Artikelen

–Hoe houdbaar is de zorg in de toekomst?

Miljoenen mensen in ons land hebben te maken met de zorg. De CoViD 19 pandemie (Corona) heeft ons nog eens extra bepaald bij het belang van goede zorg. Ik kan mij niet herinneren dat er eerder een tijd was, waarin de zorg zo centraal stond in de samenleving. Ik hoorde een bestuurder zeggen ‘Het is een oorlogssituatie’. Ziekenhuizen raken opnieuw overbelast, waardoor operaties en andere vormen van niet urgente zorg worden afgeschaald. Veel mensen zijn de wanhoop nabij en lijden onder de situatie. Gelukkig leven we in een land waar de kwaliteit van de zorg prima is. Door omstandigheden maken we binnen ons gezin regelmatig gebruik van de zorg. Vergeleken met de situatie in andere landen waarmee de media ons in pandemietijd overspoelen, mogen we hier nog niet klagen. Een vraag die al een decennium boven de samenleving hangt is of de huidige kwaliteit van de zorg op termijn houdbaar is. De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) publiceerde in september 2021 een gedegen wetenschappelijk rapport met een heldere visie op de houdbaarheid van de zorg: ‘Kiezen voor houdbare zorg. Mensen, middelen en maatschappelijk draagvlak’. De media hadden er naar mijn mening wel wat meer aandacht aan mogen besteden, zodat een breder publiek er kennis van had kunnen nemen. Illustratie: Omslag samenvatting rapport ‘Kiezen voor houdbare zorg’ van de WRR.

Houdbaarheid

Het begrip ‘houdbaarheid’ staat in deze context voor bewaarbaarheid, conserveerbaarheid en geldigheid (Encyclo.nl). Conclusie uit het nieuwsbericht van de WRR is dat de Nederlandse zorg over het algemeen goed presteert, maar er ook knelpunten zijn in delen van de zorg. Om de kwaliteit en toegankelijkheid van de zorg te kunnen behouden, moet die in financieel, personeel en maatschappelijk opzicht houdbaar blijven. Die houdbaarheid staat echter steeds meer onder druk door maatschappelijke ontwikkelingen als vergrijzing, de opkomst van nieuwe zorgtechnologie en de toename van het aantal chronisch zieken. Er zijn dus grenzen aan die houdbaarheid. Belangrijke conclusie vond ik: ‘De groei van de zorg(vraag) is op termijn onhoudbaar. We gebruiken met zijn allen steeds meer en steeds duurdere zorg, waardoor de grenzen van de financiële, personele en de maatschappelijke houdbaarheid in zicht komen’(citaat pg. 9 samenvatting). De conclusies sluiten aan bij die welke al jaren staan vermeld in de Volksgezondheid Toekomst Verkenningen (VTV). Ik heb daarover regelmatig gepubliceerd op deze website. Als je huidige trends en cijfers in de zorg extrapoleert, lijdt het geen twijfel dat zorgconsumenten de komende decennia te maken krijgen met grote veranderingen. Naast factoren als vergrijzing, personeelstekorten, de snel toenemende zorgkosten zullen er in veel zorgsectoren andere prioriteiten moeten worden gesteld. Dat zal niet meevallen. Om als zorgvrager en zorgaanbieder niet te worden overrompeld, is het goed de informatie van de WRR goed te lezen. Het informatieve filmpje op de website van de WRR geeft in 3 minuten een beeld van de grote lijnen https://www.rovid.nl/az/wrr/2021/az-wrr-20210913-id20yfyep-web-hd.mp4

Onvoorziene ontwikkelingen 

Als de coronapandemie iets heeft duidelijk gemaakt is het dat onvoorziene ontwikkelingen van de ene dag op de andere kunnen leiden tot paniek en bestuurlijke chaos op alle niveaus.  Na de financiële crisis van 2008 is er nu de volksgezondheidscrisis van 2019. Door allerlei factoren zullen we daarmee moeten leren leven en beseffen dat niet alles in het leven maakbaar is. Als babyboomer zal het mijn tijd wel duren, maar ik heb (klein)kinderen die de omslag zullen meemaken. Ik verwacht zelf naast andere prioriteiten in de zorg, hogere eigen bijdragen en sluit vermogenstoetsen daarbij niet uit. Een zin op pagina 15 van de samenvatting zette mij aan het denken, namelijk dat in de toekomst ‘de uitgaven aan de zorg de uitgaven aan andere beleidsdoelen verdringen’ (citaat). Lang voordat de grenzen van de betaalbaarheid in zicht komen kunnen er al grote nadelige effecten optreden voor de kwaliteit en de toegankelijkheid van de zorg, maar ook voor andere publieke uitgaven of zelfs voor de algehele (brede) welvaart. Uit die conclusie ‘spreekt’ een grote dosis onzekerheid. Andere verplichtingen en uitgaven van de overheden, gaan dus gevolgen hebben voor de kwaliteit van de zorg. Op persoonlijke titel neem ik de vrijheid om een aantal van die onzekerheden te benoemen: de bijdragen aan de NAVO moeten miljarden euro’s omhoog conform gedane toezeggingen. Veel deskundigen kunnen slechts gissen naar de financiële gevolgen van de klimaatproblematiek zoals de energietransitie, de afkoop van boerenbedrijven etc. Migratie vormt een groot probleem en kost miljarden euro’s. Onzekerheid is er over de toegenomen inflatie en de mogelijke gevolgen van stijgende rentes voor landen met hoge staatsschulden. In deze moeilijke periode met explosies van geweld en toenemend drugsgebruik, is ook het besef gegroeid dat er niet meer mag worden bezuinigd op veiligheid en rechtshandhaving. En dan zijn er nog de onvoorziene gebeurtenissen zoals natuur- en milieurampen die in 2021 mondiaal hebben huis gehouden. In het rijke Westen kunnen we terug kijken op ruim 75 jaren vrede en wederopbouw en die hebben ons veel voorspoed gebracht. Het WRR-rapport ‘Kiezen voor houdbare zorg’ is visionair. Het woord ‘kiezen’ impliceert echter ook dat er actief keuzes moeten worden gemaakt. Dat er in de toekomst veel zal worden gevraagd van de flexibiliteit van de burgers, bedrijven, organisaties en politiek heeft het WRR-rapport mij wel duidelijk gemaakt. https://www.wrr.nl/adviesprojecten/houdbare-zorg

 

 

–Hoe betrouwbaar zijn verklaringen?

Communicatie is een belangrijk maatschappelijk onderwerp. We communiceren steeds intensiever, maar dat betekent ook dat er veel mis kan gaan. Pas in de twintigste eeuw werd communicatie verheven tot een afzonderlijke wetenschap. Een deskundige vertelde mij eens, dat in onze moderne samenleving goed werkende communicatiekanalen qua belang vergelijkbaar zijn met de bloedsomloop in het menselijk lichaam. De coronapandemie heeft grote gevolgen voor onze communicatie. Door de afstandsregels werd er meer online gecommuniceerd. Ook was er verwarring over de adviezen en regels van overheden en deskundigen om de pandemie beheersbaar te houden. Door de crisis was er veel miscommunicatie in gezinnen en families, waarbij de emoties soms hoog opliepen. De beelden van vereenzamende ouderen in quarantaine in verzorgingstehuizen, die op afstand communiceerden met familieleden staan nog op ons netvlies.

Wat is communicatie?

Het begrip ‘COMMUNICATIE’ is afgeleid van het Latijns communis=gemeenschappelijk. Informatie die wordt overgedragen wordt gemeenschappelijk gemaakt. Het is geen statisch begrip maar een proces met vele vormen variërend van verbale en nog-verbale communicatie tot massacommunicatie. Onlangs kregen Nederlanders een aanschouwelijk lesje non-verbale communicatie, toen tijdens de coronapersconferentie de woordvoerders werden ondersteund door doventolk Irma. Door haar uitstraling, bewegingen en mimiek groeide zij uit tot een populaire tv- persoonlijkheid. Bij het communiceren kan er ook veel mis gaan, waardoor er ruis of miscommunicatie ontstaat soms met grote gevolgen. De geschiedenis leert dat gewapende conflicten zijn begonnen door miscommunicatie tussen machthebbers en andere leiders. Anno 2020 worden we dagelijks via de media overspoeld met nepnieuws en verwerpelijke communicatie via sociale media, zoals bedreigingen en smaad. In een aantal publicaties beperk ik mij tot interpersoonlijke communicatie in bijzondere situaties. Bijvoorbeeld de communicatie tussen arts en patiënt, binnen kwetsbare groepen of als communicatie wordt beïnvloed door een groepsdynamiek in combinatie met ontremming door alcohol of drugs. Ook vooroordelen, tunnelvisies, krachtige emoties en selectieve waarnemingen kunnen funest zijn voor de kwaliteit van de communicatie. Dat geldt zeker voor verhoren van verdachten, getuigen en burgers die aangifte doen binnen de strafrechtketen. Daarover gaat deze publicatie. In zo’n traject kunnen immers grote persoonlijke en maatschappelijke belangen in het geding zijn en mensen kunnen door miscommunicatie en onjuiste verklaringen worden beschadigd. Ik was ruim 25 jaar werkzaam als politie agent en later als opsporingsambtenaar bij een departementale inspectiedienst. Voor deze laatste dienst was ik projectleider van een communicatieproject en heb ervaren dat communicatie cruciaal is binnen een organisatiecultuur. Ik volg de ontwikkelingen rond de rechtshandhaving in ons land nog regelmatig. Zowel de praktijk als talrijke bronnen wijzen uit, dat de politietaak de laatste decennia ingrijpend is veranderd. De samenleving wordt complexer, verhardt en dat werkt door in de communicatie. Voor de politie organisaties en de individuele ambtenaren en hun gezinnen heeft dat grote gevolgen.

In vrijheid afgelegde verklaring

Onze politie staat aan het front van de rechtshandhaving. De overheid heeft het geweldsmonopolie (zwaardmacht) en de politie voert wetgeving uit en mag met inachtneming van de wettelijke normen een verdachte aanhouden. Politie ambtenaren mogen aangiftes opnemen, een proces-verbaal opstellen op ambtseed of belofte en dat aanleveren bij het Openbaar Ministerie. In het Wetboek van Strafvordering (SV) is vastgelegd hoe de vervolging van strafbare feiten plaats vindt. Artikel 27 SV definieert formeel het begrip ‘verdachte’,  namelijk degene te wiens aanzien uit feiten of omstandigheden een redelijk vermoeden van schuld aan een strafbaar feit voortvloeit. Er moet dus een juridische reden zijn dat iemand als verdachte wordt aangemerkt en aangehouden. Daarna wordt als verdachte aangemerkt degene tegen wie de vervolging is gericht. De aanhouding en het verhoor van de verdachte en verklaringen van getuigen burgers die aangifte doen zijn in die fase van het proces zeer belangrijk. Daarom heeft de wetgever rechten van burgers vastgelegd, onder andere over de voorwaarden waaraan een verhoor moet voldoen. Artikel 29 SV vermeldt daarover: ‘ In alle gevallen waarin iemand als verdachte wordt gehoord, onthoudt de verhorende rechter of ambtenaar zich van alles wat de strekking heeft een verklaring te verkrijgen waarvan niet kan worden gezegd dat zij in vrijheid is afgelegd’. Ook is een verdachte niet tot antwoorden verplicht en dat moet de verdachte voor de aanvang van het verhoor worden medegedeeld. Het maakt niet uit of het verhoor plaats vindt in een verhoorkamer of op straat. Deze mededeling wordt ook in het proces-verbaal opgenomen. Tijdens mijn werk bij de politie en een inspectiedienst heb ik ervaren hoe belangrijk het is om zorgvuldig met deze wetsartikelen om te gaan, om vervolging voor meineed of valsheid in geschrifte te voorkomen. Ik heb diverse malen meegemaakt dat opsporingsambtenaren bij een rechtbank moesten compareren, om uitleg te geven over een door hen opgemaakt proces verbaal. Maatschappelijk roept dit weleens weerstand op, vooral als er bij zware geweldsdelicten een beroep wordt gedaan op het zwijgrecht. Ik begrijp dat, maar het is nu eenmaal inherent aan onze rechtsstaat. (Foto: een verhoor kan worden afgenomen op straat of in een verhoorkamer). 

Betrouwbaarheid verklaringen

Het belang van zorgvuldige verklaringen wordt onderschat en daar steekt een logica achter. Een korte verklaring op straat of in de cabine van een vrachtauto over een verkeersovertreding, komt meestal tot stand na vragen van de opsporingsambtenaar en zal slechts zelden worden aangevochten. Anders wordt het als er sprake is van een zwaarder delict en de aanhouding plaats vindt onder extreme omstandigheden. Regelmatig duiken er tegenwoordig camerabeelden op, die echter pas op waarde kunnen worden geschat binnen de totale context. Diverse vormen van communicatie lopen dan door elkaar heen en dan is het belangrijk dat er betrouwbare getuigenverklaringen komen, die de bevindingen van de opsporingsambtenaar onderbouwen en aanvullen. De praktijk leert helaas dat verklaringen niet altijd betrouwbaar zijn. Er waren in het recente verleden diverse zaken, waarbij verdachten een misdrijf bekenden om er later op terug te komen (zie bronnen). Ook zijn er zaken gedocumenteerd van verdachten die bekenden, maar waarvan later op grond van bewijs werd aangetoond dat zij onmogelijk de dader konden zijn. Ook op verhoortechnieken is in het verleden forse kritiek geuit. Dat verklaringen aan kracht verliezen als het om waarnemingen of herinneringen van jaren geleden gaat is duidelijk. Voor de politie is het moeilijk, want aan enige druk ontkom je niet bij een verhoor van getuigen of verdachten. Verklaringen zijn niet altijd betrouwbaar gebleken. Het is de taak van de politie om verhoren objectief en deskundig te laten plaats vinden. Dat is geen gemakkelijke opdracht in een samenleving waarin nagenoeg iedereen over een telefoon met camera beschikt, ramptoerisme aan de orde van de dag is en beelden over politie optreden via sociale media razendsnel worden verspreid. Het is aan de wetgever om deze ontwikkeling via regels in goede banen te leiden en ervoor te zorgen dat degenen die belast zijn met handhaving, in het belang van onze democratische rechtsstaat hun werk kunnen doen.  

 

 

Foto’s en illustraties: Jaap Spaans

Bronnen:

–Rijksrecherche onderzoekt ruim duizend politiedossiers Horst op strafbare feiten. NOS Nieuws 21/7/2020

–‘Latere herinnering aan misbruik vaak niet betrouwbaar’. Nederlands Dagblad, 29/9/2017.

–‘Bekennen onder druk’. Psychologie Magazine, april 2002.

–‘Dossier Omstreden Herinneringen’. Gezondheidsraad, 27/1/2004.

–‘Bekentenis afgedwongen. Rechercheur klapt uit de school over verhoor Ina Post, die later werd veroordeeld voor roofmoord’. De Telegraaf, 23/9/2006.

–Boeken van Jaap Spaans: ‘Een Golf van Geweld’ (1999), ‘Christenen en hun Communicatie’ (1994), ‘Controle Ambtenaren: Communicatie of Confrontatie’ (1997), ‘De Rijksverkeersinspectie. Een Bijzondere Opsporingsdienst’ (1995).

–‘Groepsdruk en Criminaliteit’ en ‘De geweldsspiraal en de reactie van de overheid’. Jaap Spaans in Het Zoeklicht respectievelijk 88e jaargang nr. 25 en 84e jaargang nr. 2.

 

 

 

 

–Mijn EU petitie over placenta onderzoek

Iedere burger heeft burgerrechten die zijn vastgelegd in de Grondwet. Voorbeelden zijn godsdienstvrijheid, vrijheid van meningsuiting en het petitierecht (artikel 5 GW). Van het recht om schriftelijk verzoeken bij het bevoegd gezag in te dienen (petitierecht) wordt veel gebruik gemaakt. Zelf heb ik diverse verzoeken gericht aan het bevoegd gezag over o.a. de invoering van een biometrisch paspoort, de risico’s van biomassa etc. Maar hoe zit het met burgerrechten in Europa? Een belangrijke vraag want veel beleid en wetgeving wordt in de EU ontwikkeld. In het najaar van 2018 diende ik een verzoekschrift (petitie) in bij het Europees Parlement voor een betere coördinatie van placenta onderzoek. Om persoonlijke redenen een belangrijk onderwerp. Het belang van de placenta als tijdelijk orgaan gedurende de zwangerschap, werd zwaar onderschat. Onderzoek werd in het verleden beperkt vanwege de risico’s voor de zwangere vrouw en de foetus. Door de technologische vooruitgang kan onderzoek nu efficiënter en veiliger worden uitgevoerd. Dat gebeurt op wereldwijde schaal en zal verrassende nieuwe inzichten opleveren. Probleem is dat het onderzoek vaak fragmentarisch plaats vindt en er onvoldoende coördinatie plaats vindt. Daardoor is er onvoldoende top down communicatie van wetenschappers naar media en de brede bevolking en dat is jammer. Om die coördinatie in Europa te verbeteren heb ik de petitie ingediend. (Illustratie omslag van mijn boek. Boek is niet meer leverbaar’).

EINDCONCLUSIE PETITIETRAJECT
De wijze waarop mijn verzoek is behandeld door de Commissie Verzoekschriften van het Europarlement, heeft mijn waardering voor Europa vergroot. Dit democratische proces is uiterst zorgvuldig verlopen. Het was wel een langdurig en intensief traject en om daar inzicht in te krijgen verwijs ik naar de bijlage met de samenvatting van het verzoek, opsomming van enige wetenschappelijke projecten en antwoorden in 1e en 2e aanleg van de Europese Commissie (EC). Zie: PETI laatste antwoord EC Nederlands 

HET RECHT VAN PETITIE IN EUROPA
Volgens artikel 227 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en artikel 44 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, heeft iedere burger van de Unie het recht een verzoekschrift tot het Europees Parlement te richten. Het verzoek moet wel ontvankelijk zijn en gaan over een onderwerp dat tot de werkterreinen van de Unie behoort en dat de verzoeker rechtstreeks aangaat. Verzoekschriften dienen te worden opgesteld in een van de officiële talen van de EU en gericht aan de voorzitter van de Commissie Verzoekschriften. Indiening kan op twee manieren namelijk aan het adres van het secretariaat PETI Wiertzstraat 60, 1047 Brussel BELGIË dan wel via het elektronisch internetportaal voor verzoekschriften https://petiport.secure.europarl.europa.eu/petitions/nl/home Nadat een verzoek ontvankelijk is verklaard volgt een intensief democratisch traject.

MIJN PETITIE ONTVANKELIJK VERKLAARD
‘Op 17 december 2018 is het verzoekschrift nr. 0869/2018, ingediend door J.S. (Nederlandse nationaliteit), over de recente ontwikkelingen in verband met placentaonderzoek ontvankelijk verklaard’ (citaat uit bevestiging). Ik had het verzoek onderbouwd met een groot aantal bijlagen, waarin ik beargumenteerde dat het over een onderwerp ging dat tot de werkterreinen van de EU behoort en waarom het onderwerp mij als burger persoonlijk aangaat. De onderbouwing is niet bijgevoegd, aangezien dat deze publicatie te omvangrijk zou maken.

SAMENVATTING VERZOEKSCHRIFT

‘Indiener volgt van nabij de mogelijke invloed van placentagebreken op de verdere ontwikkeling van het ongeboren kind, zoals psychische aandoeningen en andere onomkeerbare ziekten. Hij heeft deze interesse ontwikkeld vanuit zijn eigen persoonlijke ervaringen en is ervaringsdeskundige in placentaonderzoek geworden. Hij vermeldt dat bijzonder relevant onderzoek in de VS geleid heeft tot opmerkelijke conclusies en hij moedigt de EU en de lidstaten aan om dergelijk onderzoek te steunen en de in de VS bereikte resultaten in Europa in aanmerking te nemen, aangezien dit tot betere prenatale zorg kan leiden en nutteloos menselijk lijden kan voorkomen. Hij vindt dat de EU het onderzoek beter moet coördineren’ (citaat zie link hierboven onder CONCLUSIE).

Zie ook mijn eerdere publicatie over de petitie: https://www.jaapspaans.nl/persbericht-nieuwe-fase-petitie-jaap-spaans-over-placenta-onderzoek-aan-europarlement/

HET PETITIETRAJECT CHRONOLOGISCH (ZIE OOK DE BIJLAGE AAN SLOT 2E ALINEA)

27/9/2018    : Verzoekschrift ingediend bij de Commissie Verzoekschriften
17/12/2018 :  Verzoekschrift ontvankelijk verklaard
28/02/2019 : Commissie stuurt verzoekschrift door naar de parlementaire Commissies Milieubeheer, Volksgezondheid en Voedselveiligheid EN Industrie, Onderzoek en Energie. Tevens verzoekt de Commissie Verzoekschriften de Europese Commissie (EC) een vooronderzoek naar de verschillende aspecten van het probleem in te stellen.
8/3/2019     :  Antwoord EC. De Commissie erkent het belang van onderzoek naar de gezondheid van de placenta en de gevolgen daarvan voor de toekomstige ontwikkeling van het kind. Vervolgens worden 4 projecten beschreven van placenta-onderzoek in Europa. Zie bijlage onder 3 Antwoord van de Commissie. Het door het Erasmus UMC Rotterdam uitgevoerde project EMBRYOandLATERHEALTH gaat uit van de hypothese dat schadelijke blootstelling vóór of zeer vroeg in de zwangerschap gevolgen heeft voor de ontwikkeling van het embryo en de placenta, een blijvende invloed heeft op de cardiovasculaire en metabole ontwikkeling, en zowel ongunstige uitkomsten oplevert bij de geboorte als cardiovasculaire en metabole stoornissen en ziekten op latere leeftijd in de hand werkt.
10/4/2019    : Bericht van de Commissie Verzoekschriften dat zij de petitie voortzet (verderzet).
21/4/2019     : Reactie van mij op voorgaande mededeling
11/9/2019     :Mededeling secretariaat Commissie Verzoekschriften dat het verzoekschrift zal worden behandeld op de vergadering van de Commissie Verzoekschriften op 03.10.2019 in Brussel. Het zal rond 10:50 worden besproken. Wegens omstandigheden kon ik helaas niet aanwezig zijn in Brussel.
3/10/2019     : Link naar video van de bijeenkomst. Een lid van het Europarlement verzocht de petitie aan te houden (zie video minuut 10.18 – 10.23: https://www.europarl.europa.eu/ep-live/en/committees/video?event=20191003-0900-COMMITTEE-PETI
26/6/2020     : Aanvullende antwoord (in 2e aanleg) van de EC (Zie bijlage onder 5).
28/6/2020     : Mail aan het PETI secretariaat van de Commissie Verzoekschriften waarin ik mijn dank uitspreek voor de zorgvuldigde wijze waarop mijn petitie door het Europarlement en de Eureopese Commissie is behandeld en afgewikkeld. Tevens een korte samenvatting van aspecten betreffende de placenta die voor mij belangrijk zijn gelet op de reden om de petitie in te dienen. Ik ben tevreden met het resultaat. Bij voorkeur had ik gezien dat er een Europees Placenta Project zou zijn opgestart vergelijkbaar met het Human Placenta Project in de VS (zie logo). Voor mij echter geen reden daarop nader aan te dringen en ik heb de Commissie Verzoekschriften aangegeven dat ik geen bezwaar heb tegen afsluiting van de petitie.

AFSLUITENDE MAIL
Aan: PETI Secretariaat van het Europees Parlement in Brussel. Datum 26/6/2020
Onderwerpen: mijn petitie 0869/2018 over placenta onderzoek, dankwoord en afsluiting

Geachte heren/dames,
Dank voor de toezending van uw mail van 26 juni 2020 met de Nederlandstalige versie van het antwoord in 2e aanleg van de Europese Commissie (EC) n.a.v. mijn petitie. Nadat de petitie ontvankelijk werd verklaard op 17 december 2018, volgde een uitgebreid en langdurig democratisch traject, dat door PETI, de EC en het Europarlement zeer zorgvuldig is afgewikkeld. Ik dank u dan ook voor uw inzet en effectieve communicatie. Deze mail hoeft u niet te beschouwen als een aanvullende opmerking om de petitie voort te zetten. Ik ben zeer tevreden met het resultaat en het feit dat het onderwerp op de agenda is geplaatst en ga ermee akkoord dat u de Commissie Verzoekschriften vraagt de petitie af te sluiten. Ik heb wel voor mijzelf een beknopt overzicht opgesteld met enige conclusies uit de correspondentie, waaruit blijkt hoe belangrijk placenta onderzoek is in relatie tot prenatale en neonatale zorg en de latere ontwikkeling. Zie hieronder.
Met hartelijke groet, Jaap Spaans, Hoogeveen Holland
Korte opsomming 4 projecten betreffende placenta onderzoek.
— De EC (zie antwoord EC van 8/3/2019) erkent het belang van onderzoek naar de gezondheid van de placenta en de mogelijke invloed van onvolkomenheden van de placenta op de verdere ontwikkeling van het ongeboren kind, zoals psychische aandoeningen en andere ziekten. Zowel in Horizon Europa als Horizon Europa 2020-2024 is er ruimschoots aandacht voor onderzoek en internationale samenwerking. In het 1e antwoord van de EC worden 4 concrete projecten opgesomd n.l.:
*het project AIR-NB: heeft tot doel het effect van prenatale blootstelling aan stedelijke luchtverontreiniging op de structuur en functie van de hersenen vóór en na de bevalling te evalueren (Barcelona).
** het project EMBRYOandLATERHEALTH: gaat uit van de hypothese dat schadelijke blootstelling vóór of zeer vroeg in de zwangerschap gevolgen heeft voor de ontwikkeling van het embryo en de placenta, een blijvende invloed heeft op de cardiovasculaire en metabole ontwikkeling, en zowel ongunstige uitkomsten oplevert bij de geboorte als cardiovasculaire en metabole stoornissen en ziekten op latere leeftijd in de hand werkt. (Erasmus UMC Rotterdam).
***Het project iPLACENTA : Gericht op internationale samenwerking binnen de EU hericht op opleidingen. (Universiteit Dundee).
**** Doel van het onderzoeksproject PlaEndo: te bepalen wat de aard en de bredere biologische betekenis is van de endocriene functie van de placenta bij het aanpassen van het lichaam van de zwangere moeder om de groei van de foetus te ondersteunen. Bijzondere aandacht gaat uit naar het metabolisme van de moeder. (Universiteit Cambridge)