzorger ben ik blij dat binnen 100 meter prima voorzieningen zijn, zoals twee supermarkten, een bakker, drogist, lectuurwinkel en kapper. Eerder woonden we in een luxer appartement in de vrije sector, maar de voorzieningen waren meer op afstand. Ervaring leert ons dus hoe belangrijk de omgeving is. Voor de kwieke en fitte senioren zonder mantelzorgverantwoordelijkheid, zal dit een secundaire behoefte zijn. Als de mobiliteit echter sterk afneemt en de valgevoeligheid toeneemt, vakantie en uitjes nagenoeg uit beeld zijn en er geen omvangrijk netwerk, is zijn deze voorzieningen van levensbelang. De sfeer in het wooncomplex is goed. Ik plaats daarbij wel de kanttekening dat, mede gelet op de leeftijd van de bewoners, het huurdersbestand snel wijzigt. De conclusies uit onderzoek verricht in opdracht van Aedes, dat de leefbaarheid in woonwijken onder druk staat is merkbaar, maar volgens mij minder dan in andere regio’s. Voor dat aspect verwijs ik naar mijn bijdrage aan de Evaluatie Woningwet. De vraag of een woning voldoet aan de geschiktheidseisen voor senioren, is een complexe vraag. Als het om de beschikbaarheid van bijvoorbeeld een lift gaat is het meetbaar. Andere aspecten zijn vaak minder evident, zoals gezondheidsaspecten en de individuele situatie. Onderzoek daarnaar is gewenst en noodzakelijk.

7.Veiligheid Gevoelsveiligheid en Overlast
Belangrijke redenen dat men kiest voor een woning met 55+ label zijn sociale contacten en veiligheid. In andere landen zijn al zogenaamde seniorensteden. Vooral het begrip ‘Gevoelsveiligheid’ is voor veel burgers belangrijk. Daarover is veel misverstand, dus het vergt enige uitleg. Als de politie en/of het CBS cijfers publiceren over daling van criminaliteit, zijn daar kanttekeningen bij te plaatsen. Het gaat bij cijfers en statistieken over geregistreerde criminaliteit, waarbij ook nog een aantal vormen van criminaliteit niet wordt meegeteld. Het sterke vermoeden bestaat dat veel criminaliteit onzichtbaar is omdat de aangiftebereidheid laag is, er onjuiste prioriteiten worden gesteld bij de handhaving en bepaalde delicten niet worden meegeteld zoals ondermijnende criminaliteit, veel cybercriminaliteit en vormen van drugscriminaliteit. Ook is er het vermoeden dat delicten niet worden geregistreerd, omdat opzet moeilijk is aan te tonen, zoals bij het groeiende aantal branden dat plaats vindt. Gevoelsveiligheid houdt in dat de burger meer onveiligheid ervaart dan statistieken en cijfers laten zien. Het is een woordspeling afgeleid van het begrip ‘gevoelstemperatuur’. Het veiligheidsgevoel wordt in negatieve zin sterk beïnvloed door het permanente bombardement met informatie, zoals filmpjes en camerabeelden bijvoorbeeld verspreid via programma’s als Opsporing Verzocht, Hart van Nederland en via dagbladen. De vaak schokkende beelden confronteren ons met het grove geweld dat wordt gebruikt bij gewelddadige overvallen en inbraken, waarvan regelmatig kwetsbare groepen zoals senioren en in mindere mate gehandicapten slachtoffer zijn. Daarbij ontkom je niet aan de indruk, dat juist de kwetsbaarheid en het gebrek aan weerbaarheid redenen zijn voor deze laffe vormen van criminaliteit. Veel senioren kiezen voor huren of kopen van een seniorenappartement, vanwege veiligheid en sociale redenen. Deze complexen krijgen dan een seniorenlabel bijvoorbeeld 55+. De praktijk leert dat ouderen minder verhuizen dan andere leeftijdsgroepen, met de kanttekening dat ‘aankomende ouderen’ (55-tot 65 jarigen) vaker verhuizen dan ouderen boven 65, in het bijzonder als ze een woning huren. De wat oudere seniorencomplexen zijn volgens een aantal deskundigen niet altijd geschikt als seniorenwoning en men wil dan ‘omlabelen’ of ‘ontlabelen’. Dat is de leeftijdsgrens verlagen of helemaal ontdoen van het label. Opvallend is dat om dat doel te bereiken ook een argument wordt gebruikt als ‘vermenging met jongere huurders is juist goed’. Een twijfelachtig argument, want als die gedachte op gaat zou dat in principe gelden voor alle seniorencomplexen. De ervaring leert dat ontdoen van het seniorenlabel grote weerstand oproept en ouderen mobiliseert. Begrijpelijk, want men heeft in de regel weldoordacht gekozen voor een seniorenwoning en opgedrongen veranderingen leiden tot grote onrust en erger. Een ander argument dat wordt aangehaald is de verhuurbaarheid. Woningen in bepaalde oudere complexen zouden niet goed in de markt liggen. Ik betwijfel of dat zo is, want er vindt door natuurlijk verloop meer doorstroming plaats. Ik kan mij overigens voorstellen dat senioren bij voorkeur in een modern complex wonen, zeker als er voorzieningen in de nabijheid zijn. Wat bij mijn weten niet goed is onderzocht, zijn de gevolgen van het systeem van Passend Toewijzen en inkomensafhankelijke huurverhoging op de doorstroming. Ik heb gesproken met senioren die graag hun huis zouden willen verkopen om door te stromen naar een seniorenwoning, maar als middeninkomens vallen ze buiten de boot. In veel regio’s zijn ook onvoldoende woningen beschikbaar en die inhaalslag wordt niet van de ene dag op de andere gemaakt. Zelf sluit ik niet uit dat op de achtergrond meespeelt dat ouderen vaak in grote huizen of appartementen wonen en corporaties, in de huidige situatie van krapte op de woningmarkt en gelet op met de gemeente gemaakte prestatieafspraken, de minder geschikte seniorencomplexen met betrekkelijk grote woningen aan andere doelgroepen zouden willen verhuren. Het is maar een gedachte. Het is van groot belang dat er zorgvuldig maar vooral open en tijdig over wordt gecommuniceerd. Geen overvaltechniek, want dat resulteert alleen in krachtige emoties als verontwaardiging, angst of woede. Een voorstel lanceren en afwachten hoe dit landt, doet geen recht aan de gevolgen van verandering van een label voor senioren. Ook overlast speelt een rol bij de keuze voor seniorenhuisvesting. Ik zal dat met een voorbeeld onderbouwen. We woonden voordat we de huidige woning betrokken in een betrekkelijke luxe seniorenappartement, dat grensde aan een park. De brievenbussen en intercom met camera bevonden zich in een voor iedereen bereikbare entreehal. Dat verliep prima, totdat hangjongeren die het park onvoldoende behaaglijk vonden de entree ontdekten als hangplek. Gevolg was overlast die erin resulteerde dat de buitendeur alleen overdag open was voor buitenstaanders, brievenbussen moeilijker bereikbaar werden en intercom en camera’s ook aan de buitenzijde van het gebouw moesten worden aangebracht. In het park werden regelmatig bankjes en tafels in brand gestoken, wat het veiligheidsgevoel van de bewoners ook niet bevorderde, vooral in de avonduren. Voor meer informatie verwijs ik naar mijn webpublicatie ‘Criminaliteit en Gevoelsveiligheid’ op de pagina ‘Artikelen’ https://www.jaapspaans.nl/trends-2-criminaliteit-en-gevoelsveiligheid/ Op de agenda van de gemeenteraad van Hoogeveen stond op 24 januari 2019 het Integraal Veiligheidsplan 2019-2022. Op 7 februari volgt er nog een debatronde. Belangrijke onderwerpen in het IVP 2019-2022 zijn ‘Hoe men sociale overlast ervaart’ (3.2 punt 7), ‘Veiligheid voor senioren’ (3.4) en ‘De samenleving betrekken bij de prioritering van de veiligheidsvraagstukken’ (3.5). Reden voor mij om deze publicatie naar de griffie te zenden. Men wil de samenleving immers betrekken bij veiligheidsvraagstukken.

8.Ons Zorgstelsel
Nederland is demografisch aan het vergrijzen. De statistieken zijn duidelijk en dat zal grote maatschappelijke gevolgen hebben. Bij trends ligt dat anders, want dan kan er nog worden omgebogen, maar dat vereist inzicht en daadkracht. De Volksgezondheid Toekomst Verkenning (VTV) 2018 (6) bevat een aantal trends bij ongewijzigd beleid. Naar verwachting zal door de vergrijzing het aantal mensen met ouderdomsziekten sterk stijgen. Volgens het Trendscenario van de VTV 2018 verdubbelt het aantal mensen met dementie van 154.000 in 2015 naar 330.000 in 2040. Dit zal immense gevolgen hebben voor bijvoorbeeld de eerstelijnszorg, verpleeghuiszorg en acute zorg. Ook de sociale huursector zal hiervan de gevolgen ondervinden. De geschetste trends zullen onvermijdelijk doorwerken naar andere maatschappelijke sectoren. Voortzetting van het huidige beleid zal leiden tot een verdubbeling van de zorguitgaven naar 174 miljard euro. Van alle zorgsectoren stijgen de uitgaven aan de ouderenzorg het snelst. Uiteraard kunnen er onvoorziene situaties optreden, die van invloed zijn op de trends en prognoses. Die kunnen positief uitvallen, bijvoorbeeld als de wetenschap erin slaagt ouderdomsziekten te voorkomen of genezen, maar ook negatief bijvoorbeeld bij calamiteiten die een weerslag zullen hebben op de rijksbegroting. Feit is dat de prognoses van de VTV 2018 aansluiten bij de diverse visies over de toekomst van de verzorgingsstaat. Nederland heeft een van de beste zorgsystemen ter wereld en deskundigen menen zelfs het beste. De geschetste mogelijke financiële druk op de rijksbegroting, zal onvermijdelijk leiden tot maatschappelijke spanningen. De reorganisaties en sluiting van ziekenhuizen in 2018, leidden tot massale protesten. Begrijpelijk, want onze goede zorg is een groot goed en verworvenheid. Wat ik in de discussie vaak miste, waren de conclusies op basis van door de overheid uitgevoerd onderzoek die ik hiervoor aanhaalde. In een recent televisieprogramma werden de toekomstige zorgproblemen uitvoerig belicht. Door diverse deskundigen werd verwoord dat de zorg de komende decennia anders moet worden ingericht en georganiseerd. Bij mijn weten zijn deze prognoses nog niet weerlegd. (7). Het is evident dat dit ook een enorme weerslag zal hebben op de woningmarkt en de sociale huursector in het bijzonder. De samenleving als geheel en individuele burgers kunnen aan dat omslagproces een constructieve en creatieve bijdrage leveren. In een snel globaliserende wereld zal er onvermijdelijk een herschikking komen van de rijksbegroting. De kosten van het halen van de klimaatdoelen zijn nog niet bekend, verhoging van de bijdrage aan de NAVO naar 2% zal miljarden euro’s gaan kosten, het wegvallen van aardgasbaten en de energietransitie zal ook gevolgen hebben voor de schatkist. Als ik aan deze bijdrage werk wordt duidelijk dat veel pensioenfondsen onder de wettelijk vereiste dekkingsgraad zitten en de komende jaren zo goed als zeker moeten korten. De effecten van deze ontwikkeling zullen ook merkbaar worden in de sociale huursector. Het is goed dat burgers en senioren in het bijzonder hun stem laten horen.

Ik stel met nadruk dat deze publicatie mijn persoonlijke visie bevat en een bijdrage is aan het maatschappelijk debat dat momenteel gaande is over de kernonderwerpen die ik belichtte. Indien er feitelijke onjuistheden in staan, zou ik daar gaarne kennis van nemen, want uiteindelijk is het leven één groot leerproces.

 

Slotoverweging ter bezinning: Ondersteund door het Marshallplan en het European Recovery Program (ERP), begon de generatie die voor de oorlog was geboren aan de wederopbouw van ons land. Door hun inzet en doorzettingsvermogen werd het fundament gelegd voor de moderne verzorgingsstaat. In 1950 bedroeg de wereldbevolking 2,5 miljard mensen, in 2005 6,5 miljard en de mensheid stoomt volgens prognoses op naar ongeveer 9,5 miljard in 2050 (cijfers Wikipedia). Gestimuleerd door het gunstige economische klimaat dat ontstond en ontdekking van de Groningse gasvelden, werd in de decennia die volgden op de Wederopbouw, door de babyboomgeneratie de zorgeloze verzorgingsstaat opgetuigd. Het woord zorgeloos verdient wel een nuance, want altijd zijn er burgers geweest die de welvaartsboot misten en dat zal zo blijven. In deze publicatie heb ik getracht aan te geven dat we ons als mensheid op een omslagpunt bevinden. Talrijk is het aantal uitdagingen waarvoor de mensheid staat. Talrijk is ook het aantal onzekerheden dat ons wacht. Niet alles is maakbaar, de wetenschap heeft ook beperkingen en het Centraal Plan Bureau kan niet alles doorrekenen vanwege de complexiteit en de grensoverschrijdende aspecten van de uitdagingen die ons wachten. Factoren als menselijk egoïsme en eigenbelang, blijken in de praktijk vaak duurzame en rechtvaardige oplossingen in de weg te staan. Dan kom je terecht bij de ethische en levensbeschouwelijke aspecten. Het is goed om jezelf af en toe een spiegel voor te houden en aan zelfonderzoek te doen. Alleen door een gezamenlijke inspanning en optimale communicatie kan de verzorgingsstaat overeind blijven!

9.Bronnen:
1.’Afscheid van de zorgeloze verzorgingsstaat’, hoofdstuk 9 onder 9.2. M.J. de Jong en R. van Schoonhoven. Uitgave Spectrum / Aula, 1992.
2.’De verzorgingsstaat herwogen’. Rapport van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid en Amsterdam University Press, hoofdstuk 3 Globalisering en de verzorgingsstaat. Amsterdam 2006.
3.’Christenen en de welvaartsmaatschappij’ 1996 en ‘Een Golf van Geweld’ 1999. Jaap Spaans. Eerste exemplaar uitgereikt aan burgemeester Deetman van Den Haag.
4. ‘Noorwegen heeft een oliefonds tikt met inmiddels meer dan 1 biljoen dollar.
5. Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) en het Centraal Planbureau (CPB) presenteren op woensdag 13 maart 2019 hun analyses van het ontwerp-Klimaatakkoord. Persbericht CPB, 22/1/2019 en ‘Wereldhandelsmonitor’ met Wereldwijde ontwikkelingen in internationale handel en industriële productie. CPB, november 2018:
6.Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2018, onderwerpen ‘Ouderdomsziekten’ en ‘Zorguitgaven’. Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, onderdeel van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
7.’Ouderenzorg. De taboes op tafel’. Avro/Tros, 21/1/2019.

Overige geraadpleegde bronnen:
‘Monitor Investeren in de toekomst. Ouderen en langer zelfstandig wonen’. Eindrapport 18/4/2017. Rigo, In Fact, Q Delft. In opdracht van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
–World Economic Forum ‘The Global Risks Report 2018 13th Edition’.
–‘Op weg naar een Weerbare Open Samenleving’. Studie in opdracht van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) van het Ministerie van Justitie en Veiligheid. Utrecht, November 2018. Diverse auteurs.
–‘Verhuurbaarheid seniorenwoningen. Publieksversie’. Aedes-Actiz Kenniscentrum Wonen-Zorg Auteur Henk Nouws. April 2015.
–Integraal Veiligheids Plan 2019-2022 van de gemeente Hoogeveen (komt nog in debat in de gemeenteraad) onder 3.2 punt 7: ‘Van de inwoners van Hoogeveen ervaart 8% veel sociale overlast in 2017. De overlast bestaat dan uit rondhangende jongeren, drugsgebruik of drugshandel en dronken mensen op straat.
–Persbericht woningcorporatie Woonconcept. ’Woonconcept zet veiligheid voorop’.

10. Foto’s/Illustraties: Jaap Spaans m.u.v. © Omslag ‘De Verzorgingsstaat herwogen’: Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR). Rechten foto gebouw van De Nederlandse Bank, © DNB. Gebruik EU-logo is onder voorwaarden vrij en toegestaan.

-Concentraties van erfelijke ziekten

In de tweede week van september 2018 hield het Prinses Beatrix Spierfonds (PBS) de actie ‘Collecteren tegen spierziekten’. Een actie die ik van harte ondersteun. Er zijn ongeveer 600 spierziekten en veel ervan zijn erfelijk. Bekende voorbeelden zijn myotone dystrofie (MD), de ziekte van Duchenne en SMA. Wie met een spierziekte in de omgeving te maken krijgt, weet hoe ernstig de impact kan zijn op de patiënt en de omgeving. Een ziekteproces kan snel en heftig verlopen, maar ook langdurig en slopend zijn. Omdat erfelijkheid vaak een rol speelt, hebben spierziekten een grote weerslag op individuen, gezinnen maar ook families. Door wetenschappelijk onderzoek en uitwisseling van informatie wordt steeds meer bekend over de genetische aspecten, waardoor nieuwe inzichten ontstaan over oorzaken, verloop en behandeling.

MD in Saguenay Canada

MD wordt gekenmerkt door het onvermogen tot relaxatie van spieren (myotonie) en door progressieve spierzwakte. Het is een multisysteem ziekte die ook organen aantast waardoor bijvoorbeeld hartritmestoornissen en maagdarmklachten kunnen ontstaan. Ook mentale retardatie kan voorkomen, vaak als de moeder draagster is. Per generatie neemt de ziekte in ernst toe (anticipatie). MD komt in ons land naar schatting voor (prevalentie) bij 10/100.000. Een huisarts met een praktijk van 2350 patiënten zal in dertig jaar werken gemiddeld drie patiënten met MD zien (1). Er zijn echter uitzonderingen, zoals in de Canadese plaats Saguenay (Franstalig Quebec). Sociologisch onderzoek wees uit dat daar de prevalentie 10/7450 is, 30 tot 60 keer hoger dan de mondiale cijfers. Met behulp van computertechnologie konden onderzoekers de achtergronden analyseren, zoals familiegeschiedenissen. Canada is een emigratieland en rond 1840 kwamen door een emigratiestroom tussen 57 en 77 MD-patiënten naar de regio Saguenay. In combinatie met hoge geboortecijfers, een geografisch isolement en minder mobiliteit kon de ziekte uitbreiden (2). Dergelijke praktijksituaties zijn belangrijk voor wetenschappers om meer inzicht te krijgen in MD en erfelijkheid in het algemeen. Naast medische aspecten werd ook onderzoek verricht naar de psychosociale omstandigheden. Daaruit bleek dat 2 van de 5 gezinnen (42%) onder de armoedegrens leefden. Na het veertigste levensjaar bleek een aanzienlijk deel van de patiënten arbeidsongeschikt en leefde in achterstandsgebieden. Afhankelijk van de welvaart in een land en de kwaliteit van de zorg, komen psychosociale problemen regelmatig voor bij patiënten met MD. Wat ik uitermate betreur is dat deze aspecten van een ziekte weliswaar in veel studies en publicaties worden vermeld, maar naar mijn mening onvoldoende worden onderzocht en uitgediept. Ik merk zelfs dat discussies erover worden gemeden en men vaak in de ontkenning of verdediging schiet. Een conclusie die ik overigens baseer op persoonlijke ervaringen. Ik denk dat schaamte en emoties als verdriet en angst daarbij een rol spelen.

Concentraties erfelijke ziekten

Naar mate de genetische en medische inzichten voortschrijden, wordt duidelijk dat geografische, demografische en sociale factoren een rol kunnen spelen bij de risicobepaling voor erfelijke aandoeningen. Ik zal dat met enige voorbeelden onderbouwen. In 2004 werden onderzoeksresultaten bekend, waaruit bleek dat een bepaalde vorm van de hartaandoening hypertrofische cardiomyopathie (HCM), vaker voorkomt onder afstammelingen van Friese doopsgezinde emigranten. Een andere hartafwijking komt vaker voor in de noordelijke provincies van ons land en Noord-Holland. De stofwisselingsziekte Tay-Sachs komt vaker vooronder Ashkenaziesche Joden dan de algemene bevolking. Mensen die het betreft kunnen voor een dragerschapstest terecht bij een aantal klinisch genetische centra. Nederland kent ook voorbeelden van erfelijke ziektes die bovengemiddeld voorkomen op lokaal niveau. Bekend zijn de Katwijkse ziekte, een erfelijke aandoening die tot hersenbloedingen kan leiden en de Volendamse ziekte, die maakt dat kinderen zwaar gehandicapt ter wereld komen. Daarbij speelt een rol dat veel van de dorpelingen afstammen van slechts zeven oerfamilies en er voortplanting plaats vindt binnen een beperkte gemeenschap. Dagblad Trouw publiceerde in 2017 een artikel dat de Volendamse ziekte aan het verdwijnen is uit Volendam, mede als gevolg van de mogelijkheden om te testen op genetische afwijkingen en vervolgens bij een kinderwens bijvoorbeeld te kiezen voor pre-implantatie genetische diagnostiek (3). Daarom is erfelijkheidsvoorlichting van groot belang, maar ook de discussie erover.

Erfelijkheid en geloof

Het onderwerp ‘erfelijkheid’ houdt mij al enige decennia bezig. In hoofdstuk 7 van een boek dat ik erover schreef, heb ik op basis van algemene ethische principes een aantal kanttekeningen geplaatst bij de ontwikkelingen op het gebied van genetica (4). Ik moet eerlijk bekennen dat mijn opvattingen sindsdien zijn verschoven, onder andere door het vele lijden dat bijvoorbeeld erfelijke spierziektes kunnen veroorzaken. Voortschrijdend inzicht in genetica is een ontwikkeling die niet te stoppen valt en christenen mogen de discussie erover dan ook niet mijden of negeren. Als dat wel gebeurt vervreemdt dat de kerk, die al geconfronteerd wordt met leegloop, verder van de samenleving en dat zou triest zijn. In 2004 schreef ik al dat de discussie over dit onderwerp achterblijft bij die in de brede samenleving. Maar tijden veranderen. Klinisch genetische centra hebben het drukker dan ooit. In iedere kerk, geloofsgemeenschap of andere organisatie van enige omvang zijn wel mensen te vinden, die direct of indirect met het onderwerp te maken hebben. Toch blijkt de discussie vaak ingewikkeld. Een fictief voorbeeld: in iemands voorgeslacht was er ruim een eeuw geleden een genetische mutatie, waardoor een ernstige erfelijke ziekte ontstond. De ziekte verspreidt zich vervolgens onder het nageslacht en een eeuw later wordt iemand in zijn kerk geconfronteerd met scherpe en kritische analyses over erfelijkheid, veelal geuit zonder kennis van genetica en vanuit een gebrek aan inlevingsvermogen. In de ‘eenzame’ strijd die mensen met een erfelijke aandoening vaak voeren, kan dit leiden tot emoties als verdriet, woede en boosheid. De situatie wordt nog complexer, nu de praktijk uitwijst dat ook bij psychische aandoeningen erfelijkheid een rol kan spelen. Gedegen theologische analyses daarover zijn helaas schaars.

Smartphoneverslaafd maar kritisch over erfelijkheid

Steeds meer mensen doen een beroep op de klinisch genetische centra in ons land, bijvoorbeeld voor preconceptioneel of prenataal genetisch onderzoek. Afhankelijk van de uitslagen kunnen daarbij indringende vragen opkomen over zingeving, geloof en ethiek. Naast kennis over het onderwerp is vooral een troostende arm om iemands schouder belangrijk. Ik verwacht dat onder christenen de betrokkenheid bij het onderwerp sterk zal toenemen. Ik baseer dat op de praktijk, maar ook op de resultaten van een enquête die ik in 2004 hield onder 100 representatieve christenen (zie elders op deze website). Wat mij soms opvalt in de opstelling van medechristenen die kritisch zijn over erfelijkheidsonderwerpen, is dat zij voorop lopen als het om andere wetenschappelijke of technologische ontwikkelingen gaat. Ik herinner mij een voorbeeld van iemand die mij na een spreekbeurt kritisch aansprak over een aspect van het onderwerp. Zelf stond zij erom bekend een aan verslaving grenzende focus op smartphones en games te hebben. Bij veel moderne maatschappelijke processen, zoals de huidige massale digitalisering, kunnen ook allerlei ethische kanttekeningen worden geplaatst, maar die worden in de regel weggewoven.

Ik stel met nadruk dat ik geen wetenschapper ben of medisch professional en mijn publicaties baseer op ervaringen en gedegen bronnenonderzoek. Bij vragen adviseer ik altijd een deskundige te raadplegen.

 

 

Foto’s/Illustraties: Collectemateriaal Prinses Beatrix Spierfonds. Boekomslag: Douglas Design

Bronnen:

  1. Informatie van Spierziekten Nederland o.a. ‘Myotone Dystrofie. Info voor de huisarts’, Myotone Dystrofie. Begeleiding en behandeling’ diverse auteurs. Uitgave Elsevier Gezondheidszorg 2000 ‘Long-term clinical and genetic studies in myotonic dystrofie’ en proefschrift van Christine de Die-Smulders. Uitgave: Universiteit van Maastricht, 2000.
  2. Abstracts/samenvattingen: ‘Spreading of the gene for myotonic dystrophy in Saguenay’ (Quebec), J Genet Hum, 1988. ‘Myotonic dystrophy in Quebec: geographical distribution and concept of genetic homogenity’, C. Laberge, 1989. Myotonic Dystrophy Steinert Disease Epidemiological data. Quebec Web Portal. Genealogical reconstruction of myotonic dystrophy in the Saguenay-Lac-Saint-Jean area’ (Quebec, Canada’), diverse auteurs. Neurology, 1990. ‘La dystrophie myotonique: I. Caractéristiques socio-économiques et résidentielles des malades’. Diverse auteurs, Le journal Canadien des sciences neurologiques’, 1989.
  3. ‘Hartafwijking voert terug naar M.Simons’, Ikontv, 9/2/2004. ‘Gen voor hartspierziekten te herleiden tot gezamenlijke Friese voorouder’. Persbericht UMCG, 9/11/2012. ‘Nieuw: Dragerschapstest voor aandoeningen binnen de Joodse gemeenschap’. Persbericht VUmc, 22/10/2015 en ‘Dragerschapstesten voor de Joodse gemeenschap’. Website Erfelijkheid.nl, 30/8/2018. ‘Volendamse ziekte verdwijnt uit Volendam’. Erfelijkheid.nl, 30/8/2018. ‘Erfelijkheid bij zeldzame aandoeningen’. Diverse auteurs. Afdeling Klinische Genetica, MUMC Maastricht, 2018.
  4. Christenen en erfelijkheid. Jaap Spaans. Oogstpublicaties Amsterdam, 2004. Het Placenta Mysterie. Jaap Spaans, eigen beheer. 2015. Boeken zijn niet meer leverbaar.