–Hoe betrouwbaar zijn verklaringen?

Communicatie is een belangrijk maatschappelijk onderwerp. We communiceren steeds intensiever, maar dat betekent ook dat er veel mis kan gaan. Pas in de twintigste eeuw werd communicatie verheven tot een afzonderlijke wetenschap. Een deskundige vertelde mij eens, dat in onze moderne samenleving goed werkende communicatiekanalen qua belang vergelijkbaar zijn met de bloedsomloop in het menselijk lichaam. De coronapandemie heeft grote gevolgen voor onze communicatie. Door de afstandsregels werd er meer online gecommuniceerd. Ook was er verwarring over de adviezen en regels van overheden en deskundigen om de pandemie beheersbaar te houden. Door de crisis was er veel miscommunicatie in gezinnen en families, waarbij de emoties soms hoog opliepen. De beelden van vereenzamende ouderen in quarantaine in verzorgingstehuizen, die op afstand communiceerden met familieleden staan nog op ons netvlies.

Wat is communicatie?

Het begrip ‘COMMUNICATIE’ is afgeleid van het Latijns communis=gemeenschappelijk. Informatie die wordt overgedragen wordt gemeenschappelijk gemaakt. Het is geen statisch begrip maar een proces met vele vormen variërend van verbale en nog-verbale communicatie tot massacommunicatie. Onlangs kregen Nederlanders een aanschouwelijk lesje non-verbale communicatie, toen tijdens de coronapersconferentie de woordvoerders werden ondersteund door doventolk Irma. Door haar uitstraling, bewegingen en mimiek groeide zij uit tot een populaire tv- persoonlijkheid. Bij het communiceren kan er ook veel mis gaan, waardoor er ruis of miscommunicatie ontstaat soms met grote gevolgen. De geschiedenis leert dat gewapende conflicten zijn begonnen door miscommunicatie tussen machthebbers en andere leiders. Anno 2020 worden we dagelijks via de media overspoeld met nepnieuws en verwerpelijke communicatie via sociale media, zoals bedreigingen en smaad. In een aantal publicaties beperk ik mij tot interpersoonlijke communicatie in bijzondere situaties. Bijvoorbeeld de communicatie tussen arts en patiënt, binnen kwetsbare groepen of als communicatie wordt beïnvloed door een groepsdynamiek in combinatie met ontremming door alcohol of drugs. Ook vooroordelen, tunnelvisies, krachtige emoties en selectieve waarnemingen kunnen funest zijn voor de kwaliteit van de communicatie. Dat geldt zeker voor verhoren van verdachten, getuigen en burgers die aangifte doen binnen de strafrechtketen. Daarover gaat deze publicatie. In zo’n traject kunnen immers grote persoonlijke en maatschappelijke belangen in het geding zijn en mensen kunnen door miscommunicatie en onjuiste verklaringen worden beschadigd. Ik was ruim 25 jaar werkzaam als politie agent en later als opsporingsambtenaar bij een departementale inspectiedienst. Voor deze laatste dienst was ik projectleider van een communicatieproject en heb ervaren dat communicatie cruciaal is binnen een organisatiecultuur. Ik volg de ontwikkelingen rond de rechtshandhaving in ons land nog regelmatig. Zowel de praktijk als talrijke bronnen wijzen uit, dat de politietaak de laatste decennia ingrijpend is veranderd. De samenleving wordt complexer, verhardt en dat werkt door in de communicatie. Voor de politie organisaties en de individuele ambtenaren en hun gezinnen heeft dat grote gevolgen.

In vrijheid afgelegde verklaring

Onze politie staat aan het front van de rechtshandhaving. De overheid heeft het geweldsmonopolie (zwaardmacht) en de politie voert wetgeving uit en mag met inachtneming van de wettelijke normen een verdachte aanhouden. Politie ambtenaren mogen aangiftes opnemen, een proces-verbaal opstellen op ambtseed of belofte en dat aanleveren bij het Openbaar Ministerie. In het Wetboek van Strafvordering (SV) is vastgelegd hoe de vervolging van strafbare feiten plaats vindt. Artikel 27 SV definieert formeel het begrip ‘verdachte’,  namelijk degene te wiens aanzien uit feiten of omstandigheden een redelijk vermoeden van schuld aan een strafbaar feit voortvloeit. Er moet dus een juridische reden zijn dat iemand als verdachte wordt aangemerkt en aangehouden. Daarna wordt als verdachte aangemerkt degene tegen wie de vervolging is gericht. De aanhouding en het verhoor van de verdachte en verklaringen van getuigen burgers die aangifte doen zijn in die fase van het proces zeer belangrijk. Daarom heeft de wetgever rechten van burgers vastgelegd, onder andere over de voorwaarden waaraan een verhoor moet voldoen. Artikel 29 SV vermeldt daarover: ‘ In alle gevallen waarin iemand als verdachte wordt gehoord, onthoudt de verhorende rechter of ambtenaar zich van alles wat de strekking heeft een verklaring te verkrijgen waarvan niet kan worden gezegd dat zij in vrijheid is afgelegd’. Ook is een verdachte niet tot antwoorden verplicht en dat moet de verdachte voor de aanvang van het verhoor worden medegedeeld. Het maakt niet uit of het verhoor plaats vindt in een verhoorkamer of op straat. Deze mededeling wordt ook in het proces-verbaal opgenomen. Tijdens mijn werk bij de politie en een inspectiedienst heb ik ervaren hoe belangrijk het is om zorgvuldig met deze wetsartikelen om te gaan, om vervolging voor meineed of valsheid in geschrifte te voorkomen. Ik heb diverse malen meegemaakt dat opsporingsambtenaren bij een rechtbank moesten compareren, om uitleg te geven over een door hen opgemaakt proces verbaal. Maatschappelijk roept dit weleens weerstand op, vooral als er bij zware geweldsdelicten een beroep wordt gedaan op het zwijgrecht. Ik begrijp dat, maar het is nu eenmaal inherent aan onze rechtsstaat. (Foto: een verhoor kan worden afgenomen op straat of in een verhoorkamer). 

Betrouwbaarheid verklaringen

Het belang van zorgvuldige verklaringen wordt onderschat en daar steekt een logica achter. Een korte verklaring op straat of in de cabine van een vrachtauto over een verkeersovertreding, komt meestal tot stand na vragen van de opsporingsambtenaar en zal slechts zelden worden aangevochten. Anders wordt het als er sprake is van een zwaarder delict en de aanhouding plaats vindt onder extreme omstandigheden. Regelmatig duiken er tegenwoordig camerabeelden op, die echter pas op waarde kunnen worden geschat binnen de totale context. Diverse vormen van communicatie lopen dan door elkaar heen en dan is het belangrijk dat er betrouwbare getuigenverklaringen komen, die de bevindingen van de opsporingsambtenaar onderbouwen en aanvullen. De praktijk leert helaas dat verklaringen niet altijd betrouwbaar zijn. Er waren in het recente verleden diverse zaken, waarbij verdachten een misdrijf bekenden om er later op terug te komen (zie bronnen). Ook zijn er zaken gedocumenteerd van verdachten die bekenden, maar waarvan later op grond van bewijs werd aangetoond dat zij onmogelijk de dader konden zijn. Ook op verhoortechnieken is in het verleden forse kritiek geuit. Dat verklaringen aan kracht verliezen als het om waarnemingen of herinneringen van jaren geleden gaat is duidelijk. Voor de politie is het moeilijk, want aan enige druk ontkom je niet bij een verhoor van getuigen of verdachten. Verklaringen zijn niet altijd betrouwbaar gebleken. Het is de taak van de politie om verhoren objectief en deskundig te laten plaats vinden. Dat is geen gemakkelijke opdracht in een samenleving waarin nagenoeg iedereen over een telefoon met camera beschikt, ramptoerisme aan de orde van de dag is en beelden over politie optreden via sociale media razendsnel worden verspreid. Het is aan de wetgever om deze ontwikkeling via regels in goede banen te leiden en ervoor te zorgen dat degenen die belast zijn met handhaving, in het belang van onze democratische rechtsstaat hun werk kunnen doen.  

 

 

Foto’s en illustraties: Jaap Spaans

Bronnen:

–Rijksrecherche onderzoekt ruim duizend politiedossiers Horst op strafbare feiten. NOS Nieuws 21/7/2020

–‘Latere herinnering aan misbruik vaak niet betrouwbaar’. Nederlands Dagblad, 29/9/2017.

–‘Bekennen onder druk’. Psychologie Magazine, april 2002.

–‘Dossier Omstreden Herinneringen’. Gezondheidsraad, 27/1/2004.

–‘Bekentenis afgedwongen. Rechercheur klapt uit de school over verhoor Ina Post, die later werd veroordeeld voor roofmoord’. De Telegraaf, 23/9/2006.

–Boeken van Jaap Spaans: ‘Een Golf van Geweld’ (1999), ‘Christenen en hun Communicatie’ (1994), ‘Controle Ambtenaren: Communicatie of Confrontatie’ (1997), ‘De Rijksverkeersinspectie. Een Bijzondere Opsporingsdienst’ (1995).

–‘Groepsdruk en Criminaliteit’ en ‘De geweldsspiraal en de reactie van de overheid’. Jaap Spaans in Het Zoeklicht respectievelijk 88e jaargang nr. 25 en 84e jaargang nr. 2.