–Kanteldecennium 9: De invloed van de (sociale) media

Volgens de websites van de Nederlandse Vereniging van Journalisten en NDP Nieuwsmedia vormen ‘media de publieke waakhond, die onder andere als functie heeft om de overheid en het bedrijfsleven rekenschap af te laten leggen aan het publiek’ (1). De media vervullen een belangrijke rol in onze democratische samenleving. Het grondrecht van vrijheid van meningsuiting en persvrijheid is verankerd in de artikelen 7 van de Grondwet en 10 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). Ondanks de grondwettelijke verankering is er toch reden voor zorg over de kwaliteit van de nieuwsvoorziening, in een medialandschap dat in hoog tempo verandert. De moordaanslag op misdaadjournalist Peter R. de Vries in Amsterdam op dinsdag 6 juli 2021, was een triest dieptepunt in een al jaren durend proces van aanvallen op de media, geweld tegen journalisten, vernieling van apparatuur tijdens demonstraties, aanslagen op gebouwen van media etc.. Een televisie-uitzending op 10 juli kon daardoor wegens het zeer hoge dreigingsniveau niet doorgaan op advies van de Amsterdamse Driehoek (Openbaar Ministerie, Politie en Burgemeester). Het zijn directe aanvallen op onze democratie en de grondrechten die ons zo dierbaar zijn. Bij mijn weten was dat voor het eerst in de moderne geschiedenis van de media. Volgens het Digital News Report 2021 van het Commissariaat van de Media, is het vertrouwen in de media over het algemeen groot. Andere belangrijke conclusies uit dat rapport zijn, dat door de coronapandemie het nieuwsgebruik in 2021 hoger is dan in 2020 en lokaal nieuws en lokale media belangrijker zijn geworden. Onder jongeren zijn online nieuws en sociale media de voornaamste nieuwsbronnen. Toch neemt vanwege de vele excessen het wantrouwen ten opzichte van sociale media toe en dat geldt ook voor de zorgen om nepnieuws (2). Ondanks de positieve conclusies uit het Digital News Report 2021 is mijn ervaring op basis van persoonlijke inschatting van reacties en gesprekken, dat er onder veel burgers vragen lever over de kwaliteit van de nieuwsvoorziening onder andere rond de volgende vragen:

1.Hoe objectief is de wijze waarop nieuwsselectie plaats vindt? Nieuwsfeiten kunnen feitelijk juist zijn, maar als er sprake is van willekeur en een tunnelvisie bij de selectie kan dit de objectiviteit aantasten.

2.Wat zijn de gevolgen van globalisering, schaalvergroting en fusies, die leiden tot machtsconcentratie in het medialandschap?

3.Hoe is de positie van hoofdredacteuren en voorlichters?

1.Hoe objectief is de wijze waarop nieuwsselectie plaats vindt?

Volgens de website Encyclo.nl betekent objectiviteit ‘dat een boodschap exact volgens de feiten wordt doorgegeven, zonder dat er een persoonlijke mening in is verwerkt’. Maar gaat die kwaliteitstoets anno 2021 nog wel op voor de wijze waarop nieuws wordt geselecteerd, in een snel globaliserende wereld en veranderend medialandschap. De journalist achter zijn computer ergens in Nederland, wordt geacht zijn visie te geven op complexe situaties ergens op de wereld. Niet alleen de nieuwsfeiten zijn van belang, maar ook de complexiteit van de brede maatschappelijke, politieke en strategische context. Dat blijkt een dilemma te zijn. Openheid en persvrijheid bevorderen de kwaliteit van de nieuwsvoorziening, maar de praktijk leert dat de landen die openheid betrachten in het nadeel zijn ten opzichte van de landen die censuur toepassen en/of journalisten of cameraploegen weren. Dit kan de blik van journalisten vertroebelen en persoonlijke meningen en opvattingen van journalisten en media in het algemeen versterken, wat weer doorwerkt in de nieuwsvoorziening. Dat geldt ook voor de (internationale) persbureaus die informatie aanleveren. De media zijn in handen van een selecte groep organisaties en mensen die ook zo hun maatschappelijke voorkeuren en vooroordelen hebben. Ik zal dit illustreren met correspondentie die ik twee decennia geleden over dit onderwerp voerde met enige journalisten/redacties over de berichtgeving rond Israël. Zij gaven toe dat er om diverse redenen onevenwichtigheid kan ontstaan in de berichtgeving en ik waardeerde hun eerlijkheid en openheid. Hun reacties zijn in het volgende voorbeeld verwerkt .

Wat maakt nieuws over Israël anders dan nieuws over Tigray

In een recente publicatie over de gruwelijke situatie in Tigray in een landelijk dagblad, sprak een openingszin mij aan: ‘De verhalen die naar buiten komen uit Tigray zijn gruwelijk, evenals de beelden. Lang werden de media weggehouden uit de meest noordelijke regio van Ethiopië’ (citaat 3). Vooral de begrippen ‘naar buiten komen’ en ‘weggehouden’ fascineerden mij. Ik kan er namelijk geen andere conclusie uit trekken, dan dat de (mondiale) nieuwsvoorziening in belangrijke mate afhankelijk is van wat op de wereld wel ‘naar buiten komt’ en dus niet ‘wordt weggehouden’. In het aangehaalde voorbeeld van Tigray kwam het nieuws naar buiten door Artsen zonder Grenzen. Informatie die niet naar buiten komt en wordt weggehouden, bijvoorbeeld op plaatsen in de wereld waar camera’s worden geweerd en/of er sprake is van strenge overheidscensuur, bereikt de doorsnee burger dus minder of in het geheel niet. Er zijn bijvoorbeeld geen correspondenten of journalistieke netwerken ter plaatse die op onderzoek kunnen gaan. Het gevolg is dat cameraploegen, journalisten en correspondenten zich massaal storten op gebeurtenissen waar wel openheid wordt betracht en de situatie voor journalisten overzichtelijk en hanteerbaar is. Dat kan leiden tot disproportionaliteit in de nieuwsvoorziening met zeer kwalijke gevolgen.

Disproportionele nieuwsbelichting

De situatie in Tigray speelde zich in mei 2021 af in dezelfde periode  dat er felle strijd was tussen Israël en Hamas rond Gaza. Nieuws uit een van de kleinste landen ter wereld, dat in een ware mediagolf ruim twee weken lang ons land en de rest van de wereld overspoelde en de publieke opinie sterk beïnvloedde. Je zou dan verwachten dat met name de media aan zelfbeoordeling doen en zich de vraag stellen, waarom er zoveel aandacht is voor de situatie in Israël en nauwelijks aandacht voor de situatie in en rond landen in het Midden-Oosten, waar camera’s worden geweerd en de persvrijheid onder zware druk staat. Landen waar nieuws dus niet of nauwelijks naar buiten komt. Zelden komt er een goede verklaring voor deze disproportionaliteit. Aan Tigray zouden talloze voorbeelden kunnen worden toegevoegd zoals het immense lijden van burgers in Yemen, de situatie in Syrië en Koerdistan, rechten van vrouwen en minderheden in Iran, de gruwelijkheden in Myanmar. Slechts sporadisch en gedoseerd komt er nieuws naar buiten en vaak niet door buitenlandcorrespondenten van de media, maar door hulporganisaties als Artsen zonder Grenzen of het Rode Kruis. Ik volg al decennia de vele publicaties over het Israëlisch-Palestijns conflict en wat mij opvalt is dat de brede context vaak wordt genegeerd. Het gaat niet alleen om Israël en Jeruzalem maar over de brede regio. Dat Iraanse leiders Israël regelmatig beschrijven als een kankergezwel en openlijk aangeven uit te zijn op de vernietiging en daarvoor zelfs een tijdspad hebben opgesteld, wordt zelden belicht terwijl het uiterst relevant is. Als hier een politicus of journalist wordt bedreigd staan de kranten er vol van. Als een heel land openlijk met vernietiging wordt bedreigd, is er in veel media nauwelijks aandacht voor. Hoe zouden wij reageren als een machthebber of mogendheid regelmatig ons land met vernietiging zou bedreigen? En hoe zou het buitenland reageren als de nationale en mondiale massamedia een maand lang zonder onderbreking op ons land zouden focussen op basis van negatief nieuws over bijvoorbeeld ‘de narcostaat’, het groeiend aantal steekpartijen, de moord op en bedreiging van advocaten en journalisten, de toeslagenaffaire, agressie tegen vertegenwoordigers van de media die hun werk doen. Het zou de beeldvorming over ons land sterk beïnvloeden in negatieve zin. Rond de berichtgeving over het Midden-Oosten en Israël in het bijzonder, schieten veel media tekort met als gevolg dat nieuws disproportioneel en selectief wordt gebracht. Het aangehaalde voorbeeld leert dat dit leidt tot een sterke mondiale groei van het antisemitisme en antizionisme. Een proces dat wordt versterkt via de sociale media. Mede op historische gronden wordt tegen het wereldwijd snel groeiende antisemitisme vervolgens weer overvloedig gewaarschuwd door diezelfde media. Een zorgelijke en tegenstrijdige situatie die mondiaal kan escaleren. Deze onevenwichtigheid in de nieuwsvoorziening houdt mij al decennia lang bezig. Het verschijnsel is dan ook niet nieuw, maar escaleert door de omstandigheden die ik schetste, zoals de groeiende uitwassen op sociale media. Antisemitisme neemt anno 2021 zulke vormen aan, dat Nederland onlangs besloot daarom niet deel te nemen aan de VN-antiracisme conferentie, vanwege antisemitische uitlatingen van deelnemers. Om dezelfde redenen werd de Mensenrechtencommissie van de VN (UNCHR) in 2006 omgezet in de VN Mensenrechtenraad (UNHRC), vanwege het buitenproportioneel veroordelen van Israël. Tevens bleek dat de felle critici van de Joodse Staat in die VN-organen zelf de mensenrechten schenden. Daarover heeft onze regering zich overigens principieel opgesteld (4). Het antisemitisme is een teken aan de wand voor de mensheid en de kanarie in de kolenmijn. Zie ook de zorgen over die onevenwichtigheid, die ik hierover al uitte in 1990  en correspondentie voerde met enige journalisten. BerichtgevingIsraelAntwoordRedacties2001.

2.Wat zijn de gevolgen van de schaalvergroting en fusies, die leiden tot meer machtsconcentratie in het medialandschap?

Dat het medialandschap snel verandert is onder andere een gevolg van de invloed van sociale media, maar ook van de schaalvergroting door fusies en reorganisaties. Die schaalvergroting raakt vooral de dagbladen, maar week- en maandbladen blijven niet buiten schot. Grote spelers in de dagbladwereld zoals De Telegraaf, het Dagblad van het Noorden, De Volkskrant en het Algemeen Dagblad zijn al ‘opgeslokt’ door de Belgische ondernemingen Mediahuis en DPG Media. De onafhankelijkheid van de journalistiek is volgens informatie op de website van Mediahuis dan wel gewaarborgd, maar schaalvergroting en streven naar efficiency zijn wel risicofactoren voor die onafhankelijkheid. Voordat ik mijn mening hierover geef is het volgende relevant. Ik benader alle publicaties in Het Kanteldecennium 2020-2030 vanuit een persoonlijk perspectief en dat geldt ook voor dit onderwerp. Ik ben digitaal abonnee van een landelijk dagblad en een regionaal/lokaal nieuwsblad. Op zaterdag koop ik een of meerdere dagbladen, afhankelijk van wat er op de wereld gebeurt en bijna dagelijks neem ik in de bibliotheek de dag- en weekbladen door. Mij valt het op dat dagbladen die vroeger tegenpolen waren, bijvoorbeeld rechts versus links of seculier versus levensbeschouwelijk, nu regelmatig dezelfde publicaties plaatsen. Bijna altijd met de vermelding van de auteur of ‘namens de redactie’. Soms is de kop, aanhef of tekst iets aangepast, maar de verdere tekst nagenoeg identiek. Het gaat daarbij niet alleen om neutrale publicaties maar ook om publicaties met een maatschappelijke of politieke lading (5). Veel lezers die slechts één dagblad lezen zal het niet opvallen, degene die zich breder informeert wel. Een ander punt van zorg is dat de schaalvergroting leidt tot concentratie van macht en invloed en dat kan ten koste gaan van de journalistieke vrijheid en onafhankelijkheid. Het zijn de massamedia die regelmatig wijzen op de risico’s van Big Tech, de macht van de techreuzen en de excessen die zich voordoen op sociale media. De groeiende machtsconcentratie en ook de excessen in het medialandschap, zouden wat mij betreft intensiever belicht mogen worden maar wel vanuit een zelfkritische houding.

Nepnieuws

Tijdens het staatsbezoek aan Duitsland begin juli 2021 ging onze koning in op de gevaren van nepnieuws (desinformatie gebracht als nieuws). Tijdens het bezoek aan het Anne Frank Centrum in Berlijn legde hij de link naar de Tweede Wereldoorlog. Informatie die toen klein begon zoals ‘Verboden voor Joden’, leidde volgens de koning tot vreselijke dingen. Het was moedig van de koning om juist op zo’n historische plaats deze waarschuwing te uiten. Het heeft alles te maken met sociale grondrechten, die de burger moeten beschermen tegen de macht van de overheid, zoals vrijheid van godsdienst en levensovertuiging, het recht van vereniging, bescherming tegen discriminatie en de vrijheid van meningsuiting/persvrijheid. Zijn woorden vielen die dag samen met de aanslag in Amsterdam op misdaadjournalist Peter R. de Vries die het land in shock bracht en de uitspraak van de Hoge Raad in het proces tegen Kamerlid Geert Wilders over vrijheid van meningsuiting. Vanuit Duitsland bracht de koning een statement uit, waarin hij uiting gaf aan zijn gevoelens en wees op het belang van de vrije pers (6). Ik beheer een bescheiden maar goed bezochte website, maar ben zelf niet zo van de sociale media. Ik tracht mijn publicaties gedegen met bronnen te onderbouwen. Omdat ik familie heb in Engeland, volgde ik de afgelopen jaren intensief de informatiestromen over de Brexit via massamedia en de afgelopen maanden ook via video’s op You Tube over de nasleep van de Brexit. Ik vond het schokkend om vast te stellen hoe er met nieuws en feiten werd gemanipuleerd in de periode van het Brexit referendum, tot aan de definitieve uittreding van het Verenigd Koninkrijk uit de EU. Door sociale media maar ook door enige massamedia. Dat proces gaat door tot op de dag van vandaag. De gevolgen ervan komen onder andere tot uitdrukking in de groeiende onrust in Noord-Ierland.

Hoe is de positie van hoofdredacteuren en voorlichters?

Volgens artikel 3.2 van het model Redactiestatuut Dagblad van de Nederlandse Vereniging van Journalisten (nvj.nl), heeft de hoofdredactie de leiding van de redactie van het dagblad en is verantwoordelijk voor de redactionele inhoud ervan. Maar ook op onderwerpen als communicatie en  de financiële positie hebben zij invloed. Belangrijke taken dus. Wat mij als buitenstaander overigens opvalt, is dat er weinig onderlinge kritiek is bij de dagbladen. Het is er wel, maar men is betrekkelijk mild voor elkaar. Dat staat wat op gespannen voet met de kritische publicaties over andere onderwerpen, zoals ik in een aantal voorbeelden heb geschetst. Een voorbeeld is te vinden in de column van Telegraaf hoofdredacteur Paul Jansen ‘In het vizier’ op 15 augustus 2020, waarin hij onder andere ingaat op berichtgeving over de moord op Bas van Wijk en de kritiek daarop van andere redacties. Hoofdredacteur Sjirk Kuijper van het Nederlands Dagblad besteedde in zijn column van 2 juli 2021 aandacht aan de commotie rond een door de VPRO gemaakte documentaire over Sigrid Kaag. Tevens ging hij in op de groeiende macht van de Grote Media en de rol van voorlichters die journalisten soms onder druk zetten. Zijn conclusie in de eerste alinea van het hoofdredactioneel commentaar luidt: ‘Inmiddels schreeuwt dit vak om een beroepscode en een ethische leidraad, waaraan professionele woordvoerders en voorlichters te houden zijn’ (citaat). Of dit haalbaar is betwijfel ik, hoe goed bedoeld ook (7).

Voor een deel sluit ik mij aan bij de visie van hoofdredacteur Sjirk Kuijpers. Tussen 1990 en 1993 verrichtte ik naast mijn werk als opsporingsambtenaar bij de Rijksverkeersinspectie (RVI), werkzaamheden als voorlichter bij deze inspectiedienst van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat. De voorlichting was vooral gericht op het geven van voorlichting over de wetgeving waarop de RVI controleerde, zoals de Rijtijdenwetgeving en wetten voor het vervoer van personen en goederen. Doel was om gedragsverandering te bewerkstelligen en daardoor het aantal overtredingen terug te brengen. Toen ging het al om Europese wetgeving die vrij gecompliceerd was. Daarnaast was er de voorlichting naar de media. Ik doorliep daarbij diverse stages bij diensten van Verkeer en Waterstaat waaronder het KNMI en transportbedrijven. Tevens volgde ik een korte (snuffel) stage bij de Afdeling Voorlichting in de koepel van het ministerie van Verkeer en Waterstaat aan de Plesmanweg in Den Haag. Van de ervaren en integere voorlichters daar, allemaal met een journalistiek achtergrond, heb ik veel geleerd. Maar ook toen al werden interviews achteraf gescreend en waren wijzigingen mogelijk, maar dan moest het wel om feitelijke onjuistheden gaan. Manipulatie en zware druk van voorlichters heb ik daar niet meegemaakt. Nadat ik in 1993 nog een communicatieproject had geleid en met een projectgroep een omvangrijk rapport had opgesteld, verliet ik in 1994 de dienst. Tijdens de Vuurwerkramp in 2000 kwam de RVI evenals vele andere organisaties zeer negatief in het nieuws. Juist op zo’n moment zou er behoefte zijn geweest aan goede voorlichting, om de ingewikkelde problemen rond classificatie van gevaarlijke stoffen en vuurwerk in het bijzonder goed over te brengen. De gebeurde in mijn visie te fragmentarisch en onvoldoende  gericht op de doelgroepen. Probleem was toen ook dat teveel organisaties zich bezig hielden met de classificatie, de opslag en het vervoer van vuurwerk en er door reorganisaties onvoldoende kennis aanwezig was. Het was echter een extreme situatie, wat wel blijkt uit de vele rapporten en evaluaties. Zie ook de publicatie over rechtshandhaving op deze website onder ‘Vuurwerkramp’ waarin ik aandacht besteed aan dit voorbeeld https://www.jaapspaans.nl/kanteldecennium-5-criminaliteit-en-rechtshandhaving/ . Een overzicht van de werkstukken en rapporten die ik opstelde in mijn voorlichtingsperiode, zijn te vinden op de pagina ‘Oude Publicaties’ van deze website. Voorlichters zullen belangrijk blijven, omdat de samenleving en het beleid van overheden en bedrijven steeds complexer wordt. Maar als de taak van voorlichter verweven raakt met die van spin doctor om eenzijdig de belangen van politieke opdrachtgevers te vervullen, kan de integriteit in het geding komen. Als ik aan deze publicatie werk is er in de media commotie over een onderzoeksrapport naar Tata Steel, waaruit belangrijke informatie over het verband tussen emissies, luchtverontreiniging en gezondheidsrisico’s zou zijn weggelaten. Het zal niet de laatste keer zijn (zie overige bronnen).

Kantelconclusie: De media blijven cruciaal in onze democratische rechtsstaat, maar de druk zal toenemen. Het medialandschap zal verder veranderen door schaalvergroting en digitalisering. Veel is afhankelijk van de economische situatie in ons land, maar ook de informatie overlast dwingt tot het stellen van prioriteiten bij selectie van nieuws. De economische vooruitzichten zijn  onzeker vanwege de gevolgen van de coronapandemie, de kosten van het halen van klimaatdoelstellingen, de sterk stijgende zorgkosten onder andere vanwege de vergrijzing en de woningnood. Veel burgers zullen overstappen naar digitale media en dat zal ten koste gaan van de oplages van papieren dag- en weekbladen.

Dit was het laatste inhoudelijke hoofdstuk van deze digitale publicatie ‘2020-2030 Kanteldecennium’. In acht hoofdstukken, 2 tot en met 9, heb ik getracht vanuit mijn persoonlijke visie een aantal belangrijke onderwerpen voor de toekomst van de mensheid aan de orde te stellen. Mijn persoonlijke visie op de toekomst beschrijf ik in de 3 slothoofdstukken, die DV vanaf september zullen verschijnen en ik voor het eind van dit jaar DV verwacht af te ronden. 

Foto’s Jaap Spaans

Bronnen

1.Websites van de Nederlandse Vereniging van Journalisten (NVJ) en NDP Nieuwsmedia, respectievelijk ‘Publieke Waakhond’ en ‘Democratie en media’. Zonder vermelding auteur.

2.Informatie uit het nieuwsbericht van het Commissariaat voor de Media n.a.v. het verschijnen van het Digital News Report 2021.

3.Kort citaat uit het Algemeen Dagblad, 31 mei 2021. Bob van Huët: ‘Nederlandse helpt in door geweld geteisterd Tigray’.

4.Antisemitisme lijkt ‘steeds normaler’ te worden op social media: ‘Zeker in coronatijd’ en ‘Nederland niet naar VN-antiracisme conferentie vanwege antisemitisme’. Verspreide pamfletten zouden doorspekt zijn met antisemitisme. Websites wnl.tv Goedemorgen Nederland, respectievelijk 6 mei en 8 juli 2021.

5.Twee nagenoeg identieke publicaties op 29/6/2021 respectievelijk in De Telegraaf ‘en het Dagblad van het Noorden:  Het grote Duitse zwijgen’ en ‘Duitsers verdeeld over ‘zwijgen’. Beiden op naam van Rob Savelberg. Opmerking: er zijn geringe verschillen tussen de publicaties in aanhef en de kop. Het ging om kritiek op de beweegredenen van daders van aanslagen, waarbij zowel de regering als de staatsomroep weigerden om de beweegredenen van de dader te benoemen.

6.’Tussen heden en verleden’. Publicatie over het staatsbezoek aan Duitsland waar het koninklijk paar Het Anne Frank Centrum in Berlijn  bezocht, waarbij de koning wees op de gevaren van nepnieuws een fenomeen dat volgens hem bijna onmogelijk te bestrijden is. Wouter de Winther in het Dagblad van het Noorden, 6/7/21.

7.’Politiek en Pers’. Hoofdredactioneel commentaar van Sjirk Kuijper in het Nederlands Dagblad van 2/7/21. –‘Mag ik het nog wel even inzien voor publicatie?’. Rufus Kain en Cliff van Thillo in dagblad Trouw 14/7/21. Tevens vertellen in deze publicatie de Trouw-redacteuren Bart Zuidervaart, Jan Kleinnijenhuis en Janne Chaudron hoe zij omgaan met druk van voorlichters. –Paul Jansen, hoofdredacteur van De Telegraaf in de column ‘In het vizier’ over de aanslag op Peter R. De Vries ‘Niet nieuws, maar veiligheid voorop’. –‘Hoofdredacteur RTV Noord: ‘Helemaal kapot’ en ‘NVJ gaat gesprek aan met directie RTV Noord’. Over mogelijk verstoorde verhoudingen op de werkvloer. Johan de Veer in het Dagblad van het Noorden, respectievelijk op 2/7/21 en 7/7/21. –‘Het is hier geen Noord-Korea. Journalist Ekiz boos op NOS-hoofdredactie’. Esther Kleuver in De Telegraaf, 23/10/20. Over de ergernis van Ekiz dat NOS-hoofdredacteur Marcel Gelauff zijn journalisten niet zou laten aanschuiven in haar programma’. 

Overige bronnen

–‘Jongeren Myanmar nemen wapens op tegen militairen’. Annelie Langerak in het Dagblad van het Noorden, 26/6/21.

–‘Onbegrip over plotse ingreep ‘De Vooravond’. Gewipt presentatie duo ‘overdonderd’ door steunbetuigingen’. Patricia Cortie en Daphne van Rossum’ in De Telegraaf, 12/6/2021.

–‘De missie van de NOS. Het komt erop neer dat hoofdredacteur Gelauff zelf een missie heeft: beschadiging’. Opiniebijdrage van Nausica Marbe in De Telegraaf, 30/10/2020.

–‘Desinformatie via sociale media moet aangepakt’. Huib Modderkolk in De Volkskrant, 15/11/17.

–‘Hoe de NOS over christenen bericht’. Onder andere over framing, de NOS-berichtgeving over Israël met reactie van NOS Nieuws-hoofdredacteur Marcel Gelauff. Interview in het Reformatorisch Dagblad door Johannes Visscher, 21/11/20.

–Opmerking: Naar aanleiding van de bron hiervoor: Zelf heb ik ook diverse keren correspondentie gevoerd met Marcel Gelauff van de NOS over de objectiviteit van berichtgeving. Hoewel we van mening verschillen, moet ik stellen dat hij in alle gevallen snel en inhoudelijk reageerde op kritiek en dat waardeer ik.

–‘Hoe komt VN van Israël-obsessie af?’. Johan Buwalda in het Nederlands Dagblad, 17/7/18.

–‘NOS haalt logo’s van satelliet wagens’ . Dagblad van het Noorden, 16/10/20. 

–’GGD hield Tata Steel meermaals uit de wind’. Robin van Lonkhuijsen in het Nederlands Dagblad, 5/7/21.

–‘Plagiaat’ Uit de Hoofdredactie door Sjirk Kuijper Nederlands Dagblad, 29/10/15 naar aanleiding van een publicatie diezelfde datum in het Nederlands Dagblad ‘Excuses de Volkskrant voor plagiaat’, over excuses betreffende plagiaat door een medewerker van de Volkskrant door hoofdredacteur Philippe Remarque.

–‘Is the Netherlands becoming a narcostate?’.Anna Holligan, op BBC News, 19/12/19.

–Saoedi-Arabië zet Nederland onder druk over Jemen’. Nederland moet de toon matigen over Jemen in De Veiligheidsraad’. Hanneke Keultjes in het Dagblad van het Noorden, 26/7/18.